Anderhalf jaar na hun exit bij Woestijnvis staat de chinezen, het productiehuis van Arnout Hauben, Elke Neuville en Mikhael Cops, voor de vuurdoop. Met Ten oorlog, Haubens wandeltocht langs de frontlijn van Wereldoorlog I, willen ze tonen waar ze voor staan: human interest die meer is dan de gewone man in beeld brengen. Een verslag van uit de montagecel. ‘800 uur beeldmateriaal. En elke seconde moeten we herbekijken. Misschien niet de meest efficiënte manier, maar het levert wel de beste tv op.’
TEN OORLOG
Elke maandag, 20.35 – één
‘Hallo. Ik ben Arnout.’ Hij steekt zijn hand uit.
‘Aangenaam.’
‘En? Zie je het nog zitten?’
‘Wat zitten? Het interview? Mijn werk? Mijn relatie? De journalistiek? Of mijn leven tout court?’
‘Euhm. Het was gewoon als een simpele hoe-gaat-ie bedoeld.’
Het was een van de grootste televisiemysteries van de laatste jaren. Hoe Arnout Hauben erin slaagde in minder dan vijf minuten en schijnbaar achteloos mensen hun ziel te doen blootleggen in zowat elke context. Langs de weg in De weg naar Compostela. In de lift in De lift, de rubriek in Iedereen beroemd. Naast het front in de eerste aflevering van Ten oorlog. En het lukt ook in het gewone leven, zo blijkt als ik hem de hand schud. Hij heeft zijn greep nog niet gelost en ik sta al klaar om mijn levensverhaal te vertellen.
Mocht u zich afvragen hoe hij het doet: het zit hem in de ogen. Hauben is het soort man dat recht in je ogen kijkt – en niet naar je mond, zoals vele anderen – en zijn blik niet lost. Je voelt dat je er niet afkomt met een simpele ‘ça va’. Tegelijk houdt hij zijn ogen net iets wijder open dan normaal, wat maakt dat zijn blik in een permanente staat van verwondering lijkt te zijn. Het type blik dat, als je hem vertelt dat je gisterenavond getwijfeld hebt tussen frietjes en kroketjes, enthousiast ‘En? Zout op gedaan?’ lijkt te suggereren. Het is een merkwaardige combinatie van interesse en zachte dwang die maakt dat een mens al eens sneller – uit die eerste aflevering van Ten oorlog gegrepen – zijn drugsverslaving, oorlogsverleden in Congo of dode springstier op het erf ter sprake brengt.
We zijn op de derde verdieping van het Hungariagebouw aan de Leuvense Vaartkom, een buurt in opmars waar Louis Tobback – en een rist projectontwikkelaars – heel erg veel van verwachten. Het is de werkvloer van de chinezen, zelf ook niet vies van enige aspiraties. Anderhalf jaar geleden – toen dat nog een slechte carrièrekeuze leek – ging Hauben samen met Elke Neuville en Mikhael Cops weg bij Woestijnvis om hun eigen productiehuis op te richten. Eentje zonder bekende schermgezichten, maar met aardig wat knowhow. Neuville – zus van Maaike, mocht u het zich afvragen – was eindredactrice bij Man bijt hond. Cops had een aardige hand in De school van Lukaku, Geel en Meneer doktoor. Hauben was reporter voor Man bijt hond en Meneer doktoor en maakte zelf Geel en De weg naar Compostela, eerst voor Man bijt hond en later als afzonderlijk programma. Hun gezamenlijk cv leest als een lijst van zowat alle goede human interest die de laatste jaren op de Vlaamse televisie te zien was. En nu is er dus, na hun dagelijkse 7 minuten zendtijd bij Iedereen beroemd, hun eerste volledig eigen programma: Ten oorlog, een wandeltocht van Hauben langs de frontlijn van de Eerste Wereldoorlog, van Nieuwpoort tot het Turkse Gallipoli, samen met Cops en acteur Jonas Van Thielen.
Het verklaart de bedrijvigheid op de werkvloer van de chinezen. De drie oprichters – tijdens de fotosessie zal blijken dat er ook een vierde chinees is: Harald Hauben, broer van Arnout en verantwoordelijk voor de financiële en bedrijfsmatige kant van het productiehuis – bijeen krijgen blijkt niet zo eenvoudig. Neuville bekijkt voor de laatste keer de beelden van De week van voor ze naar één verstuurd worden; Hauben moet dringend verder monteren aan aflevering vier van Ten oorlog; Cops zit ondertussen in een andere montagecel het materiaal van aflevering acht te visioneren. Aardig wat materiaal, zo blijkt. ‘Ik schat dat we 800 uur aan beelden hebben gefilmd voor Ten oorlog‘, zegt Hauben. ‘Vijf uur per dag, twee camera’s, tachtig dagen lang. En elke seconde moet opnieuw bekeken worden voor er gemonteerd kan worden. Misschien niet de meest efficiënte manier, maar het levert wel de beste tv op.’
In afwachting van de rest volg ik Hauben, immer in wandelschoenen, naar de montagecel. ‘Een beetje context: aflevering vier is nogal een belangrijke, omdat we de overgang maken van Frankrijk naar Italië. Iedereen denkt dat de frontlijn in Frankrijk stopt, maar aan de andere kant van Zwitserland, dat neutraal was, gaan de loopgraven gewoon verder. Die balans houden tussen het avontuurlijke drie-jongens-onder-elkaarverhaal en de hele geschiedenis errond is niet evident: aflevering vier is dus een complex geval.’
Op de monitor staat Hauben op een begraafplaats in de Elzas, het einde van de Franse frontlijn, met een oude man te praten. Hij zegt dat hij zijn overleden vrouw komt vertellen dat hun zoon een kind heeft gekregen. ‘En denk je dat je vrouw het kan horen?’ vraagt Hauben. ‘Daar ben ik zeker van’, zegt de man.
‘Nu komt het’, zegt Hauben, terwijl hij de monitor even op pauze zet.
Als hij opnieuw op play drukt, vertelt de man hoe hij, met de nakende geboorte in het achterhoofd, ’s nachts zijn gsm en computer liet aanstaan, wachtend op nieuws van zijn zoon. ‘Vorige nacht was het dus zover. En precies op het moment dat de mail van mijn zoon binnenkwam, viel in de badkamer de schminkspiegel van mijn vrouw van de muur. Die spiegel hing daar al decennia, om precies op dat moment eraf te vallen. Ik denk dus wel dat ze me kan horen, ja.’
Het is even stil in de montagekamer. ‘Schoon, hé’, zegt Hauben. ‘Voor televisie is dat een cadeau. Zo’n verhaal kom je niet alle dagen tegen.’
‘Hoe krijg je zoiets uit een mens?’
‘Weten wanneer je moet zwijgen. Geïnteresseerd zijn als mensen iets vertellen. En je tijd nemen. Ik heb een halfuur met die man op het kerkhof gestaan. Het is niet dat zo’n verhaal er na drie vragen uitkomt – die 800 uren beeldmateriaal dienen ergens voor. Als ik op reportage ben, staan mijn zintuigen ook scherper, denk ik. Je kijkt anders, je praat anders, je let meer op details. Het komt vanzelf dan.’
Op de monitor flitst een perche door het beeld, het soort ragebol dat gebruikt wordt om het geluid mee op te nemen – en die te allen tijde buiten het zichtveld van de camera moet blijven.
‘Is dat niet het soort fout waar geluidsmannen voor ontslagen worden?’
‘Normaal is dat een fout, ja’, zegt Hauben. ‘Maar bij Ten oorlog is het anders. We wilden met een zo klein mogelijke ploeg rondtrekken, geen compleet bataljon, en dus moest Jonas Van Thielen ook het geluid doen. Het enige probleem: Jonas is een acteur. Geen geluidsman. Hij heeft een soort opleiding geluid gevolgd, maar af en toe sluipen er nog wat foutjes in.’
‘De helft van de tijd staat zijn perche in de verkeerde richting’, zegt de monteur lachend.
‘Na de opnames zei Jonas tegen mij: “Ik wil nooit meer zo’n ding vasthouden.” Maar het past wel bij de reeks. Het moest niet allemaal afgelikt zijn. Het mocht ook wat avontuur uitstralen.’
Jongens onder elkaar: het is ook de sfeer die de drie oprichters uitstralen als we ze een halfuur later netjes in één sofa bij elkaar krijgen. De stemming is opperbest. Ze zijn enthousiast over een nieuw idee dat ze even voordien aan de VRT hebben voorgesteld, voor een alternatief reisprogramma met als werktitel Manneke Pis.
ELKE NEUVILLE: Anderhalf jaar geleden was het één groot avontuur. Ik zie ons nog met drie zitten in een bureau in Schaarbeek. Bedrijfje aan het spelen. Die eerste maanden was er niets, behalve de wetenschap dat we samen met een ploeg van de VRT een dagelijks slot zouden hebben. Zes maanden lang hebben wij geen tv gemaakt, maar alleen maar gepraat over tv maken. Maar ondertussen lijkt het wel los te lopen. Er werkt hier al vijfentwintig man: de toekomst ziet er goed uit voor de chinezen.
Voelt Ten oorlog, jullie eerste eigen programma, nog als een vuurdoop?
ARNOUT HAUBEN: Tuurlijk zijn het spannende tijden. Elk nieuw programma is spannend, maar deze keer komt er ook nog eens bij dat we zelf het productiehuis erachter hebben opgericht. Het is gezaaid op een wei die we zelf gekocht hebben. Dan hoop je wel dat er patatten op groeien.
NEUVILLE: Serieus? Patatten? Meen je dat nu?
HAUBEN: Ik dacht eens een metafoor te gebruiken.
NEUVILLE: Groeien er überhaupt patatten op een wei?
HAUBEN: Het klopt misschien niet helemáál. Wil ik toegeven.
NEUVILLE: Zeg dan iets over een eerste taartje waar we zelf de kers op hebben gelegd. Of iets met een boreling. Doet het ook altijd qua metafoor.
Ter zake: is Ten oorlog het soort tv waar jullie voor willen staan?
MIKHAEL COPS: Dat denk ik wel, ja. Human interest met meer dan één laag. Televisie die entertainment wil zijn, maar tegelijk ook een stuk geschiedenis en menselijke verhalen brengt. Het lijkt me niet ondenkbaar dat dat op termijn ons handelsmerk zal blijken te zijn.
NEUVILLE: Ten oorlog ligt heel dicht bij ons. Het vloeit natuurlijk voort uit waar we daarvoor mee bezig zijn geweest, maar het lijkt me ook een prima ijkpunt voor waar we naartoe willen. Ik denk dat we de rekbaarheid van het genre human interest willen testen. Dat we verder willen denken dan de strikte definitie van ‘het verhaal van de gewone man in beeld brengen’.
HAUBEN: Het is ook geen toeval dat we niet met een grote quizshow debuteren of een pluimenprogramma op zaterdagavond.
Zouden jullie het kunnen, een pluimenshow op zaterdagavond?
NEUVILLE: Minder makkelijk dan human interest. We hebben alle drie geen ervaring in dat genre. We gaan, met andere woorden, op onze wei niet ineens ananassen planten. (lacht)
HAUBEN: Maar dat wil niet zeggen dat we alleen maar serieuze televisie zullen maken. Het reisprogramma waar we nu aan werken zal veel speelser van toon zijn. Human interest kan verschillende kanten uit.
COPS: De basis blijft wel dezelfde. We hebben met ons drieën al wel wat jaren televisie gemaakt. Dan is het logisch dat het daarop voortbouwt.
Die erfenis lijkt behoorlijk groot. Kort door de bocht: Iedereen beroemd is Man bijt hond met een Instagramfilter, Ten oorlog is het makkelijkst samen te vatten als ‘De weg naar Gallipoli’. Geen schrik om een spin-off van Woestijnvis te worden genoemd?
NEUVILLE: Ik vind toch dat er een wezenlijk verschil is tussen Iedereen beroemd en Man bijt hond. Het is niet alsof we Man bijt hond wilden imiteren. Het is anders van toon. Meer uitgesproken feelgood. Man bijt hond behandelde de actualiteit via kleine omwegen of terloopse ironie. Iedereen beroemd bewandelt een rechtere, positieve lijn.
De pendelquiz, De week van en De lift, zijnde de drie rubrieken die jullie voor Iedereen beroemd leveren, hadden toch zo in Man bijt hond gepast?
NEUVILLE: De rubrieken afzonderlijk hadden misschien niet opgevallen, neen. Maar het geheel is wel anders. Man bijt hond was een doos waar verschillende stijlen in passen, Iedereen beroemd is één genre.
HAUBEN: Wij zijn geen nieuwe Woestijnvis: laat dat duidelijk zijn. Maar het was ook niet Woestijnvis alleen dat De weg naar Compostela heeft gemaakt: ik had daar zelf ook geen onaardige hand in, meen ik te mogen zeggen. Ik kan maar op één manier mensen interviewen. Ik kan niet veranderen wie ik ben. Dan is het logisch dat Ten oorlog verwant is aan De weg naar Compostela.
COPS: Binnen Woestijnvis hebben wij altijd ons ding gedaan. En nu doen we dat nog altijd.
HAUBEN: Om nog eens een metafoor te gebruiken: als de coach van Anderlecht AA Gent gaat trainen, zeg je toch ook niet: ‘AA Gent heeft de manier van spelen van Anderlecht gepikt, want ze spelen in een vier-twee-twee.’
COPS: Een vier-twee-twee?
HAUBEN: Moet dat vier-vier-twee zijn? Je ziet: we kennen niks van voetbal en niks van koers. Daar houdt de vergelijking met Woestijnvis al op.
Het is wellicht ook een vreemde exit geweest: jullie zijn niet weggegaan om jullie ding te kunnen doen, maar om jullie ding te kunnen blijven doen.
NEUVILLE: Toen het duidelijk werd dat Woestijnvis op VIER zou terechtkomen, had ik geen enkele andere ervaring dan programma’s maken voor één. Wat ik wilde vertellen, leunde ook heel hard bij de openbare omroep aan. We zijn niet weggegaan bij een productiehuis, maar gebleven bij een zender.
De juiste keuze, zo is gebleken. Met Iedereen beroemd evenaren jullie de één-kijkcijfers van Man bijt hond, dat op VIER na een reeks verschuivingen roemloos naar de exit begeleid is. Een vlucht vooruit, heet dat dan.
COPS: Officieel is het nog niet gestopt, toch?
NEUVILLE: Ik denk dat ze aan het bekijken zijn of het na de zomer nog kan terugkomen. Maar denk nu niet dat wij ons Grote Gelijk hebben gehaald. Ik vond het vooral spijtig wat er met Man bijt hond is gebeurd. Het is het programma waar ik voor ben beginnen te studeren – ik had mezelf in eerste kandidatuur vijf jaar gegeven tot ik er zou werken. Het voelt heel vreemd als dat dan stopt.
Hebben jullie als ex-Woestijnvissers ook een eigen analyse van wat er bij VIER is misgegaan?
COPS: Wij zijn een productiehuis, geen zender. Een strategische analyse hebben wij daar niet van gemaakt. Ik kan ook alleen maar herhalen wat anderen gezegd hebben. Zendertrouw: dat zal er wel iets mee te maken hebben. Een commerciële logica die ze moeten volgen: daar kan ook iets in zitten. Maar ik heb vooral al veel te veel analyses gelezen en gehoord van wat er bij VIER gebeurt.
NEUVILLE: Ik wens het niemand toe, zo hard op je vingers gekeken worden. Maar het is wel in ons voordeel geweest. Terwijl iedereen naar VIER staarde, hebben wij in de luwte kunnen groeien. De eerste aflevering van Iedereen beroemd stond er niet helemaal, net zoals Man bijt hond vijftien jaar geleden nog wat sleutelwerk kon gebruiken. Gelukkig hebben we de tijd gehad om ons te kunnen zetten zonder dat elke aanpassing in de krant verscheen.
Productiehuis Shelter draait rond vier makers met een liefde voor humoristische tv, De Raconteurs zijn vier verhalenvertellers die zich verenigd hebben voor human interest à la Drie generaties, Hotel Hungaria mikt op lifestyle en keuken met programma’s als Dagelijkse kost – en dan vergeten we Bart De Pauws Koeken Troef en Alaska van Bart Peeters nog. Maken kleine productiehuizen de beste tv?
NEUVILLE: Het valt wel op dat er aardig wat champignonnekes uit de grond zijn gekomen de laatste jaren. Productiehuizen die geleid worden door een aantal televisiemakers. Maar ik weet niet of ze daarom betere televisie maken. Ik denk dat er gewoon meer plek is om tv te maken. Bij één is veel plaats vrijgekomen na het vertrek van Woestijnvis. Vtm is zwaarder gaan inzetten op eigen producties. Er is meer vraag naar eigen tv.
HAUBEN: Ik heb me eens laten vertellen dat wij in Vlaanderen gigantisch veel eigen tv maken in vergelijking met andere landen. Buitenlandse fictie en geïmporteerde formats werken hier niet zo goed: Vlaanderen wil zijn eigen formats en zijn eigen fictie, die meestal ook alleen hier werkt. Bedrijfsmatig is dat vrij domme tv – je maakt beter een format dat je in 26 landen verkoopt – maar het is wel wat de kijker wil. Misschien is dat wel de grote conclusie: het is de kijker die de grote winnaar is geweest.
COPS: Ook weer een uitspraak die we van onze lijst ’ter sprake te brengen clichés’ kunnen afvinken. (lacht)
Is het jullie ambitie om klein te blijven?
COPS: Onze ambitie is een productiehuis van makers te blijven. Televisie maken blijft ook ons hoofdberoep, alleen moeten we ons nu ook bezighouden met de praktische kant van de zaak: daarom ontfermt Elke zich over het personeel en de sollicitaties, en ga ik over het materiaal en de technische kant. Maar inhoudelijk maken we wel nog programma’s met ons drieën.
NEUVILLE: We zijn bij alles betrokken. Alles wat hier buiten gaat, is door een van ons drieën bekeken.
COPS: En dat moet zo blijven. Ik gruw van de gedachte dat ik CEO Technical Supplies op mijn kaartje heb staan en Elke zichzelf hoofd HR moet noemen.
DOOR GEERT ZAGERS — FOTO’S WOUTER VAN VAERENBERGH
Elke Neuville
‘IK ZIE ONS ANDERHALF JAAR GELEDEN NOG ZITTEN AAN ONS BUREAU. BEDRIJFJE AAN HET SPELEN. ZES MAANDEN LANG HEBBEN WIJ GEEN TV GEMAAKT, ALLEEN GEPRAAT OVER TV MAKEN.’
Mikhael Cops
‘ONZE AMBITIE IS OM EEN PRODUCTIEHUIS VAN TV-MAKERS TE BLIJVEN. IK WIL NOOIT EEN CEO TECHNICAL SUPPLIES WORDEN.’
Arnout Hauben
‘TEN OORLOG IS VERWANT AAN DE WEG NAAR COMPOSTELA, JA. MAAR IK KAN NIET VERANDEREN WIE IK BEN. IK KAN MAAR OP ÉÉN MANIER MENSEN INTERVIEWEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier