De muziekindustrie schreeuwt alweer moord en brand. De komst van onlinemuziekplatform Spotify verdeelt artiesten: zullen ze er nu net meer of minder door verdienen? De spot op Spotify.
Vorige week stond in de krant een zoveelste bericht over Spotify: ‘Meer dan tweehonderd labels verwijderen muziek van Spotify.’ Wie niet beter weet en een week voordien in diezelfde krant las dat er met de verkoop van EMI – deels aan Universal en deels aan Sony – maar drie labels meer overblijven, had kunnen geloven dat Spotify het in België amper 48 uur heeft volgehouden. Dat het bedrijf in zijn vijfjarige bestaan al vaker labels zag gaan – en nog meer zag komen – stond er niet bij. Dat het ging om ‘gespecialiseerde elektronicalabels’ wel, maar dan blijft de vraag wat de nieuwswaarde van het stuk was. Alle respect voor producers als Emalkay, Mount Kimbie en Scuba: de toekomst van Spotify of gelijk welke andere ‘muziekbank’ – zo stond het in het artikel – hangt niet van hen af.
Maar wat als binnenkort ook Universal, Sony en Warner eruit stappen? Ja, dán ziet het er inderdaad niet goed uit voor Spotify. Zijn ze dat van plan? Niet onmiddellijk, maar met platenlabels weet je nooit. Het probleem met de muziekindustrie is dat ze in wezen nog altijd redeneert: ‘Hoe meer songs we verkopen, hoe rijker we worden.’ Nu is dat uiteraard geen onlogische gedachte, behalve wanneer je de verkoop jaar na jaar ziet dalen en je zo naderhand zou moeten beseffen dat David Bowie gelijk zal krijgen: ‘Muziek wordt als water en elektriciteit – altijd en overal beschikbaar.’ (The New York Times, 2002)
In plaats van naar nieuwe bronnen van inkomsten te speuren, heeft de muziekindustrie de voorbije vijftien jaar zelf hoegenaamd niets ondernomen om daarop te anticiperen. Ja, het heeft toegekeken hoe Apple iTunes gecreëerd werd om er eerst superenthousiast over te zijn – ‘ Eindelijk kan iedereen legaal muziek downloaden!‘ – om Steve Jobs vervolgens het leven zuur te maken omdat die weigerde om labels op zijn platform carte blanche te geven: ‘ Luister hier, Steve, we zullen zelf wel beslissen op welke manier en tegen welke prijs we onze muziek online verkopen.‘
De vraag is nu hoeveel geduld de major labels – van een aantal minors weten we het al – de komende jaren met Spotify zullen hebben. De ‘muziekbank’ mag dan al populair zijn (en sinds kort ook de steun van Facebook genieten), in tegenstelling tot iTunes genereert ze vooralsnog geen enorme winsten. Als pakweg Universal morgen beslist om zijn titels uit het aanbod te schrappen, dan kan Spotify daar niets aan doen. Meer nog: zodra betalende gebruikers er hun favoriete artiest niet meer op terugvinden, is de kans al groot dat ze hun abonnement opzeggen. Laat nu toevallig Adele én Coldplay onlangs nog beslist hebben om, tegen de zin van hun label, hun recentste albums niet op Spotify aan te bieden. Oké, het klopt dat er intussen méér mensen zijn die geld zouden geven om Chris Martin niet te horen, maar of je daar ook echt een businessmodel rond kunt bouwen?
Wat bezielt Adele, Coldplay en dat voorlopig klein leger elektronicamuzikanten nu precies om hun songs van Spotify weg te halen? Simpel: geld. Enerzijds vinden ze dat Spotify niet genoeg betaalt om hun songs te streamen. Het bedrijf laat niet in zijn boekhouding kijken en veel hangt af van het percentage dat het label erop neemt, maar laten we zeggen dat een artiest per maand een miljoen keer moet worden beluisterd om een minimumloon op te strijken. Anderzijds zijn sommigen van mening dat Spotify de platenverkoop doet dalen, ook al kun je via de ‘muziekbank’ songs en albums kopen – zoals in iTunes.
Feit is dat geen enkele muzikant rijk zal worden van de keren dat één liefhebber zijn nummer op Spotify beluistert. Maar wordt die – in verhouding – dan wel rijkelijk betaald voor de keren dat een miljoen mensen zijn nummer op de radio hoort? Op het net staat onder meer het verhaal van een labelbaas die zegt dat hij voor elke speelbeurt op Spotify máár 0,001 euro krijgt en een nummer dus al een miljoen keer moet worden beluisterd om er duizend euro voor te ontvangen. Eén miljoen luisterbeurten lijkt veel, maar qua bereik is dat hetzelfde als één rondje op Radio 2, en daar krijgt een muzikant zeker geen duizend euro voor.
Voor de klacht dat Spotify de verkoop doet dalen, bestaan dan weer weinig bewijzen. Ja, de verkoop daalt – al zijn er uitgerekend dit jaar ook berichten dat hij voor het eerst sinds lang lichtjes zou zijn gestegen. Zowel labels als artiesten zouden zich daar echter stilaan bij moeten neerleggen. Belangrijker is nu hoe je mensen weer op een legale manier naar muziek kunt doen luisteren en wat je op die legale platforms kunt doen om hen alsnog geld uit de zakken te kloppen. Spotify is slechts een van die platforms – er zijn er nog, en er zullen er nog een pak meer volgen. Je kunt hen ook nu weer het leven zuur maken, meneer Martin, en denken aan snelle winst. Of je kunt ze in je businessmodel opnemen en nadenken over hoe het interessant kan zijn dat iedereen op aarde je nummers kan beluisteren.
BEN VAN ALBOOM
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier