Met zijn jongste worp ‘Sex, Age and Death’ zette de muzikale activist Bob Geldof een punt achter de meest turbulente periode uit zijn leven. ‘Het was een Shakespeariaanse tragedie.’

Door Stefan Aust en Marianne Wellershoff

‘Sex, Age and Death’

Uit bij PIAS. Focus Knack geeft vijf exemplaren weg. Bel voor dinsdagmiddag 29/1 naar 0900 20 888 (keuzenummer 01).

Jouw vrouw Paula Yates verliet je destijds voor de INXS-zanger Michael Hutchence. Beiden kwamen later om het leven: Hutchence in 1997 in nooit opgehelderde omstandigheden, Yates in 2000 aan een overdosis drugs. Verwerkte je dit trauma met de cd?

Bob Geldof: Ik zie het ruimer. Haar overlijden was het laatste bedrijf van een verschrikkelijke, bijna Shakespeariaanse tragedie. Het album was klaar voor Paula doodging. De cd heeft niks vandoen met een catharsis. Toch heb ik het tot op vandaag lastig als ik hem beluister.

Wanneer ben je eraan beginnen te werken?

Geldof: Ik weet dat het ongeloofwaardig klinkt, maar ik heb geen idee. Toen mijn vrouw me in 1995 verliet, stortte ik in elkaar. Twee, drie jaar lang kon ik niet functioneren.

Leed je aan depressies?

Geldof: Het was meer dan depressie. Iedereen kan wel een gelijkaardig verhaal vertellen, over hoe hij of zij in de steek werd gelaten. Maar mijn ervaring was, denk ik, extreem. Daar kwam bij dat dit drama gevonden vreten was voor de Britse boulevardkranten. Iedereen die in het verhaal een rol speelde, was immers prominent.

Gaf deze openlijke interesse voor jouw leed je niet minstens het gevoel dat je niet alleen was?

Geldof: In werkelijkheid blijf je toch erg alleen. Als een objekt onder de microscoop. Ik bestond enkel en moest mezelf eraan herinneren in- en uit te ademen. Ik leek wel ontmand en ontweid. Onder die omstandigheden voel je nog weinig.

Kon je toen werken? Je was toch, behalve muzikant, ook mede-eigenaar van de televisieproductiemaatschappij Planet 24?

Geldof: Nee. Eigenlijk wilde ik me in een verre hoek van de wereld terugtrekken om te janken tegen de grote grijze leegte. Maar als je drie kinderen hebt, lukt dat niet.

Hielden die jou ook weg van zelfmoordgedachten?

Geldof: Zelfmoord vond ik altijd verschrikkelijk. Tot die ochtend dat ik wakker werd en in de spiegel aan mijn gezicht zag dat ik mezelf weer in slaap had gehuild. Ik kon me niet meer voorstellen dat ik deze toestand langer zou verdragen. Mijn vrienden verzekerden me dat het voorbij zou gaan. Maar wanneer? Je hebt geen tijdsbesef meer. Ik heb toen een lijst gemaakt met pro’s en contra’s: wat maakt het de moeite te leven, of te sterven? De slotsom was dat ik me niet meer zo slecht wilde voelen. Volgens mij een rationele, doordachte beslissing. Op dat moment werd het me duidelijk dat ik me op gevaarlijk terrein had gewaagd.

Leefde je toen alleen?

Geldof: Neen. Mijn vrienden Howard en Pete, met wie ik bij Boomtown Rats samenspeelde, trokken bij me in. Het was uniek te ervaren hoe mannen elkaar in zo’n situatie steunen. We zaten samen en zwegen. Eigenaardig, maar rustgevend. Howard bekommerde zich om mij, Pete werkte in de kelder aan zijn muziek. In eerste instantie had ik geen muziek nodig en wilde ik er niet eens horen. Maar dan drongen toch flarden klanken in mijn hoofd. Tot ik weer de gitaar ter hand nam en plonk, plonk de bassnaar beroerde.

Heb je het gevoel dat je het nu allemaal achter jou hebt?

Geldof: Je zou het kunnen omschrijven als een pijnklonter die je uit je hoofd haalt, onderzoekt en tegen welke je dan zegt: aha, zo zie je eruit, ik ken je, klereding – en je ruimt hem op. Tot de volgende keer. Langzaam kwamen de vaardigheden terug. Het eerste waar ik weer toe in staat was, was zakendoen. Omdat het daarbij niet om gevoelens gaat. Zo kreeg ik op een bepaald moment ook weer toegang tot de wereld van de creativiteit.

Je vrienden hadden dan toch gelijk, toen ze zeiden dat tijd alle wonden heelt.

Geldof: Nee. Je kan proberen de pijn te begraven. Maar tijd heelt niet. Hij helpt enkel je op de pijn in te stellen. En als de pijn zich dan toch weer een plek vooraan in jouw bewustzijn heeft veroverd, kan je hem in een hoek van je hersenen parkeren. Hij is altijd aanwezig, maar in een bepaald verband. Je leert ermee leven.

Jouw cd kwam een jaar na Paula Yates’ dood uit. Mocht ze nog hebben geleefd, had hij dan het daglicht gezien?

Geldof: Ja. Ik zou het mooi hebben gevonden, mocht ze hem hebben gehoord. En ze was toch van mening dat ik een goeie muzikant was. Ik denk dat de plaat haar zou hebben bevallen.

Wat vonden jouw dochters van de teksten, waarin je toch heel open over hun moeder schrijft?

Geldof: Zij vinden mijn muziek verschrikkelijk. En op de teksten letten ze helemaal niet. Zelfs als ze de songs goed zouden vinden: toegeven zouden ze het nooit. Ze horen liever Eminem, Britney Spears, noem maar op. Overigens, ik verwacht van mensen niet dat ze zo nauwkeurig naar Sex, Age and Death luisteren. Voor de radio is de cd niet zo geschikt. Geen enkel nummer leent zich tot een single. En dan nog?

Hier spreekt duidelijk niet de zakenman.

Geldof: Ik ben muzikant. Business is niet meer dan een vaardigheid. Ik heb die onder de knie, dus gebruik ik ze. Muziek is het enige dat me helemaal grijpt: emotioneel, psychisch, intellectueel, geestelijk, fysiek. Ik ben ook geen echte zakenman. Ik wil ideeën omzetten. Eens dat gelukt is, zoals toen met Planet 24, gaat het gauw vervelen. Ondertussen heb ik dat productiehuis weer verkocht.

Vandaag zit je met je bedrijf Ten Alps in televisie, radio, reclame en event-planning. Ga je als een keurige bedrijfsleider elke dag naar kantoor?

Geldof: Ik ga nooít naar kantoor. Daar wordt alles te ingewikkeld. Ik blijf thuis, de telefoonhoorn tussen oor en schouder geklemd, en ik speel wat op mijn gitaar. Met het ene oor luister ik naar het gesprek, met het andere naar het gitaarspel. Als wat ik speel me bevalt, herhaal ik het tot het gesprek voorbij is. Vergaderingen houd ik altijd in een café op King’s Road. Ik heb geen e-mail, geen antwoordapparaat en geen secretaresse. Ideeën hebben en contacten leggen, dat is mijn taak.

Vind je nog de tijd om je te engageren voor Afrika en je liefdadigheidsproject Band Aid?

Geldof: Ik werk al 17 jaar voor Afrika en blijf voorzitter van de Band Aid Trust. En ik engageer me voor de Drop the Debt-campagne, met als doel de kwijtschelding van de schulden voor de armste landen.

Daarvoor heb je samen met Bono, tijdens de G8-top in Genua vorig jaar, de Britse premier Tony Blair en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder ontmoet. Konden jullie deze twee overtuigen?

Geldof: Het is vlot verlopen. Bono en ik zijn de Laurel en Hardy van de derdewereldschuld. Wanneer Bono spreekt, doet hij dat zalvend. Ik ben jammer genoeg heel direkt. Mensen zoals Blair, Clinton, Bush en Schröder zijn min of meer generatiegenoten, we hebben dezelfde culturele achtergrond. Zij zijn de spreekbuizen van het systeem dat wij willen veranderen. Die wil hebben zij ook, zeker na Afghanistan, maar tegelijk hebben ze altijd weer verontschuldigingen klaar, bijvoorbeeld het bijna-failliet van het Internationaal Muntfonds.

Wat antwoord je daar dan op?

Geldof: Dat het kwijtschelden van 800 miljoen dollar per jaar, die op de G8-top in Keulen anno 1999 werden verzekerd, niet volstaat. Om zich te ontwikkelen, hebben de derdewereldlanden 3 miljard dollar nodig. Ze kúnnen gewoonweg hun rente niet betalen. Dat iedereen zich dat eens inprent. In die landen wordt meer geld besteed aan rente dan aan gezondheidszorg, en dit in tijden dat Afrika gebukt gaat onder een aidspandemie. Belachelijk. Wij hebben dat geld niet nodig, we zijn de rijkste staten op deze planeet. Het is economische zwakzinnigheid.

De logica van de banken luidt: wie zijn krediet niet afbetaalt, krijgt geen geld meer.

Geldof: Onzin. De voorwaarden die vandaag opgelegd worden aan de armste ontwikkelingslanden, zijn erger dan deze die het Verdrag van Versailles voorschreef. Als in die landen geen opleiding voor de mensen bestaat, ze geen gezondheidssysteem en niet voldoende voedsel hebben, dan vormt dat de basis voor een rijke, corrupte elite, die het volk uitbuit.

Zal je dan opnieuw benefietspektakels organiseren, zoals in 1985 met Live Aid waarmee je zowat 100 miljoen euro bij elkaar kreeg?

Geldof: Voor mij was dat geen benefiet. Bij Live Aid ging het erom een politieke lobby te creëren, zodat een punt dat helemaal onderaan op de agenda stond naar voren werd geschoven. Het is intellectueel absurd en moreel grotesk dat in een wereld van overvloed mensen doodgaan aan honger. Geld was de psychische uiting van die lobby. Een van de resultaten was, dat ik zowel in het Witte Huis als in Downing Street als in het Elysée binnenkwam. We hebben ertoe bijgedragen dat 37 wetten werden gewijzigd, wat een heel gunstig effect heeft op lange termijn. Individuen zijn niet willekeurig overgeleverd aan reusachtige menselijke gebeurtenissen. Als je met argumenten, verstand, en logica tewerk gaat, kan je dingen veranderen.

Was je je destijds bewust van de proporties die dit evenement aannam?

Geldof: Voor ik bij Live Aid de scène op ging, was ik maanden bezig geweest met de voorbereidingen. Plotseling was ik dan weer muzikant, met de Boomtown Rats in het Wembleystadion. Het lawaai was ongelofelijk. Ik trok mijn jeansjas uit en dacht alleen maar: Shit! We begonnen, we speelden I don’t like Mondays, en ik had al de regel in mijn kop die ik daarna moest zingen: The Lesson today is how to die. Het trof me als een bliksemslag dat die woorden die dag een totaal andere betekenis hadden dan toen ze werden geschreven. Op dat moment had ik mijn rechterarm in de lucht en stopte ik gewoon. De dingen die in mijn hoofd nog onduidelijk waren, zag ik helder. Die aanhoudende innerlijke burgeroorlog hield op. Het was een ogenblik van diepe stilte, zoals ik die voordien nooit had beleefd. Ik dacht dat het me altijd al ging om de link tussen muziek en politiek, en toen begreep ik dat alles naar die ene dag had gevoerd. En dan moest ik dat moment weer loslaten.

Klopt het dat u door uw jarenlange inzet voor de armsten zelf bijna bankroet ging?

Geldof: Ja, omdat ik van 1984 tot 1987 enkel voor Live Aid heb gewerkt, zonder salaris natuurlijk. Maar ik had ook een familie te voeden. Omdat me een groot voorschot werd aangeboden, ben ik dan op het aanbod ingegaan mijn biografie te schrijven. Het is een voortdurend op en af: rijk, failliet, rijk. Zo was het altijd en niet enkel wat geld betreft. Mijn leven komt me heel extreem, heel episodisch over. Als een soap. Het is een heel vermoeiend leven.

Is dat het lot, of ligt het aan u?

Geldof: Geen idee. Als ik weer eens een proefwerk verprutst had, vroeg mijn leraar me altijd wat ik later wilde gaan doen. Ik antwoordde: ik wil door schoonheid omgeven worden.

Hoe reageerde hij dan?

Geldof: Hij zei: met die punten lukt dat nooit.

Hij had ongelijk.

Geldof: Misschien. Maar het is de lelijkheid die sporen nalaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content