Voor wie deze lente iets wil zien dat dramatisch en betekenisvol is, slechts één adres: Bill Viola, Grand Palais, Parijs.

Een man, geprojecteerd op een metershoog scherm, ligt zo dood als een pier op een stenen bed. De ruimte waarin hij zich bevindt, is diep en donker. Er gebeurt niets, niks, noppes. Tot plots snelle witte stipjes omhoogzweven. De stipjes, eerst eentje, dan twee, dan tien, vermenigvuldigen zich razendsnel. Ze worden een regenbui die van beneden naar boven valt. In geen tijd gaat het opgaande water zo wild tekeer dat het lichaam van de man in beweging komt. Nog voor je adem kunt halen, wordt de plensbui een zondvloed die de zwaartekracht overwint. De man wordt opgetild door een onzichtbare kracht. Hij stijgt ten hemel als een dode Jezus in een helderwitte pyjama. Naar oorden waar u en ik het raden naar hebben. Naar de Grote Verkeerswisselaar, met rijvakken naar de hemel, de hel, het walhalla, het nirvana en de eeuwige jachtvelden. En nu we het er toch over hebben: waarom eigenlijk geen aparte paradijzen voor de toffe doden en de vervelende? De hel is zo negatief, en straf schijnt toch niemand op betere gedachten te brengen.

Het zijn maar wat ideetjes, maar op een expo van Viola borrelen ze op als belletjes in een spuitwaterfles. De Amerikaanse videogrootmeester heeft het onophoudelijk over leven, dood en de onmetelijkheid van het bestaan. Zijn werk is nog spiritueler dan drie dalai lama’s samen. En zweverig of niet, dat maakt er ook de kracht van uit. Viola’s boodschap over de mysterieuze kant van het leven wordt zo zorgzaam en verrassend in beeld gebracht dat je wel overstag moet gaan. En als dat nog niet volstaat, vormen drie grote vragen – wie ben ik, waar ben ik en waar ga ik heen – het pad waarlangs de expo verloopt.

Al bij de eerste film, een video van een man die tijdens een sprong in een vijvertje in de lucht blijft hangen, begrijp je dat er iets dieps aan de orde is. De man vervaagt langzaam en terwijl hij wordt uitgewist, verschijnen reflecties van geheimzinnige anderen in het troebele water. Het werk, uit een tijd dat speciale effecten nog wonderen waren, is vandaag nog altijd adembenemend. Hetzelfde gaat op voor Four Hands, een bescheiden vierluik waarin bewegende handen worden gefilmd alsof het beeldhouwwerken zijn. En nog eens razend meeslepend is The Sleep of Reason, een installatie waarin flitsende droombeelden en nachtmerries worden geëvoceerd. De apotheose wordt gevormd door de superproductie Going Forth by Day, een cyclus over leven en dood, gevat in vijf enorme projecties. Er barst een zondvloed los, iemand verrijst terwijl anderen slapen en een beeld van vuur ontvouwt zich als een baarmoeder met een foetus erin. Het slotakkoord van Going Forth is een projectie van een oude man die langzaam zijn laatste adem uitblaast, op een bed in een huisje aan een vredige baai. Beneden, in een bootje, wacht zijn geliefde tot hij dood is, en dan varen ze samen weg. The End. Adieu. Merkwaardig hoe reëel sommige eindes kunnen zijn.

BILL VIOLA, 2005

GEZIEN OP BILL VIOLA, GRAND PALAIS, PARIJS, TOT 21/6

ELS FIERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content