‘WAAROM HAD IK HIER DESTIJDS DE BALLEN NIET VOOR?’
Met Quartet maakt Dustin Hoffman op zijn 75e zijn regiedebuut. Een gesprek met de legendarische acteur over zijn ervaringen achter de camera, het plezier van het ouder worden en zijn voorliefde voor Europese cultuur. ‘Ik beschouw mezelf amper als een Amerikaan.’
‘Mark? Nee, die kan ik niet doorgeven. Hij zit in de douche. We hebben net een nummertje gemaakt. Het was heerlijk. Maar daar kun jij ongetwijfeld over meespreken. Wacht even. Hier is hij, zonder handdoek.’
Geef Dustin Hoffman de kans om een act op te voeren en hij grijpt ze zoals Jean-Marie Pfaff ballen in zijn hoogdagen bij Bayern München. Bovenstaande monoloog ontspon zich nadat de gsm van een onopmerkzame collega-journalist begon te rinkelen. Voor de nieuwsgierigen: het was diens vrouw aan de lijn.
Je kunt Hoffman dat clowneske intermezzo onmogelijk kwalijk nemen. Het is duidelijk een reflex. Een overblijfsel uit het begin van zijn carrière, toen hij alles deed om zijn 1,67 meter en gigantische neus te compenseren. Gelukkig was regisseur Mike Nichols snugger genoeg om Hoffmans onhollywoodiaanse voorkomen ten volle te benutten in The Graduate (1967), waarin hij een schuchtere twintiger speelde die verleid wordt door Anne Bancrofts vraatzuchtige Mrs. Robinson.
De film groeide uit tot een onwaarschijnlijke kaskraker, met een nog onwaarschijnlijkere carrière tot gevolg. Van grootstadsdrama Midnight Cowboy (1969) over politieke thriller All The President’s Men (1976) tot echtscheidingstranentrekker Kramer vs. Kramer (1979), maar ook van travestieklucht Tootsie (1982) over make-upblockbuster Dick Tracy (1990) tot sequelsof Meet the Fockers (2004): Hoffman deed het allemaal.
En de man blijft maar verrassen. In het jaar dat hij 76 wordt, komt Hoffman op de proppen met zijn eerste film als regisseur. Toneelbewerking Quartet vertelt het verhaal van een groepje gepensioneerde muzikanten die een benefietconcert organiseren voor hun met sluiting bedreigde home. Wie een mix van The Full Monty en de recente bejaardenhit The Best Exotic Marigold Hotel verwacht, komt echter bedrogen uit. Hoffman komt tegelijkertijd aandoenlijk en beheerst uit de hoek en verrast met een opvallend levendige, aan het oeuvre van Robert Altman herinnerende mise-en-scène. ‘Waarom ben je nu pas beginnen te regisseren?’ is dan ook een meer dan logische openingsvraag.
DUSTIN HOFFMAN: Dat vraag ik mezelf ook af. (lacht) Eigenlijk regisseer ik al sinds het begin van mijn carrière. Collega’s stapten regelmatig op me af met de vraag of ik hen wat aanwijzingen kon geven. Dat deed ik met alle plezier. Dat het er nu pas écht van komt, heeft verschillende redenen. Enerzijds timmer ik al sinds jaar en dag aan interessante scenario’s om te regisseren. Omdat er geen tijdsdruk is – ik verdien aardig de kost als acteur – heb ik echter nog nooit het gevoel gehad dat er eentje schietklaar is. Anderzijds ben ik werkzaam in een échte industrie. Studio’s en producenten handelen louter reactief. Pas als je jezelf bewezen hebt, zullen ze een beroep op je doen. Hoe je jezelf kunt bewijzen, blijft een mysterie. De hele situatie heeft iets van een catch-22.
Toch heb je deze opdracht gekregen.
HOFFMAN: De cameraman met wie ik enkele jaren terug Last Chance Harvey (2008) draaide (John de Borman, nvdr.), wist dat ik graag wilde regisseren. Tijdens de shoot van An Education vertelde hij dat aan een van de producenten. Niet veel later kreeg ik het voorstel om dit project te overzien. Aanvankelijk weigerde ik beleefd omdat ik maar enkele weken voorbereidingstijd had. Maar mijn vrouw wist me te overtuigen. ‘Als je deze kans laat schieten, komt het er nooit meer van’, zei ze streng maar rechtvaardig. (lacht)
Hoe verliep de overgang van voor naar achter de camera?
HOFFMAN: Ontzettend vlot. Dat klinkt misschien arrogant, maar het is de waarheid. Door mijn 45 jaar voor de camera wist ik perfect hoe ik de cast moest behandelen. Zolang je acteurs de nodige speelruimte geeft, zijn ze tevreden. Eén ding verbaasde me enorm: de hoeveelheid informatie waarvan je als castlid afgeschermd wordt. Van een acteur die te elfder ure afhaakt over een locatie die niet gebruikt kan worden tot ingekrompen budgetten: er komt maar geen einde aan het slechte nieuws. De vergelijking tussen films maken en oorlog voeren is allesbehalve overtrokken. Je kunt alles tot in de puntjes voorbereiden, er zal altijd wel iets mislopen. Ben ik blij dat ik dat niet eerder ontdekt heb! (lacht)
Je speelt zelf niet mee in Quartet. Leek zowel regisseren als acteren je een te grote uitdaging?
HOFFMAN: Ik heb dat geprobeerd in Straight Time (1978, van Ulu Grosbard), in mijn ogen een van de beste films op mijn cv. Na enkele dagen heb ik mezelf ontslagen. Ik was niet overtuigd van mijn kunnen als regisseur. Er kwamen te veel tegenstijdige signalen binnen. De cameraman vond een take goed, terwijl de monteur hem afkeurde. En je had toen nog geen monitors waarop je de dailies onmiddellijk kon bekijken. Ik kon al die stress niet aan en deed een beroep op een bevriende regisseur. Als ik had doorgezet, had mijn carrière er nu waarschijnlijk helemaal anders uitgezien.
Kom, kom. Velen zouden een moord begaan voor een loopbaan als de jouwe.
HOFFMAN: Daar twijfel ik niet aan! (buldert) Toch vervloek ik mezelf nu. Waarom had ik destijds de ballen niet? Wat had ik te verliezen? Onlangs daagde het me dat drie van mijn favoriete regisseurs – Elia Kazan, Martin Ritt en Sidney Lumet – als acteurs begonnen zijn. Misschien had ik in dat fantastische gezelschap kunnen vertoeven. Maar goed, er zijn zoveel dingen waar ik spijt van heb. Ik heb nooit een andere taal geleerd. Ik had graag het hele oeuvre van Dickens gelezen. En ik moet me dringend eens aan de films van de gebroeders Dardenne zetten. Mijn schoonzoon, geboren en getogen in België, kan er maar niet over ophouden.
Je zou het je niet beklagen.
HOFFMAN: Dat geloof ik best. Ik heb altijd meer affiniteit gevoeld met Europese cultuur dan met Amerikaanse. Eigenlijk beschouw ik mezelf amper als een Amerikaan. Hoewel ik opgegroeid ben in Los Angeles ten tijde van de golden age van de Amerikaanse cinema, ging ik op zoek naar arthousebioscopen die Europese meesters als Truffaut, Fellini en Bergman draaiden. Dat kostte toen echt moeite. Het publiek voor dat soort cinema was piepklein in de Verenigde Staten. Je voelde je lid van een geheim clubje als je zo’n zaal binnenwandelde. De situatie is er trouwens niet op verbeterd. De films die het dezer dagen goed doen aan de box office, doen mij naar de kotszakjes grijpen. Maar goed, ik ga ophouden. Anders sta ik binnenkort bekend als landsverrader. (lacht)
In tegenstelling tot andere toneelbewerkingen is Quartet een ontzettend levendige film geworden. Hoe heb je dat klaargespeeld?
HOFFMAN: Simpel: door alle overbodige dialogen te schrappen. ‘Ik hou van jou’ zeggen, maar dan zonder woorden: dat was volgens de grote Buster Keaton de definitie van cinema. Hij had overschot van gelijk. Dialoog komt in onze kunstvorm op de tweede plaats. Dat maakt cinema zo nauw verwant met het echte leven. Ook in het dagdagelijkse bestaan primeert het visuele op het verbale. Iedereen kan beweren dat hij zich goed voelt. Of we hem ook echt geloven, hangt volledig van zijn lichaamstaal af.
Het valt ook op dat er altijd wel iets op de achtergrond gebeurt.
HOFFMAN: ‘Figurant’ is een term die me nooit heeft kunnen bekoren. Vandaar dat ik de castingverantwoordelijke vertelde dat ik de achtergrond op de voorgrond wilde plaatsen. Fellini deed dat decennia terug ook al. Zo kwamen we op het idee om voor de bijrollen geen acteurs maar echte gepensioneerde muzikanten in te huren. Dat was misschien wel de beste beslissing die ik als regisseur genomen heb. Al die mensen gaven meer dan het beste van zichzelf. Hun enthousiasme kende geen grenzen. Echt verwonderlijk is dat niet. Sommigen onder hen zaten al meer dan dertig jaar zonder werk. En dat terwijl ze nog niks aan talent ingeboet hebben. Onder hen bevond zich bijvoorbeeld een 83-jarige trompettist die de hele cast en crew tot tranen toe kon bewegen met zijn fenomenale spel.
Met films als The Best Exotic Marigold Hotel, Song for Marion en nu Quartet lijkt het alsof de studiobonzen eindelijk beseffen dat niet alleen bakvissen en comicfanaten bioscoopticketjes kopen.
HOFFMAN:About fucking time, no? Bejaarden worden steeds vaker in de vergeethoek geduwd. Ze dreigen in de taboesfeer te raken. En dat terwijl mensen geen houdbaarheidsdatum hebben! Oké, ze zijn misschien wat trager en ze hebben veel meer rimpels. Onderhuids blijven ze complexe wezens die barsten van de emoties. Geloof me: ik kan het weten. (lacht)
Nu je er zelf over begint: hoe ervaar je je derde – of misschien zelfs je vierde – jeugd?
HOFFMAN: Ik ben blij dat je net die term gebruikt. Ouder worden voelt inderdaad aan als een terugkeer naar je jeugdjaren. Als ik jonge kinderen bestudeer, krijg ik altijd de indruk dat ze onder invloed van marihuana zijn. De kleinste prikkels fascineren hen mateloos. Dat gevoel heb ik de laatste jaren opnieuw. Als ik hemel en aarde bekijk, ben ik keer op keer onder de indruk van Gods surrealistische schildertechnieken – straffe woorden van iemand die strikt atheïstisch opgevoed werd. Eigenlijk heb ik medelijden met al die zogenaamd volwassen lui die dat soort verwondering niet meer kunnen of willen voelen.
Tot slot: je noemde daarnet Straight Time als een van je carrièrehoogtepunten. Herbekijk je je films van tijd tot tijd?
HOFFMAN: Ben je gek!? Alleen mijn goede vriend Gene Hackman is op dat gebied nog radicaler. Hij heeft geen enkele film waarin hij meespeelt volledig gezien. Mij kost het ook veel moeite. Ofwel word ik overrompeld door vragen als ‘waar woonden we op dat moment?’ of ‘hoe oud waren de kinderen toen?’, ofwel herinner ik me hoe lastig een shoot was. Nee, doe mij maar het heden.
QUARTET
Vanaf 22/5 in de bioscoop
DOOR STEVEN TUFFIN
‘IK MOET ME DRINGEND EENS AAN DE FILMS VAN DE DARDENNES ZETTEN. MIJN SCHOONZOON, GEBOREN EN GETOGEN IN BELGIË, KAN ER MAAR NIET OVER OPHOUDEN.’
Dustin Hoffman: ‘BEJAARDEN DREIGEN IN DE TABOESFEER TE RAKEN. ZE ZIJN MISSCHIEN WAT TRAGER, MAAR ONDER DIE RIMPELS BLIJVEN ZE COMPLEXE WEZENS DIE BARSTEN VAN DE EMOTIES. GELOOF ME, IK KAN HET WETEN.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier