Fons Rademakers maakte al films in een tijd dat Nederland amper een filmcultuur had, legde de basis voor latere generaties en was de eerste Nederlander die een Oscar won. Nu is zijn volledige oeuvre uit op dvd, opnieuw een primeur voor een Nederlands regisseur. Gesprek met een ware pionier.

Fons rademakers Zijn complete oeuvre (11 dvd’s + 12e bonusdvd met de documentaire ‘Fons Rademakers, een filmportret’ van Harry Hosman) Uit bij A-film.

Rademakers, Rademakers… Bent u toevallig familie van Fons Rademakers?’ Zelfs in een Belgische tandartsstoel in Noord-Italië doet zijn naam bellen rinkelen. De geëmigreerde kiezentrekker was verrukt te horen dat de opengesperde mond onder zijn vingers toebehoorde aan de regisseur zelf. De man bleek een groot fan: Mira was voor hem het toppunt, die had hij wel vijf keer gezien. En zo heeft iedereen wel een favoriet. Zestigers praten vol nostalgie over Het Mes, vijftigers en veertigers zullen lyrisch vertellen hoe goed Max Havelaar het onverfilmbaar geachte boek van Multatuli benadert. En dertigers herinneren zich trots hoe De Aanslag de allereerste Nederlandse film was die een oscar kreeg.

Het oeuvre van Fons Rademakers is met elf films niet uitzonderlijk groot, maar het beslaat wel meer dan dertig jaar. In die drie decennia heeft de cineast als geen ander zijn stempel gedrukt op de nationale filmcultuur. Hij is dan ook de eerste Nederlandse filmmaker wiens complete werk opnieuw wordt uitgegeven op dvd. De kloeke doos is een monument voor een pionier. Want toen Rademakers in 1958 het toneel inruilde voor de camera had het Nederlandse taalgebied hoegenaamd geen filmtraditie. Flauwe kluchten, houterig drama van amateurs en vooral veel documentaires, verder ging het niet.

Van grote thema’s heeft Rademakers nooit gehouden. Hij is meer verteller dan filmauteur. Toch werd hij vanaf het begin erkend als een der filmgroten. Toen Het Mes in 1962 in de grote Londense bioscoop in Regent Street draaide, hing daar in de hal een plakkaat waarop stond: ‘We ontdekten Tati dankzij Mon oncle, Visconti dankzij Senso, Fellini dankzij La dolce vita en Fons Rademakers dankzij The Knife.’ Niet dat zijn reputatie Rademakers behoedde voor tegenslag. Hij zag tientallen projecten mislukken, vaak na jarenlang getouwtrek met financiers en producenten. Zoals de verfilming van Claus’ Omtrent Deedee, die stukliep op het onvermogen een corpulente actrice te vinden voor de rol van huishoudster van de pastoor. Of het sprookje Grote Claus en Kleine Claus van Hans Christiaan Andersen, waarvoor Rademakers Beatles-drummer Ringo Starr tegenover John Wayne wilde zetten, maar dat werd afgeblazen door Waynes zoon die een verliezerrol niet vond passen bij het heldenimago van zijn pistooltrekkende vader.

Maar Rademakers’ geluk zet alle tegenvallers in de schaduw. Hij is een zondagskind. Geboren in een gegoed Rosendaals milieu, op miraculeuze wijze aan de Duitsers ontsnapt tijdens de Tweede Wereldoorlog en altijd op voet van gelijkheid pratend met de kopstukken uit bedrijfsleven en culturele elite. De so- ciaal hoogbegaafde Rademakers rekruteerde zijn cameralui, scenaristen en acteurs altijd uit de crème de la crème. En met zijn vlotte babbel kreeg hij altijd gedaan wat hij wilde. Op 83-jarige leeftijd is de filmmaker nog steeds een charmeur boordevol anekdotes. Met flair vertelt hij over zijn films.

Dorp aan de Rivier (1958)

Hollandser kon Rademakers’ debuut haast niet zijn, al werd het scenario toen al geschreven door Hugo Claus, naar een roman van Antoon Coolen. Een plattelandsdokter probeert zich aan de verstikkende dorpsmoraal te ontworstelen in een besneeuwd polderlandschap. Ingmar Bergman leende Rademakers zijn editor Oscar Rosander. De film werd een succes, mede door de Bergman- siaanse inslag – gegroefde koppen in een subtiel spel van licht, donker en schaduw. Maar vooral de sterke acteursregie viel op en de film werd prompt genomineerd voor een oscar. ‘Nederland was in die tijd een documentaireland. Toen ik de film ging maken, was de reactie: wat moet die man van het toneel nou met film? Een idiote opmerking. Ik ben ooit naar het theater gegaan omdat ik eigenlijk films wilde maken. Want wat is film eigenlijk? Dat is een dramatisch verhaal vertellen met acteurs, voor een camera. Dan is het toch nuttig om te weten hoe een acteur functioneert, om het zelf een beetje te worden.’

Makkers Staakt Uw Wild Geraas (1960)

In een inmiddels klassieke scène loopt de burgerlijke mevrouw Keizer al pompompom-neuriënd van platenzaak naar platenzaak terwijl ze zich probeert te herinneren welke LP haar zoon ook alweer voor Sinterklaas wilde. De drie Amsterdamse gezinnen in de film vormen een spiegel van de tijd. Ze gaan vreemd, zuipen zich lam, hebben ongehoorzame kinderen en scheiden. ‘Het was een jarenzestigfilm voordat de jaren zestig goed en wel losbarstten. In de scène bij het poffertjeskraam heb ik Provo-jongens ingezet. Ze waren een beetje zoals die jongen die toentertijd een gaatje in zijn voorhoofd boorde om verlicht te raken. Er waren veel van dat soort dingen te zien in de film, ook plaatsen in Amsterdam die er nu niet meer zijn, die echt de tijdsgeest vatten. De film schetst ook het begin van het generatieconflict. Voordien was pa een wijs man, nadien was hij gewoon een lul.’

Het Mes (1961)

Met het mes uit de titel bedreigt hoofdpersoon Thomas zijn moeder en dwingt hij zijn vriendinnetje tot seks. Dit coming-of-age-drama van een Limburgse puber, naar een novelle van Claus, werd zo schokkend en expliciet gevonden dat de Filmkeuring voor de allereerste keer het etiket ’18 jaar of ouder’ op de filmposter plakte. En die regel werd ook strikt toegepast op de minderjarige hoofdrolspelers. ‘Bij de première moesten ze buiten blijven, konden ze naar de foto’s in de foyer kijken. Belachelijk! Terwijl het een serieuze film is over het ontluiken van erotiek. Dat mes staat voor de penis. En kinderen mogen dat dan niet zien. Ongeveer in die tijd kwam ook Dr Strangelove uit. Die werd in Nederland door de censuur verboden. De distributeur heeft mij toen nog gevraagd of ik geen pleidooi voor de commissie wilde houden. Ik heb ze uitgelegd hoe Stanley Kubrick alles tot absurde proporties had uitvergroot. En toen zagen ze in dat ze hem eigenlijk niet konden verbieden. Het is toch zot!’

Als Twee Druppels Water (1963)

De verfilming van Willem Frederik Hermans’ roman De Donkere kamer van Damocles werd mogelijk gemaakt dankzij financiële hulp van bierbrouwer Freddy Heineken. Die had echter bedongen dat hij, nadat de film in de bioscoop had gelopen, voor iedere volgende vertoning persoonlijk toestemming moest geven. En hij was daar niet scheutig mee. In 1983 mocht de film van hem zelfs niet op tv komen. Officieel omdat hij wilde vermijden dat er videokopieën zouden worden gemaakt. Maar waarschijnlijker is dat hij niet meer herinnerd wilde worden aan zijn maî- tresse Nan Los, die in de film de rol van Marianne vertolkt. ‘Dat gedoe met die televisie-uitzending heeft onze vriendschap opgeblazen. Tot die tijd waren Heineken en ik vrienden maar daarna heb ik hem nooit meer gesproken. Maar ik ben blij dat Als Twee Druppels Water nu weer te zien is. Samen met Max Havelaar is het mijn favoriete film. Dat komt voor een groot deel door het werk van Raoul Coutard, de cameraman. Hij wist praktische problemen mooi op te lossen. In de scènes waarin Ducker met zijn tegenbeeld Dorbeck speelde, plakte hij de helft van de lens af. Na afloop van de scène draaiden we dan de film terug, zette ik de acteur aan de andere kant, plakten we de andere helft van de lens af en maakten we de scène af. Dat is nog wat anders dan de computermanipulatie van tegenwoordig!’

De Dans van de Reiger (1966)

Als toneelstuk van Hugo Claus met de titel De Stille Kracht was dit modernistisch werk een stille dood gestorven in het theater. Dat weerhield Rademakers er niet van om het verhaal over een vrouw die haar afstandelijke echtgenoot jaloers wil maken door het met een ander aan te leggen, toch te verfilmen. Eigenlijk wilde hij weer Coutard achter de camera hebben, maar die had inmiddels een contract bij Godard. Het alternatief was Sacha Vierny, die kort daarna Belle de Jour van Buñuel vastlegde. ‘Eigenlijk had ik die film in kleur willen maken, maar dat was honderdduizend gulden duurder dan zwart-wit, het tegenovergestelde van hoe het nu is. Ik vond de fotografie van Vierny in l’Annee dernière à Marienbad erg mooi. Dat is niet het soort film waar ik van hou, maar het camerawerk was schitterend. En Vierny was nogal streng. We filmden op locatie in Joegoslavië en hij vond het licht te hard. Hij zei: “Tussen twaalf en drie kunnen we niet filmen. ” Dat weigerde hij gewoon. Achteraf gezien had hij gelijk. Met die hoeveelheid zon kon hij niet de mooie tinten krijgen die hij wilde hebben. En eigenlijk was het heel gezellig, want daardoor konden we altijd heel uitvoerig lunchen.’

Mira (1971)

Problemen met een geldverslindende nasynchronisatie en een slecht geplande release zorgden ervoor dat De Dans van de Reiger flopte. Rademakers trok zich vijf jaar lang terug in het theater. Pas toen hij het aanbod kreeg om voor de honderdste geboortedag van Stijn Streuvels diens roman De Teleurgang van De Waterhoek te verfilmen, waagde hij het er weer op. Mira zorgde voor de doorbraak van Willeke van Ammelrooij, die de hoofdrol op zich nam als vrijgevochten meisje in een gemeenschap die zich verzet tegen de moderne tijd. ‘Na De Dans van de Reiger was ik bang weer een flop te maken. Toen vroeg Hugo Claus me om in zijn toneelstuk Vrijdag te spelen. “Nou”, zei ik, “alleen als jij het regisseert. ” De producenten vonden het goed dus zo ging het. En toen ik het aanbod van de BRT kreeg om een Stijn Streuvels-verfilming te maken was mijn voorwaarde dat Hugo het scenario zou schrijven. Hij koos dat boek. Maar ik heb later bedacht dat De Teleurgang van De Waterhoek niet echt een lekkere filmtitel was. Mira moest het worden. Het meisje dat de mannen het hoofd op hol brengt, de vrijbuitster.’

Because of the Cats (1973)

Freddy Heineken, die om financiering werd gevraagd, vond dit script naar een thriller van Nicolas Freeling maar niks. ‘Ik vind het toch wel een erg vervelend en vrij burgerlijk pokkeverhaal en geloof niet dat de verfilming hiervan een Rademakers behoeft’, luidde zijn oordeel. Orson Welles zag wel wat in het verhaal over losgeslagen rijkeluiszoontjes die onder leiding van een Charles Manson-achtige leider overgaan tot groepsverkrachting en zelfs moord. Maar het contact met Welles verliep moeizaam en hij kwam uiteindelijk niet in de film terecht. ‘Ik kon op de hele wereld geen gulden krijgen voor Orson Welles. Dat is zijn tragedie. De man is wereldberoemd maar zijn films zijn nooit uit de kosten gekomen. In de financiële wereld durfde niemand iets met hem te maken. Hij was box office poison. Daarna hebben we het nog een jaar samen geprobeerd. Maar ondanks kostbare vergaderingen met Orson in Rome en Boedapest werd het niks. Ik ben me toen gaan bezighouden met andere projecten, een film in Indonesië die ook al niet doorging. Mijn vrouw, Lili, herinnerde me daarna weer aan Because of the Cats. Maar dat vond ik zo’n opgewarmde gehaktbal. Toch heb ik hem gemaakt, met Engelstalige acteurs. En het was een succes. Cinerama kocht hem voor veel meer dan de film had gekost. Dat is pas business.’

Max Havelaar (1976)

Uitgever Geert van Oorschot vond dat Rademakers ‘met zijn fikken van De Havelaar af moest blijven’. Maar Rademakers kon het niet laten en verfilmde Multatuli’s wereldberoemde boek uit 1859. En het leverde hem een hoop ellende op. Voordat de film kon beginnen aan een zegetocht langs het internationale bioscoopcircuit, moest de regisseur het hoofd bieden aan Indonesiërs die geen Nederlandse vlag op de set duldden, een onbetrouwbare coproducent en gestolen geluidsbanden. ‘ Max Havelaar is het enige boek in de Europese literatuur waarin kritiek wordt geleverd op het koloniale bewind. De Fransen, de Britten, de Belgen, niemand heeft zo’n boek. Maar de Indonesische prinsen komen er ook niet goed vanaf. De eerste die de film zag, was de broer van de sultan van Jokya. Na de film zei hij niks. En toen ik hem vroeg wat hij er van vond, zei hij: “Ik denk dat deze film een hoop problemen gaat opleveren. ” En hij had het goed gezien. Tot 1982 is de film verboden geweest in Indonesië. Ik achtte het ook verstandiger om een tijdje niet meer naar Indonesië te gaan.’

Mijn Vriend, of Het Verborgen Leven van Jules Depraeter (1979)

Oorspronkelijk moest dit een psychologische schets worden van een rechter die zijn vrouw vermoordt en een oude vrouw berooft. Rademakers en scenarist Soetemans werden op dit spoor gezet door de controversiële Gentse zaak Jespers, die in 1978 het land op zijn kop zette. Na een bezoek aan het proces besloot het duo het eerste script te lozen en een film te maken over de leugenachtige crimineel Jules Depraeter, die in zijn val commissarissen, bankdirecteurs, advocaten en een onderzoeksrechter meesleurde. ‘We hadden de première van Max Havelaar in Gent. Maar geen van de journalisten wilde over de film praten. Iedereen had het over die rechtszaak. Ze spraken erover als over een sneeuwbal die in Gent begon en “wees niet verwonderd als over drie weken de president van de Verenigde Staten gearresteerd wordt en de paus. ” Ik dacht: dit is ongelooflijk, ik moet naar dat proces. Zeven weken heb ik daar gezeten. En we hebben een film gemaakt over hoe wij dachten dat alles in elkaar stak. Tuschinsky bracht hem uit met veertig kopieën, er was een première met oesters en champagne. En wat gebeurt er? Niemand kwam. De mensen moeten gedacht hebben: oh, dat hebben we al in de kranten gelezen. Het was mijn grootste catastrofe. Ik heb daarna jaren geen film meer durven maken.’

De Aanslag (1982)

De kroon op Rademakers’ oeuvre, de film waarvoor hij als eerste Nederlander ooit een Golden Globe ontving. Een paar weken later volgde ook nog een oscar. De film, over een man die na de oorlog de zoon ontmoet van de NSB’er die in 1945 in zijn voortuin wordt vermoord, is tevens het debuut van Marc van Uchelen. De toen 13-jarige vertolker van Anton Steenwijk, werd later het acterend alter ego van Eddy Terstall en maakt nu zelf films. ‘Marc was een jongetje dat je echt kon regisseren, een acteurtje in de dop. Ik heb niet meer precies gevolgd wat hij allemaal na De Aanslag heeft gedaan maar het verbaast me niks dat hij nu bekend is. Zo’n oscar scheelt misschien. Voor Harry Mulisch maakte het allemaal geen verschil. Die man is zo trots. Ook tijdens de opnames heeft hij zich nergens mee bemoeid. “Het is mijn boek en zijn film”, zei hij. “En zonder boek geen film. ” Dat was Harry.’

The Rosegarden (1990)

Na het succes van De Aanslag lag Hollywood open voor de inmiddels bejaarde Rademakers. Maar hij bleef kritisch. Het scenario voor Traffic, dat later door Steven Soderbergh werd verfilmd, wees hij af. Hij joeg projecten na die onhaalbaar bleken. Op het moment dat de regisseur aan post-oscar-inertia leek te bezwijken, dook The Rosegarden op. Liv Ullmann speelt de hoofdrol in dit drama over twintig kinderen die op het eind van de oorlog worden opgehangen ter ere van Hitlers verjaardag. ‘In die acht jaar na De Aanslag had ik wel tien films kunnen maken, zoveel aanbiedingen kreeg ik. Maar ik wilde het alleen doen als het goed was. Ik wilde graag An Instant in the Wind van André Brink verfilmen. Had ook al contact met Denzel Washington en Sissy Spacek. Maar niet één Amerikaanse actrice wilde op het scherm neuken met een neger want dat zou haar haar carrière kosten. Het plan om Whites te verfilmen, een bundel verhalen over het Peace Corps in Afrika, werd van tafel geveegd toen het O.J. Simp- son-proces begon. Toen dacht ik: krijg maar de zenuwen. TheRosegarden lag toen al een tijdje op mijn tafel, maar ik had alleen de laatste pagina gelezen en dacht: oh, weer oorlog, dat heb ik genoeg gedaan. Maar Lili las het en vond dat ik niet kon weigeren.’

Door Edo Dijksterhuis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content