In zijn bekroonde familiedrama Elena houdt Andrej Zvjagintsev zowel zijn heimat als het menselijke beestje een confronterende spiegel voor. De Russische rasfilmer over geldhonger, intellectuele luiheid en de kapitalistische coup. ‘Het kapitalisme is een darwinistische survival of the fittest, met geld als libido.’
Wie Rusland zegt, zegt niet alleen Tsjaikovski, toendra’s en tsaren. Als je niet door sloten wodka beneveld bent, denk je ook onmiddellijk aan steenrijke oligarchen en maffiose entrepreneurs die na de val van de Sovjet-Unie de macht en vooral de roebels grepen. Anno 2012 mag moedertje Rusland dan een van de snelst groeiende economieën ter wereld zijn, niet iedereen profiteert van de nieuwe rijkdommen en vrijheden, met als resultaat: een diep verdeelde klassenmaatschappij waarin miljoenen have-nots op en onder de armoedegrens bivakkeren.
Dat de Russische Droom slechts opium voor het volk is, weet ook Andrej Zvjagintsev, de Siberiër die zich met de magistrale doemballades The Return (2004) en The Banishment (2007) tot boegbeeld van de nieuwe Russische auteurscinema opwerkte. Met zijn botsende klassen en morele dilemma’s hoef je niet veel moeite te doen om zijn derde langspeler Elena als een allegorie voor het moderne Rusland te lezen. Maar dan wel één die – zoals we van Zvjagintsev gewoon zijn – is verpakt als een aangrijpend familiedrama gelardeerd met een dosis suspense.
Alles draait rond het titelpersonage Elena, een verpleegster die op latere leeftijd is hertrouwd met Vladimir, een zaakvoerder die sinds de val van het communisme goed heeft geboerd. Veel zorgen om haar toekomst hoeft de volgzame Elena zich dus niet te maken. Tenminste: tot haar echtgenoot na een hartaanval niet haar, maar Katja – diens vervreemde dochter uit een vorig huwelijk – als enige erfgename aanduidt. Moet Elena zich gedwee neerleggen bij de keuze van haar man? Of kan ze hem alsnog op andere gedachten brengen, al was het maar omdat haar eigen zoon Sergej, die al jaren werkloos is en zijn gezin amper kan onderhouden, op Vladimirs geld zit te wachten?
Speelden Zvjagintsevs vorige films zich nog grotendeels af op het platteland – met alle visuele lyriek van dien – dan duikt hij deze keer de grauwe grootstadsjungle van Moskou binnen. Bovendien is de stijl realistischer en het verhaal concreter dan in voorgangers The Return of The Banishment, met slechts twee interieurs waarin bijna alle scènes zich afspelen: het lichte designappartement van Vladimir enerzijds, én het groezelige woonblok van Elena’s zoon Sergej anderzijds.
‘ik maak geen sociale of politieke films’, aldus Zvjagintsev, die met Elena in Cannes de Grand Prix du Jury won. ‘Ook geen religieuze trouwens, wat ik wel eens hoor. Wat me boeit, zijn morele vragen. Hoe sta je als individu tegenover je familie en de maatschappij? Heeft je geweten een prijs? Dat zijn de dingen die ik onderzoek en waarvoor ik twee families tegenover elkaar plaats: een rijke en een arme. Niet om over hen te oordelen, wel om hen te observeren.’
Symboliseren ze de verschillende klassen waartoe ze behoren?
ANDREJ ZVJAGINTSEV: Rusland is geobsedeerd door geld. De sociale kloven zijn enorm gegroeid – méér dan in het Westen. Dat komt doordat de meeste kapitalistische samenlevingen organisch zijn ontstaan, in tegenstelling tot die van Rusland. Wij Russen zijn van de ene dag op de andere van het communisme in het kapitalisme geworpen, zonder dat we wisten hoe we daarmee moesten omgaan. De één heeft zich snel kunnen aanpassen, de ander is in de marge geduwd. Het is een darwinistische survival of the fittest, met geld als libido. De families zijn dus geen metaforen voor hun klasse. Het zijn concrete gevallen die uit het huidige Russische leven zijn gegrepen.
Opvallend is dat je personages de klok rond tv kijken.
ZVJAGINTSEV: Arm of rijk, iedereen kijkt tv. Daarom dacht ik: ik geef elk personage zijn eigen programma’s. Vladimir kijkt constant naar sport, Elena naar variétéshows. Zo kom je direct veel over hun persoonlijkheid te weten. Tv zorgt ook voor ruis. Het legt je hersens lam en zorgt ervoor dat je niet meer met elkaar communiceert of kritisch over dingen nadenkt. Om tot boeiende inzichten of gesprekken te komen heb je stilte en concentratie nodig. Tv, maar ook gsm’s of computers: alles is er tegenwoordig op gericht om onze geest te verstrooien. Dat wekt niet alleen intellectuele luiheid in de hand, het indoctrineert ons ook met de gedachte dat alles te koop is – zelfs liefde en geluk.
Is dat geen elitair standpunt?
ZVJAGINTSEV: Helemaal niet. Ik kom uit een bescheiden milieu én ik heb een iPhone. Alleen kijk ik zelden of nooit tv. Te vermoeiend. (Lacht) Kijk, kunst maakt je evenmin gelukkig als kitsch, maar als je niet als een Pavlovhondje door het leven wil gaan, kun je maar beter zo veel mogelijk boeken lezen, films bekijken en dingen opsteken. Ook dat is een morele keuze. Vroeger was kennis macht en dat geldt nog steeds, ook al is de nieuwe Russische elite vooral op geld gericht en is haar intellectuele peil bedenkelijk. Dat is ook ons probleem. Noem me gerust naïef, maar ik geloof nooit dat extremistische politici verkiezingen zouden winnen als het gros van het electoraat intellectuelen waren. Nee, zelfs niet in Rusland. (Grijnst)
‘Elena’ bevat prachtige muziek van de Amerikaanse minimalistische componist Philip Glass en won vorig jaar niet toevallig de prijs voor Beste Film op het festival van Gent, dat vooral op filmmuziek is gericht. Hoe ben je met een gigant als Glass in contact gekomen?
ZVJAGINTSEV: Tijdens de montage merkte ik dat zijn derde symfonie perfect paste bij de sfeer en het ritme van de film. Daarom had ik hem een brief geschreven met de vraag of ik zijn muziek mocht bezigen, wat al delicaat was aangezien ik tevoren altijd met componist Andrej Dergatsjov had gewerkt. Uiteindelijk antwoordde Glass me dat hij met plezier een nieuwe score wilde schrijven. Dat was – euhm – vervelend. (Lacht) Ik had helemaal geen nieuwe muziek nodig. Uiteindelijk heb ik al mijn diplomatieke kunsten boven- gehaald om hem uit te leggen dat ik enorm vereerd was met zijn voorstel, maar toch liever zijn oude muziek gebruikte. Gelukkig had hij daar begrip voor.
‘Elena’ is pas je derde film, hoewel je al 48 bent. Erg productief is dat niet.
ZVJAGINTSEV: Ik ben een perfectionist in alles. Het duurt zelfs weken voor ik beslist heb welke schoenen ik wil kopen. (Lacht) Twee, drie jaar sleutelen aan een film is geen luxe als je kwaliteit wil brengen. Aan de andere kant is mijn geringe productie een samenloop van omstandigheden. Ik heb eerst geprobeerd een acteercarrière uit te bouwen, maar verder dan figurantenrolletjes ben ik niet geraakt. Ik had vaak zelfs geen geld om een busticket te kopen om naar de audities te gaan. Misschien had ik eerder een regieopleiding moeten volgen, maar achteraf bekeken is het een goede leerschool geweest. Nu weet ik tenminste wat er aan de andere kant van de camera leeft en het is ook goed om langzaam te groeien.
Als regisseur was je anders wel meteen een sensatie. Je debuut ‘The Return’ won in 2003 zelfs de Gouden Leeuw van Venetië.
ZVJAGINTSEV: Klopt, en ik was daar uiteraard heel blij mee. Alleen moet je dat succes relativeren. Werd ik daarna vaak gevraagd voor interviews? Ja. Werd het makkelijker om projecten gefinancierd te krijgen? Nee. Ik zal nooit vergeten dat een bekende Russische criticus me met-een na mijn overwinning in Venetië vroeg: ‘Waarom hou je er niet mee op? Beter zal het niet worden en je weet dat ze je met je tweede film zullen afmaken.’ Wij Russen zijn van nature nogal somber ingesteld. (Lacht)
Gelukkig heb je zijn advies genegeerd. Behoor je nu zelf tot de Russische elite?
ZVJAGINTSEV: Ik kom rond. Mijn films vinden wel alleen aftrek in het arthousecircuit. In Rusland tellen enkel kaskrakers en boxofficecijfers, al zal dat elders ook wel zo zijn. Als ik een actiefilm over robots zou willen maken, heb ik morgen het financiële plaatje rond. Als ik een drama wil maken over een vrouw die uit opportunisme of uit moederliefde haar echtgenoot vermoordt, duurt het minstens twee jaar. Alleen: in ontspanningsfilms ben ik niet geïnteresseerd. Daar zijn er al genoeg van en ik betwijfel of ik wel een genrefilm zou kunnen maken, hoewel ik graag thriller- en misdaadelementen in mijn films stop. Dat The Return en The Banishment prijzen wonnen en winstgevend bleken, maakt in het huidige commerciële klimaat weinig verschil. Maar ik klaag niet. Dat geldt voor mij, maar wellicht ook voor de broers Dardenne.
Hoezo: ben je een fan van de Dardennes?
ZVJAGINTSEV: Absoluut, voor mij zijn ze de belangrijkste filmmakers van de voorbije vijftien jaar. Ik ben beïnvloed door klassieke regisseurs als Andrej Tarkovski, Robert Bresson en Ingmar Bergman. Die laatste heeft The Return nog gezien en vond hem goed – een enorm compliment. Maar ik schat de Dardennes even hoog in. Mijn tweede film The Banishment is deels in Wallonië gedraaid, omdat ik een verloederd postindustrieel stadsdecor nodig had en ik zulke locaties in de films van de Dardennes had gezien. Als je hen tegenkomt, doe je hen dan de groeten van me?
ELENA
VANAF 21/03 IN DE BIOSCOOP.
DOOR DAVE MESTDACH
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier