‘Wij nemen plezier maken heel serieus’
Een nieuw bed, een sportkar uit de jaren 70 en een onverhoopte hereniging met zijn vader: dat is wat Jamie Reynolds tot dusver aan het succes van Klaxons heeft overgehouden. En de moeilijke bevalling die plaat nummer twee is geweest, zet geen domper op die feestvreugde. ‘Wij zijn níét de slaaf van ons platenlabel!’
Drie en een half jaar heeft het Klaxons gekost om tot een bevredigende opvolger van Myths of the Near Future te komen. Kan gebeuren als je de wereld eerst imponeert met een hoogst gewaagde mix van industriële progrock en psychedelische pop, de internationale hitlijsten aan flarden speelt met onwaarschijnlijke singles als Gravity’s Rainbow en Golden Skans, en onderweg ook nog eens de prestigieuze Mercury Prize meegrist. In de kelder van een nachtclub in Soho, Londen leggen we zanger Jamie Reynolds enkele krantenknipsels voor. ‘Een lijdensweg’, noemt een dagblad de opnames van Surfing The Void. ‘Een calvarietocht’, beweert een andere. ‘Een trip naar de rand van waanzin’, kopt NME.
Het gerucht gaat dat een eerste versie van de plaat door jullie label geweigerd werd.
Jamie Reynolds: Ik weet dat dat gezegd wordt, maar het klopt niet. We waren zélf niet tevreden over die eerste versie. Met onze toenmalige producer waren we in een ongelooflijk intense, maar hoogst experimentele trip beland. Leuk om te doen hoor – drie weken ronddobberen in een galaxy far, far away – maar echte songs hielden we er niet aan over. En laat dat nu juist in ons manifest staan: Klaxons is een popgroep en maakt dus pop songs. Vandaar dat we opnieuw de studio zijn ingedoken om uit al dat materiaal ook deugdelijke nummers te distilleren. Dat er gefluisterd wordt dat we alles hebben omgegooid om ons label te plezieren, doet pijn. Het doet uitschijnen dat we niets over onze eigen muziek te zeggen hebben, terwijl het tegendeel waar is. Wij zijn hoegenaamd niet de slaaf van ons platenlabel. Er zijn maar weinig groepen die zo eigengereid hun zin kunnen doen als Klaxons, denk ik.
Nadat jullie met John Ford van Simian Mobile Disco op een dood spoor waren beland, zijn jullie met ene Ross Robinson in zee gegaan. Zoals in: de ‘godfather of nu-metal’ die Limp Bizkit groot heeft gemaakt?
Reynolds:(Lacht)That’s him! En je bent lang niet de enige die dat een rare combinatie vindt. Drie woorden voor je: Relationship of Command. Een fucking briljante plaat van At The Drive-In die hij óók heeft geproducet.
Bij de release van jullie debuut luidde het credo dat jullie komaf wilden maken met de navelstaarderige rockgroepen die in het zog van The Liber-
tines zijn ontstaan. Is de britpop er sindsdien vrolijker op geworden?
Reynolds: Vind ik wel. Maar we blijven trouw aan onze twee vuistregels. Eén: we noemen onszelf ongegeneerd een popgroep en zullen overal en altijd de popfilosofie uitdragen. En twee: we take fun very seriously. De dodelijke ernst van een paar jaar geleden is er misschien een beetje uit, maar er kan in de britpopscene en daarbuiten nog veel méér lol getrapt worden.
Aan Klaxons kleeft nog steeds de term ‘new rave’, maar voelen jullie niet meer verwantschap met de nieuwe lichting psychedelische groepen à la MGMT en Empire of the Sun?
Reynolds: Ja, absoluut. Wij maken geen deel uit van een scene, maar we zijn wel verwante zielen van een wereldwijde beweging die weer de verbeelding aan de macht wil. Wij hebben niets uitgevonden, we kwamen enkel met een recept dat bleek te beantwoorden aan datgene waarop veel mensen zaten te wachten. Toen ik Andrew (Vanwyngarden) van MGMT voor het eerst ontmoette, leek het alsof ik een lang verloren broer tegen het lijf liep. I love him to death, een fantastische gast! Ik herken in hem ook de ambitie om compleet experimentele en gesjeesde muziek voor een groot publiek toegankelijk te maken.
Het instantsucces van jullie debuut heeft je waarschijnlijk een aardige duit opgeleverd. Wat was de eerste grote aankoop die je jezelf hebt gepermitteerd?
Reynolds: Ik durf het nauwelijks te zeggen: een bed. Je lacht, maar ik had nog nooit in een bed geslapen dat niet uit een tweedehandszaak kwam. En eerlijk: toen ik dat bed had gekocht en besefte dat dat toch wat magertjes was qua rock & roll extravaganza, dacht ik bij mezelf: ‘Hmm, misschien moet ik toch ook maar iets mannelijks kopen.’ En dus heb ik mezelf een vintage sportwagen cadeau gedaan: een witte Ford Capri uit 1977. Supercoole kar! Nog nooit mee gereden, want ik ben bang om iets kapot te maken, maar wel leuk om in de garage te hebben. (Lacht)
Je hebt vroeger nog in een platen-winkel gewerkt. Mag ik aannemen dat je ‘High Fidelity’ hebt gelezen?
Reynolds: Ik heb de film gezien.
In dat geval: leek jij als jonge gast veeleer op Jack Black, de sullige muzieksnob, of op John Cusack, de sullige muzieksnob die alsnog een sociaal leven probeert op te bouwen?
Reynolds:(Lacht) Een sullige muzieksnob was ik in elk geval. Zelfs van een nog zieliger niveau dan die twee personages samen, want ik hoopte om in die platenzaak een lief op te scharrelen. (Lacht) Tja, ik was een hopeloos romantische eikel.
In wat voor een gezin ben jij opgegroeid?
Reynolds: In een eenoudergezin, want mijn vader is ervandoor gegaan toen ik twee of drie jaar oud was. Ik woonde met mijn moeder en grootmoeder in een klein vissersdorpje waar nooit wat gebeurde. Best een gelukkige jeugd gehad, al besef ik nu dat ik een vaderfiguur miste. Sinds kort ben ik bevriend met een filmmaker van in de zeventig en ik merkte dat ik van onze vriendschap een soort vader-zoonrelatie probeerde te maken. Pure projectie, om het een keer met Freud te zeggen. Daarom heb ik onlangs maar toenadering gezocht tot m’n pa. Dat verloopt stroef, maar lukt toch best aardig. Wel vreemd: hij is ontzettend gefascineerd door mijn muzikale carrière en het succes van Klaxons. En ik ben niet op zoek naar nóg een fan, maar wil wel mijn vader terug. Hij moet met me gaan vissen, niet aan mijn kop zeuren over Klaxons. (Lacht)
Kan die toenadering met je vader zijn ingegeven door je dertigste verjaardag?
Reynolds: Dat heeft er zeker mee te maken, ja. Het is alsof ik voor de tweede keer volwassen geworden ben, alsof alle puzzelstukken in mijn hoofd plots op de juiste plaats vallen. Echt fantastisch, dertig worden. Ik kan het iedereen aanraden. (Lacht)
SURFING THE VOID
Op 23/8 uit bij Polydor
Door Vincent Byloo
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier