Lucas Belvaux,met Ornella Muti, François Morel, Dominique Blanc, Gilbert Melki, Catherine Frot, Lucas Belvaux. ( Un couple épatant en Cavale vanaf deze week in de bioscoop; Après la vie vanaf 22 januari)

Een trilogie, dat betekent drie films voor de prijs van… drie films. Pure overmoed dus voor een weinig bekend cineast om zelfs maar aan zulke onderneming te denken. Lucas Belvaux deed het toch, hoewel hij als regisseur een bescheiden staat van dienst heeft. Als acteur draait hij al langer mee (onder meer in films van Losey, Chabrol en Rivette), maar zijn langspeeldebuut van 1992 ( Parfois trop d’amour) hebben maar weinigen gezien. Nadien kwam de overspelkomedie Pour Rire! (1996) met Jean-Pierre Léaud en Ornella Muti, die weliswaar de speelsheid en het observatietalent van de cineast reveleerde, maar niet van die aard was dat de naam Belvaux in het arduin werd gebeiteld.

Kennelijk is deze drievoudige productie er dus gekomen louter op basis van een halve reputatie, een wervend idee en een aantrekkelijk script. Achteraf lijkt het bijna evident, want Belvaux’ trilogie is een boeiend project geworden. Het staat stijf van de durf en de ambitie en tegelijk is de maker erin geslaagd het geheel in zijn greep te houden, meer nog, er een stempel op te drukken.

Uitgangspunt van het project is één centrale gebeurtenis, afgebakend in tijd en ruimte: de extreem-linkse terrorist Bruno Le Roux – vertolkt door Belvaux zelf – ontsnapt uit de gevangenis en vlucht naar Grenoble, waar hij een paar oude bekenden opzoekt en enkele rekeningen vereffent. Hij schopt er serieus keet: het gerechtshof wordt opgeblazen en er volgen een paar harde confrontaties met de plaatselijke maffia en met de politie. In Cavale leren we de stad en een aantal van haar inwoners – met elkaar verbonden via de echtgenotes die op dezelfde school werken – vanuit deze invalshoek kennen. Le Roux komt bijvoorbeeld in contact met de aan morfine verslaafde lerares Agnès Manise, toevallig ook echtgenote van de politieman die de jacht op de terrorist leidt. In het laatste deel van de trilogie, Après la vie, wordt ongeveer hetzelfde verhaal verteld, maar dan vanuit het perspectief van politieman Pascal Manise. Door het andere perspectief verschijnen andere personages op de voor- en achtergrond en krijgt de inzet van het schaakspel een heel andere lading.

Un couple épatant is het buitenbeentje in de trilogie. De terrorismezaak verdwijnt hier bijna uit het zicht. Belvaux noemt dit deel zijn komedie. Van toon staat de film vrij dicht bij Pour Rire. Ook hier draait alles om een ingewikkeld spel van misleiding en misverstand en gaat de hoofdrol naar Ornella Muti. Cavale heet een thriller en Après la vie een melodrama. Beide films zijn veel somberder van toon. Ze zijn ook beter geslaagd dan Un couple épatant dat ei zo na verdrinkt in zijn frivole complexiteit. De trilogie komt vooral op temperatuur als Belvaux de morele en filosofische draagwijdte van de vertelling op zijn kracht neemt. Op die momenten overstijgt de intrige de anekdotiek en krijgen we van Belvaux enkele staaltjes aangrijpende existentiële cinema die soms aan de wereld van Kieslowski doet denken.

Wat het concept van deze trilogie boeiend maakt, is dat het grote geheel wel degelijk zijn invloed laat gelden op de perceptie van de onderdelen. In Un couple épatant en Cavale is Agnès Manise (Dominique Blanc) een veeleer schimmig personage, in Après la vie gaat de toeschouwer zich in veel grotere mate met haar identificeren.

Op het vlak van stijl en vorm brengt Belvaux’ trilogie weinig verrassends. De drie films zijn opgenomen in een camerastijl die zich ondergeschikt opstelt tegenover handeling en acteerspel. Maar dat hoort bij het concept van dit project. En alleen al het feit dat er een concept is, en dat het zo wonderlijk functioneert, maakt van deze drie films een opmerkelijk evenement. Erik Martens

Samenstelling patrick duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content