Elke dinsdag, 21.15 – Canvas
Ik heb uit de eerste aflevering van Tournée Générale een paar dingen bijgeleerd. Dat de beste biermakers ter wereld in de Westhoek wonen bijvoorbeeld en luisteren naar de naam De Struise Brouwers. Of dat de monniken in de abdij van Westvleteren vooral niet-spirituele zaken met elkaar bespreken en soms wel eens een mop durven te vertellen. Al kun je dat niet echt een onthulling noemen: als ze tijdens het brouwen van hun Westvleteren 12° enkel over de Here Jezus zouden praten, had mij dat eigenlijk meer verbaasd. Maar wat ik vooral uit Tournée Générale geleerd heb, is dat een gebrek aan spontaniteit zelfs het meest veelbelovende programma-idee kan verknoeien.
Dat Jean Blaute en Ray Cokes samen een reis door bierland België zouden maken, was een idee van het productiehuis achter de reeks. De twee hadden elkaar voor de opnames nooit ontmoet, zo vertelden ze bij de voorstelling, en ze waren afzonderlijk gevraagd of ze wilden meedoen. Nu is dat natuurlijk geen schande: twee tegengestelde karakters laten samen-komen, levert vaak leuke televisie op. En als het gaat om figuren als Blaute en Cokes, beiden rad van tong en gepokt en gemazeld op tv-gebied, lijkt de liaison niet meer dan logisch. Alleen moet je de twee dan wel de tijd en ruimte geven om elkaar op een spontane manier te leren kennen, en net dat ontbrak in de eerste aflevering.
Tournée Générale was weinig meer dan een opeenvolging van getelefoneerde scènes, waarin de twee op een geforceerde manier wilden laten zien dat ze in een mum van tijd maten en makkers waren geworden. Met als dieptepunt een flauw toneelstukje aan de bron van Sint-Arnoldus in Tiegem, waar Blaute de fles wijn die hij cadeau had gekregen, leeggoot om ze met water te vullen, tot gespeeld afgrijzen van wijnkenner Cokes. Dat gebrek aan frisheid zat trouwens ook in de bezoekjes aan de bierbrouwerijen zelf, die vaak meer weg hadden van een duffe rondleiding – compleet met pancartes waarop netjes de naam en het alcoholpercentage van het besproken bier nog eens werden herhaald. Daardoor kreeg je algauw het gevoel dat je naar een veredeld item uit Vlaanderen Vakantieland zat te kijken in plaats van naar een ‘roadmovie’ van twee vijftigers die al heel wat kilometers op de teller hebben staan.
In die paar momenten waarin de improvisatie het wel van de planning had gehaald, bleek echter hoe goed Tournée Générale had kunnen zijn. Het gesprekje tussen Cokes en een monnik van de abdij van Westvleteren, die de veejay nog kende uit zijn vroegere leven, was bijvoorbeeld zelfs een beetje ontroerend – tenminste tot de presentator in zijn commentaarstem een flauw mopje maakte over hoe de monnik ‘was knocking on heaven’s door while I still haven’t found what I’m looking for’. Ik kan dus alleen maar hopen dat Tournée Générale de volgende weken wat meer body en afdronk krijgt. En dat het gelijknamige bier minder flauw smaakt.
Stefaan Werbrouck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier