Na bijna 30 jaar komt cultfenomeen ‘The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy’ eindelijk in de bioscoop. Als u er nog nooit van gehoord heeft, geen paniek: hier is alles wat u moet weten over ‘h2g2’.

‘THE HITCHHIKER’S GUIDE TO THE GALAXY’

NU IN DE BIOSCOOP

HET BOEK

Of beter gezegd: de radioshow, want The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy was oorspronkelijk een serie op BBC Radio 4. De show, geschreven door Douglas Adams, kwam eind jaren zeventig voor het eerst in de ether en werd meteen een succes. De reeks vormde de basis voor twee boeken, The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy en The Restaurant at the End of the Universe, die op hun beurt begin jaren tachtig verfilmd werden voor tv. Later schreef Adams nog drie sequels – Life, The Universe and Everything, So Long and Thanks for all the Fish en Mostly Harmless. De hele saga werd uiteindelijk verzameld in – zoals Adams het met de voor hem kenmerkende droge humor noemde – ‘een trilogie in vijf delen’.

Hoofdpersonage is Arthur Dent, die op een ochtend wakker wordt en ziet hoe bulldozers zijn huis proberen af te breken om plaats te maken voor een afrit van een snelweg. Terwijl hij in kamerjas en pyjama de bouwvakkers tot inkeer probeert te brengen, komt er een ruimteschip van de Vogons naar de aarde. De aliens zijn bezig met de aanleg van een intergalactische snelweg en er moet een afrit komen op de plaats van onze planeet. Resultaat: vaarwel aarde. Arthur kan als enige bewoner ontsnappen, dankzij zijn vriend Ford Prefect. Ford is eigenlijk een buitenaards wezen dat op aarde is om onderzoek te doen voor The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, een soort Lonely Planet (motto: ‘Don’t Panic!’) waarin de planeten van het heelal worden beschreven (het hoofdstuk over de aarde beperkt zich overigens tot ‘onschadelijk’, later uitgebreid tot ‘grotendeels onschadelijk’). Hij had de ramp zien aankomen en neemt Arthur mee op reis in de ruimte. Het duo krijgt een lift van de president van het heelal Zaphod Beeblebrox en zijn reisgenoten Trillian en de chronisch depressieve robot Marvin the Paranoid Android (jawel: Thom Yorke is een fan), en samen gaan ze op zoek naar de Zin van het Leven, het Universum en Alles – en in het geval van Arthur een goede kop thee.

The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy is geen modale sciencefictionroman, maar eerder een aaneenschakeling van absurditeiten en vreemde wendingen in de lijn van Monty Python of, om bij de literatuur te blijven, van Laurence Sterne’s Tristam Shandy. ‘Er zat een pointe in dit hele verhaal,’ zo schrijft Douglas Adams op een bepaald moment, ‘maar die is tijdelijk uit de gedachten van de schrijver verdwenen’, en beter kun je het boek niet samenvatten. Ondanks de losse structuur is The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy echter een plezier om te lezen, dankzij Adams’ onnavolgbare gevoel voor humor. Bladzijde na bladzijde krijg je droge oneliners (Marvin over zijn lange carrière als robot: ‘De eerste tien miljoen jaar waren het ergst, en de volgende tien miljoen waren ook het ergst. De derde tien miljoen vond ik helemaal niet leuk. En nadien ging het een beetje bergaf’), bizarre observaties (‘Niets is sneller dan de snelheid van het licht, met uitzondering van slecht nieuws, dat zijn eigen speciale wetten heeft’) en woordspelletjes (zoals het onvertaalbare ‘For a moment, nothing happened. Then, after a second or so, nothing continued to happen’). Maar het boek is meer dan een absurde komedie in de ruimte, het is ook ongelooflijk rijk aan ideeën en inzichten. Over alledaagse dingen zoals luchthavens (‘Het is geen toeval dat in geen enkele taal de uitdrukking ‘Zo mooi als een luchthaven’ bestaat), maar ook over intelligentie (‘De mens heeft altijd aangenomen dat hij veel intelligenter is dan dolfijnen omdat hij zoveel heeft bereikt – het wiel, New York, oorlogen… – terwijl dolfijnen in het water lagen te ploeteren. Maar omgekeerd hebben dolfijnen altijd geloofd dat ze veel intelligenter zijn dan de mens, om precies dezelfde redenen’) en andere filosofische problemen. Wat vindt u bijvoorbeeld van deze? ‘Er is een theorie die stelt dat als iemand er ooit achter komt wat het Universum is en waarom het er is, het meteen zal verdwijnen en vervangen worden door iets wat nog complexer is. Er is een andere theorie die stelt dat dit al gebeurd is.’

Ondertussen zijn er al ruim 15 miljoen exemplaren verkocht. Overigens, toen het boek in de VS uitkwam, was de uitgever niet gelukkig met het veelvuldige gebruik van ‘fuck’: in plaats van te schrappen verving Adams het woord dan maar door ‘belgium’. In de huidige Amerikaanse versie is dat gelukkig veranderd.

DE SCHRIJVER

Douglas Noël Adams (DNA voor de fans) werd in 1952 geboren in Cambridge. Na een hele reeks jobs, waaronder bodyguard spelen voor een Arabische koninklijke familie (een werkje dat hij later omschreef als ‘aan de deur staan, af en toe buigen en hard gaan lopen als er iemand aankwam met een handgranaat’) kon hij aan de slag als schrijver voor radio- en tv-shows. Eind de jaren zeventig begon hij dan aan The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. Het concept was enkele jaren eerder tot hem gekomen toen hij door Europa trok met een exemplaar van The Hitchhiker’s Guide to Europe in zijn rugzak en in een weide in het Oostenrijkse Innsbruck stomdronken naar de sterren lag te kijken. Naast The Hitchhiker’s-boeken schreef Adams onder meer ook nog een sketch voor Monty Python’s Flying Circus, een paar afleveringen van de tv-serie Doctor Who, een woordenboek met nieuwe woorden ( The Meaning of Liff) en Last Chance to See, een verslag over een wereldwijde zoektocht naar bedreigde diersoorten. Hoewel zijn oeuvre uitgebreid is, had Adams toch veel af te rekenen met writer’s block. ‘Ik hou van deadlines’, zei hij ooit. ‘Vooral van het whoosh-geluid dat ze maken als ze voorbijzoeven.’ Ooit moest hij drie weken lang met zijn redacteur in een hotelsuite worden opgesloten om So Long, and Thanks For All the Fish af te werken.

Zoals uit zijn werk blijkt, is Adams altijd gepassioneerd bezig geweest met technologie en wetenschap. Tegen het einde van zijn leven overwoog hij zelfs om een opleiding te volgen aan de universiteit, maar de befaamde bioloog Richard Dawkins, vriend en fan, raadde hem dat af ‘omdat hij toch niets meer bij zou leren.’ Ook computers interesseerden hem mateloos: Adams was de eerste Brit die een Apple Macintosh bezat (‘Apple heeft maar tien procent van de markt in handen’, aldus Adams. ‘Maar het is duidelijk wel de toptien.’) en zag als een van de eersten het potentieel van het internet. In 1999 al stichtte hij het h2g2-project (naar de afkorting van The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy), een encyclopedische website waarop iedere gebruiker items kon aanbrengen – een voorloper van Wikipedia dus. Aan de andere kant kon Adams met zijn scherpe blik het succes van internet ook perfect relativeren: ‘Je vindt er razendsnel het antwoord dat je zocht, wat je ongelooflijk veel tijd bespaart. Tijd die je weer verliest door daarna een hoop nutteloze dingen op te zoeken.’

Op 11 mei 2001 stierf Douglas Adams onverwacht na een hartaanval. Hij was nauwelijks 49. Zijn laatste project was The Hitchhiker’s Guide to the Future, een radioprogramma voor BBC waarin Adams met experts praatte over onder meer de toekomst van de muziek en televisie. Op 16 mei werd hij in Santa Barbara gecremeerd, samen met zijn handdoek. Negen dagen later, op 25 mei, vond voor het eerst Towel Day plaats, een jaarlijkse herdenking van de schrijver. De naam is een verwijzing naar The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, die de handdoek omschrijft als ‘het meest nuttige ding dat een intergalactische lifter bij zich kan hebben.’ Waarom, dat moet u zelf maar lezen.

DE FILM

De weg om The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy op het witte doek te krijgen was lang. Adams verkocht al in 1983 zijn idee aan Columbia maar daarna begon een periode die de auteur later zou omschrijven als een ’twintig jaar durende constipatie’. Hij schreef samen met Ivan Reitman ( Ghostbusters) een scenario, maar het project schoot niet op en toen films als Spaceballs van Mel Brooks genadeloos flopten, zag Hollywood geen brood meer in de combinatie van sciencefiction en humor. Adams kocht de rechten dan maar terug.

In 1998 kocht Disney de rechten op het boek en Adams trok opnieuw naar Californië, deze keer om met Jay Roach ( Austin Powers) samen te werken. Maar ook nu liep alles vast, door problemen met het budget, en toen Adams stierf, was hij nog altijd druk bezig met een scenario. Het was pas in september 2003 dat het project definitief op de sporen kwam, toen een Britse filmmaatschappij er zich aan zette. Martin Freeman (Tim uit The Office) mocht in de pyjama van Arthur Dent kruipen, terwijl rapper Mos Def Ford Prefect speelt en Sam Rockwell Zaphod Beeblebrox. De film blijft tamelijk trouw aan het boek: er zijn een aantal wijzigingen doorgevoerd – zoals het nieuwe personage Humma Kavula (John Malkovich) – en een paar memorabele stukken zijn weggevallen, maar aangezien Adams het scenario grotendeels zelf nog heeft gepend, kunnen puristen niet meteen klagen. Daarbij, zoals de auteur zelf zei voor zijn dood: ‘Een film maken is alsof je een steak zou proberen te bakken door aan een rij mensen te vragen er elk om beurt op te ademen.’

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content