De man achter de muis – Na de heiligensaga uit de geautoriseerde biografie en de karaktermoord uit de schandaalbiografieën, krijgt Walt Disney eindelijk het levensverhaal dat hij verdient.

Neal Gabler, Alfred A. Knopf, New York, 852 blz., euro33,10

Toen kettingroker Walt Disney in 1966 op 65-jarige leeftijd aan longkanker overleed, circuleerde meteen een cynische grap: hij zou zich hebben laten invriezen om een warmer mens te worden. Neal Gabler maakt in zijn nieuwe biografie brandhout van het gerucht dat ome Walt, net als Sneeuwwitje en de Schone Slaapster, in een lange winterslaap werd gedompeld tot zijn ziekte genezen kon worden en de wetenschap hem weer tot leven kon wekken: hij werd gewoon gecremeerd.

Het is lang niet de enige kwakkel die de naarstige biograaf weerlegt in deze nauwgezet gedetailleerde turf van meer dan 800 pagina’s. Gabler, die eerder al de carrière van roddelcolumnist Walter Winchell onder handen nam, kreeg als eerste onbelemmerd toegang tot de uitgebreide Disneyarchieven, zodat hij de meeste ontluisteringen uit eerdere biografieën (Disney als aartsconservatief, communistenhater, FBI-informant, antisemiet en alcoholicus) waar nodig kan ontzenuwen. Of tenminste nuanceren.

Niet dat de obsessief perfectionistische schepper van Mickey Mouse er nu meteen als een vrolijke Frans uit te voorschijn komt: Gabler schildert het portret van een eenzame, gekwetste en ontgoochelde kunstenaar-ondernemer die ondanks wereldwijde faam en succes bijna zijn hele leven lang door financiële zorgen werd gekweld, ten prooi viel aan zware zenuwinzinkingen, Donald Duck-achtige driftaanvallen had en zich vaak opsloot in zijn werkkamer om er speelgoedtreintjes in elkaar te knutselen.

De krassen en gebreken maken Disneys verwezenlijkingen alleen maar indrukwekkender. Want dit is ook het machtige levensverhaal van een visionair die – eerst met de dappere Mickey Mousecartoons en vanaf Snow White and the Seven Dwarfs (1937) met de avondvullende tekenfilm – animatie transformeerde van een nieuwigheid tot een kunstvorm en een universele filmtaal. Met zijn tekenfilmfiguurtjes, natuurfilms, themaparken en merchandising zette hij een proces in gang dat uiteindelijk tot de Disneyfication van Amerika en de hele wereld zou leiden. En met het uitbouwen van een entertainmentimperium waarin films, televisieshows, pretparkattracties, boeken, muziek en speelgoed elkaar hielpen verkopen, kondigde hij de huidige media- en amusementsgiganten aan.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content