WAAROM… …KOOKBOEKEN EN LITERATUUR TERECHT NAAST ELKAAR LIGGEN
Veel literatoren zien met lede ogen op de Boekenbeurs de lange rijen fans aanschuiven bij bekende tv-koks en laten zich daarom wel eens laatdunkend uit over de Vlaamse leescultuur. Ze hebben (grotendeels) ongelijk.
Er was nogal wat ergernis op en rond de Boekenbeurs vorig jaar. ‘Waarom moet elke idioot met een kookboekje daar komen signeren?’ wist Herman Brusselmans, genuanceerd als altijd, de sentimenten van veel collega’s samen te vatten. Hij is eraan voor de moeite, want ook de 76e Boekenbeurs zal gedomineerd worden door koks en hun kookboeken. Jeroen Meus is nu al zijn pen aan het scherpen om het recent verschenen Dagelijkse kost 4 aan de lopende band te signeren.
Dat kan een goede zaak zijn voor elk boek. Onder meer omdat er dankzij Meus en de kookboeken meer zielen op de Boekenbeurs zijn en er dus meer (commerciële) vreugde is. Iets wat de sector goed kan gebruiken, want zelfs in het midden van een crisis worden tijdens het jaarlijkse boekenfeest goede zaken gedaan. In 2011 was dat alleszins nog het geval: de week van de Boekenbeurs stegen de verkoopcijfers maar eventjes met 4 procent. Dat was grotendeels te danken aan de verkoop van kookboeken, maar ook literatuur had er baat bij.
Maar de relatie tussen kookboeken en literatuur is meer dan een verstandshuwelijk op basis van commerciële overwegingen. De band is veel inniger en bijna zo oud als de literatuur zelf.
De eerste bekende culinaire auteur was de Griek Archestratus, die in de vierde eeuw voor Christus op Sicilië leefde. Hij schreef het humoristische gedicht Hedypatheia(Leven in weelde), waarin hij zijn lezers en toehoorders gastronomisch advies geeft. Het werk was bijzonder populair in Athene, dat we graag vanwege zijn democratie en hoogstaande woordcultuur als een van de bronnen van onze Europese beschaving aanhalen. Culinair genot maakte onlosmakelijk deel uit van die cultuur. Net als de kritiek erop. Niets nieuws onder de zon dus.
Toen in de vijftiende eeuw met de boekdrukkunst een culturele revolutie zonder voorgaande werd ontketend, behoorden kookboeken, na de Bijbel, tot de eerste werken die op grote schaal werden gedrukt en verspreid. Bartolomeo Scappi – een humanist en bibliothecaris van de Vaticaanse Bibliotheek, die onder andere de kringen rond mecenas Lorenzo de’ Medici en uomo universale Michelangelo frequenteerde – tekende in 1474 voor de primeur met Over het betamelijke genieten en de gezondheid. Het werd een instantbestseller.
Inhoudelijk was Scappi niet zo vernieuwend. Hij pikte de gerechten onversneden uit Het boek over de kunst van het koken van de renaissancekok Maestro Martino, de Ferran Adrià van zijn tijd. Een culinair genie dus, dat parallel aan het werk van schilders als Sandro Botticelli zijn gerechten lichter en speelser van toon maakte dan wat tijdens de middeleeuwen gangbaar was. Ze mochten zelfs bulken van heidense sensualiteit. Martino was een echte renaissancekunstenaar die illustreert hoe kookboeken net als kunst en literatuur een venster kunnen zijn op culturele ontwikkelingen.
Kookboeken of schrijven over eten is trouwens nooit het exclusieve terrein van koks geweest. Heel wat ‘echte’ schrijvers hebben zich tegoed gedaan aan het smakelijke woord. Om er kritiek op de eigen maatschappij mee te geven, zoals de Romein Petronius in Satyricon of de Franse humanist Rabelais in Gargantua en Panta-gruel. Maar ook ter wille van de gastronomie zelf. Alexandre Dumas, auteur van klassiekers als De drie musketiers en De graaf van Monte-Cristo, was een foodie pur sang, die zijn liefde voor lekker eten heeft vorm- gegeven in het postuum uitgegeven Le Grand Dictionnaire de cuisine. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan was het Ernest Hemingway die ‘at om te leven en leefde om te eten’, een levensfilosofie die onder andere terug te vinden is in minder bekend werk als A Moveable Feast en Hemingway on Fishing.
Toegegeven, diepgang en originaliteit is in het merendeel van de hedendaagse kookboeken ver te zoeken. Maar hetzelfde kan gezegd worden van het fictiewerk waarmee we vandaag om de oren worden geslagen. De thrillers – de enige boeken die koning kookboek naar de kroon kunnen steken qua populariteit – zijn vaak maatwerk, net als veel zogenaamde literaire romans. Brusselmans had een punt toen hij vorig jaar het teveel aan kookboeken aan de kaak stelde. Dat hij dit jaar maar meteen het teveel aan thrillers aan zijn beklag toevoegt. En de uitputtende aanwas van zijn eigen oeuvre.
DOOR JEROEN BERT – ILLUSTRATIE SARAH VANBELLE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier