VRANCKX & DE NOMADEN LAS MUERTAS DE JUÁREZ

De Nomaden trokken naar de gevaarlijkste stad ter wereld.
Kristof Dalle Journalist

Jarenlang gold het Mexicaanse Ciudad Juárez als de gevaarlijkste stad ter wereld. Een weinig benijdenswaardige titel, die de grensstad vlak bij Texas met de vingers, machinegeweren en kwestieus poeder in de neus behaalde. Vooral tussen 2008 en 2012 laaide de oorlog tussen het Sinaloa- en het Juárezkartel hoog op: alleen al in 2010 stond het afvoerputje van Mexico garant voor 3622 moorden. Verstopt in die cijfers zit ook een hoog aantal vermiste en vermoorde jonge vrouwen. ‘Meer dan duizend op twintig jaar tijd’, zegt Lynn Cornelis, de Nomade van Rudi Vranckx die samen met Sofie Meelberghs de feminicidios in Juárez onder de loep nam. ‘Al zijn het er ongetwijfeld nog meer. De politie zet ze namelijk vaak weg als ‘drugsmoorden’. Dat scheelt onderzoek en papierwerk. De meisjes komen toch uit arme gezinnen of uit het zuiden van Mexico: niemand die ooit protesteert.’

Trokken jullie niet te laat naar Ciudad Juárez? Men spreekt er tegenwoordig van ‘een breekbare rust’.

LYNN CORNELIS: De karteloorlog begon in 2012 inderdaad te luwen. Maar dat is vooral windowdressing van de lokale overheid. Ciudad Juárez moet het hebben van Amerikaanse fabrieken die er goedkope werkkrachten zoeken, maar met drugsgeweld en vermiste vrouwen trek je natuurlijk geen industrie aan. Dus doen ze de brutale vrouwenmoorden tegenwoordig af als ‘een legende’, maar tegelijk hangt het in het centrum vol affiches met vermiste meisjes.

De moorden zouden weinig met drugs te maken hebben, maar alles met extreem machismo.

CORNELIS: In de jaren negentig was dat misschien zo. Toen werden hun lijken vaak al na een paar dagen gemarteld en verminkt teruggevonden. Om als voorbeeld te dienen. Ciudad Juárez was een vooruitstrevende stad, waar vooral de vrouwen werk kregen in de fabrieken. Dat morrelde aan het patriarchale systeem, en niet elke man kon dat verkroppen. Vandaag wordt een vrouw er eigenlijk nog steeds als een wegwerpartikel beschouwd, maar de situatie is toch anders. Nu vindt men pas jaren later hun resten terug, en vaak niet meer dan wat botjes.

Omdat het nu om slachtoffers van mensenhandelaars gaat?

CORNELIS: Klopt. Ze worden ontvoerd, misbruikt, uitgebuit, en wanneer ze van geen nut meer zijn, ook vermoord. De ziekte van Ciudad Juárez is de corruptie: de grens tussen misdaad en lokale politiek is er flinterdun, en dat werkt straffeloosheid in de hand. Bovendien regeert de angst de stad: zo’n meisje kan op klaarlichte dag van de straat worden geplukt, zonder dat íémand een kik geeft.

Hoe veilig was het voor jullie, twee jonge vrouwen met een camera?

CORNELIS: Sofie en ik gingen ons pas onveilig voelen toen de inwoners ons waarschuwden. ‘Neem altijd de wagen! En als je toch gaat wandelen, dan tegen het verkeer in, zodat ze je niet kunnen volgen.’ Geen idee of zij extreem paranoïde waren, of wij zeer naïef.

De statistieken neigen toch naar het tweede.

CORNELIS: Om veiligheidsredenen hebben we uiteindelijk ook niet alles gedaan wat we van plan waren. Zo zagen we bijvoorbeeld af van interviews met de politie, omdat vele agenten er corrupt zijn.

Hoe torst een stad zo’n permanent gevoel van onveiligheid?

CORNELIS: Met apathie. De emoties van de inwoners zijn afgestompt, want ze hebben allemaal wel een verhaal over een vermoorde nonkel, een verkrachte nicht of een gekidnapte ex. Zelfs de schoenenpoetser die ik willekeurig aansprak, bleek een moordenaar, kidnapper en bajesklant. Hij vertelde ons dat alsof het niks was. En dat is het daar au fond ook. Sterker nog, het is er zelfs cool: de narco’s – de drughandelaren – en de cultuur van geweld worden er verheerlijkt. Kinderen kijken naar hen op. En zo houdt het systeem zichzelf dus in stand.

Zaterdag 24/10, 20.10, Canvas.

KRISTOF DALLE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content