20.45 – Een

‘Honderd jaar Urbanus’ is een tikje overdreven, maar toegegeven: het lijkt alsof Urbanus er altijd is geweest. Onze bekendste komiek mag zichzelf dan beschouwen als een mislukte zanger wiens bindteksten steeds langer werden, uit de gastenlijst van Urbanus Vobiscum – lees: Bart Peeters, De Nieuwe Snaar, Jan Dewilde en anderen – blijkt dat de lolbroek uit Tollembeek fans heeft in heel zingend Vlaanderen. Ook Frank Vander linden en De Mens tekenen present, met een stevig rockend Gigippeke.

Hebben jullie een speciale band met ‘Gigippeke van Meulebeik en haar vareus’?

Frank Vander linden: Ik denk dat Jean Blaute het wel grappig vond om ons na vijftien jaar Nederlandstalige muziek eens in het dialect te laten zingen. Voor de gelegenheid heb ik vanuit mijn Vlaams-Brabantse roots mijn beste Zaventems bovengehaald. En het is gewoon een goed liedje. Typisch Urbanus ook: verraderlijk simpel, maar zeer meezingbaar.

Was jij een van de vele kinderen die hij aan het gieren bracht?

Vander linden: Ik kan niet zoals sommigen van mijn vrienden twintig liedjes uit het hoofd opnoemen, maar ik heb hem wel altijd gevolgd. Als kind herkende ik die droge, soms sarcastische humor van onze streek. Ik kon me vinden in die hele underdoghouding. Urbanus komt met heel veel weg, net omdat hij zich nooit als de grote playboy voordoet.

Heeft hij zo ook De Mens beïnvloed?

Vander linden: Met De Mens hebben we ons altijd meer aan Amerikaanse of Britse groepen gespiegeld. Ik zing in het Nederlands omdat mij dat nu eenmaal logisch lijkt als het over gevoelens en gebeurtenissen gaat die je in het Nederlands hebt beleefd. Ik vind het moeilijk om over invloed of belang te spreken. Het prettige aan muziek is net dat niets moet, al kan je bij het luisteren naar Urbanus Vobiscum enkel besluiten dat hij als songschrijver stevig onderschat wordt.

Vind je het daarom belangrijk om mee te werken aan ‘Urbanus Vobiscum’?

Vander linden: Even voor de duidelijkheid: Urbanus is géén goed doel waarvoor wij een benefiet organiseren, hé. Voor het optreden worden wij netjes betaald, al zouden we het misschien wel gratis gedaan hebben. Ik vind het mooi dat alles wat hij ooit heeft gemaakt nu samenkomt. Urbanus heeft zijn waarde bewezen, hij hoeft dus niets meer. Zoals de Fransen het zo mooi zeggen: Il a déjà donné.

(B.D.C.)