UNEASY RIDER

NOWHERE. Als je alle lagen wegpelt, blijft er tederheid over.

‘The Teenage Apocalypse Trilogy’, zo noemde Gregg Araki de drie extravagante films die hij in de jaren negentig draaide. Twee daarvan komen nu opnieuw uit op dvd.

Als de jaren negentig hun versie van Easy Rider hebben gekend, dan was het Gregg Araki’s drieluik Totally Fucked Up (1993), The Doom Generation (1995) en Nowhere (1997). Daarin werpt de regisseur namelijk net als Dennis Hopper in zijn algemeen aanvaarde cultklassieker een blik in de geest van een jonge generatie Amerikanen op zoek naar zichzelf en naar een reden om te leven in een wereld waar ze zich niet thuis voelen. In beide gevallen spelen drugs en seks daarbij een grote rol.

De vergelijking houdt zelfs nog meer steek als je de personages in aanmerking neemt. De personages die Araki’s favoriete acteur James Duval speelt in The Doom Generation en Nowhere (de twee titels die Lumière nu opnieuw uitbrengt) zijn even romantische zielen als Peter Fonda in Easy Rider, hunkerend naar een eenvoudig bestaan waar iedereen het met elkaar kan vinden. En telkens botsen die dromen snoeihard met de realiteit. Het verschil is dat in Araki’s films de vrije liefde, het grote ideaal van de hippiegeneratie, al even problematisch blijkt als al de rest. ‘Mensen zijn gebouwd voor seks en liefde, en we moeten daarvan zo veel mogelijk uitdelen voor we oud en lelijk zijn en niemand ons nog wil aanraken’, zegt Mel (Rachel True) in Nowhere. Het klinkt als een aantrekkelijk manifest, maar het zet haar relatie met Duvals personage wel zwaar onder druk.

Araki tast in de Teenage Apocalypse Trilogy voortdurend de grenzen van de moraliteit af, een opvallende vaststelling voor films die op het eerste gezicht compleet amoreel lijken. De uitvergrote karakters, het hippe cynisme (‘Life is lonely, boring and dumb’), de creatieve schuttingtaal, de complexloze omniseksuele uitspattingen, het schaamteloze drugsplezier, de hondsbrutale uitbarstingen van geweld, de onwerkelijke belichting, de aardedonkere humor (‘Shoplifters Will Be Executed’) en de surrealistische toetsen (het kafkaiaanse einde van Nowhere), als je al die lagen wegpelt, ontdek je een tederheid die je nooit had verwacht. In Araki’s universum is plaats voor al die tegenstrijdige emoties en verwarrende gedachten naast elkaar. Voor uitgekiende plotlijnen moet je hier trouwens niet zijn. Araki presteert het in The Doom Generation bijvoorbeeld om een team van FBI-agenten op te voeren dat de jacht op de hoofdpersonages moet inzetten en daar vervolgens niets meer mee aan te vangen. Maar dat maakt ook niets uit. The Doom Generation en Nowhere zijn twee versies van dezelfde droom, de ene een gitzwarte nachtmerrie in de vorm van een roadmovie, de andere een snoepkleurige fantasie met een donker randje en de allure van een soapaflevering. Reken maar dat Sofia Coppola en Harmony Korine hier goed naar gekeken hebben.

THE DOOM GENERATION ****

NOWHERE ****

Gregg Araki

VS, 1995 / 1997

Lumière / dvd

RUBEN NOLLET

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content