Het leven van andersgeaarde jongeren is geen pretje in Israël, en in Palestina nog veel minder. Cineast Eytan Fox kan ervan meepraten. In ‘The Bubble’ waagt hij zich opnieuw in het seksuele en politieke mijnenveld van het Midden-Oosten.

Joodse critici bombardeerden hem al tot de ‘prins van de Kosher New Wave’: Eytan Fox: drieënveertig, filmregisseur, charmant causeur en overtuigd belijder van de heren- én de naastenliefde. Sterker: als er in het Midden-Oosten al één geëngageerde homorechten- en vredesactivist te vinden is, dan is hij het wel. In zijn vorige films Yossi and Jagger (2002) en Walk on Water (2004) deinsde de in New York geboren Israëli er niet voor terug om zijn vrijmoedige gayliefdesverhalen te midden van de politieke en religieuze realiteit van zijn heimat Israël te situeren. Ook in The Bubble – de titel slaat op de hippe uitgaanswijk van Tel Aviv en het apolitieke vacuüm dat daar lijkt te heersen – passeren weer de nodige delicate topics de bedrieglijk luchtige revue, zoals de bezettingspolitiek van het Israëlische leger en de Palestijnse zelfmoordterreur. ‘Compleet van de pot gerukt’, oordeelde de orthodoxe rechterzijde, maar Fox – zelf de zoon van een conservatieve rabbijn – is niet van plan zich zomaar te laten muilkorven.

‘The Bubble’ gaat over een groepje jongeren uit Tel Aviv, waaronder een Israëlisch-Palestijns homokoppel. Gaf dat gewaagde gegeven problemen tijdens het draaien?

Eytan Fox: Vooral de scènes aan de checkpoints waren lastig, omdat we voortdurend werden weggejaagd en overal een vergunning voor nodig hadden. Uiteindelijk hebben we dan maar zelf een checkpoint nagebouwd. Ook alle ‘Palestijnse’ scènes zijn in een dorpje buiten Tel Aviv gedraaid. Ik wilde de film zo rea- listisch mogelijk maken – vandaar die documentaire look – maar je moet het gevaar ook niet opzoeken. Zelfs in mijn eigen stad was het niet altijd even makkelijk. De scènes waarin de hoofdpersonages in de straten van Tel Aviv flyers uitdelen voor een pacifistische holebifuif, bleken bijvoorbeeld behoorlijk riskant. De mensen die ze aanspreken, waren toevallige voorbijgangers – we filmden clandestien met een verborgen camera – en sommigen reageerden echt vijandig. Na een vijftal minuten heb ik mijn acteurs daar moeten weghalen omdat er een opstootje ontstond.

Als Israëli’s al zo fel reageren op het idee van een gemengd homokoppel, hoe zit het dan bij de Palestijnen?

Fox: Daar heb ik jammer genoeg weinig contact mee. Zelfs de acteur die de Palestijnse homo speelt, is eigenlijk een Israëlische Arabier. Maar ik weet dat het bij hen nog gevoeliger ligt. In Tel Aviv heb je tenminste nog verschillende gayclubs en kunnen homo’s openlijk zichzelf zijn. Minderheden worden er geaccepteerd, al hebben ze wel moeten knokken om hun eigen ‘bubble’ te creëren. Maar ga je landinwaarts – waar veel meer conservatieve mensen wonen – dan beginnen de problemen al. Blijkbaar schuilt er een onverbeterlijke machoziel in de Joodse staat, wat wellicht te maken heeft met het feit dat Israël altijd voor zijn bestaan heeft moeten vechten en zich dus als een monoculturele identiteit heeft moeten profileren. Afwijkingen van de norm – zoals holebi’s – kan het hardcore zionisme missen als de pest. En voor de Palestijnen geldt ongeveer dezelfde redenering. Ook zij teren op hun religie en hun patriarchale tradities om zichzelf een coherente identiteit aan te meten, en eensgezind te streven naar een Palestijnse staat. In hun geval komt daar ook nog eens de druk van de religieuze fundamentalisten bij, die een grotere achterban hebben dan die bij ons. Voor homoseksuele moslims is het onmogelijk om uit de kast te komen. Hun leven is een hel, en daar moet dringend wat aan gedaan worden.

Wat dan?

Fox: Ik zie maar één mogelijkheid: Israël moet stoppen met zijn bezettingspolitiek en investeren in de Palestijnse staat. Op die manier creëer je openheid en economische voorspoed die veel frustratie en haat bij de Palestijnen zal wegnemen. Aangezien extremisten alleen door haat en frustratie worden gevoed, zet je hen zo op een vreedzame manier buitenspel. Een muur bouwen en letterlijk de ogen sluiten voor de problemen is de Palestijnen alleen maar meer in de armen van de extremisten drijven.

Ben je zelf ooit met terreur geconfronteerd?

Fox: Een van mijn beste vrienden is zwaargewond geraakt bij een aanslag. En er is ook eens een bom ontploft in mijn eigen wijk. Je zal me dus nooit terreur horen goedpraten, maar als filmmaker tracht ik te achterhalen waar het vandaan komt en mensen te doen nadenken over mogelijke oplossingen. Ik schuw ook de kritiek niet ten aanzien van mijn eigen regering – in tegenstelling tot Steven Spielberg, die ik als een conservatief Joods filmmaker beschouw. Die haalt in Munich wel de problematiek aan, maar heeft verder geen duidelijke mening over de zaak en heeft in het verleden ook altijd klakkeloos de kant van Israël gekozen. Een beetje meer lef en inzicht had voor een ‘Hollywood liberal’ niet misstaan.

‘The Bubble’ eindigt dramatisch en explosief, maar begint heel luchtig en grappig.

Fox: Ik wilde tonen dat de realiteit waarin de jongeren van Tel Aviv leven, veel complexer is dan men in het Westen lijkt te denken. Jullie kennen alleen maar de beelden van die bomaanslagen. Nauurlijk sluimert er altijd een zekere dreiging op de achtergrond, maar de jongeren willen toch vooral uitgaan, lachen en plezier maken, net zoals overal. Het is die energie die de wereld van morgen kan veranderen. Ook al moeten ze nog altijd drie jaar lang het Israëlische leger in en worden ze dagelijks met de politieke realiteit geconfronteerd: de Israëlische jeugd wil niet meer leven met een historische ketting om, zoals hun ouders of hun grootouders. Je kunt zeggen dat mijn film pessimistisch eindigt, maar ik ben ervan overtuigd dat die jeugdige energie die ik erin gestopt heb, de tragiek ruimschoots compenseert.

Uw vader was een conservatieve rabbi. Wat vond hij van uw werk?

Fox: Hij had het er lastig mee. Hij is vorig jaar overleden, maar heeft de film nog net kunnen zien. We hebben veel hoogoplopende ruzies gehad en ook lange tijd niet met elkaar gepraat, maar ik troost me met de gedachte dat het de jongste jaren weer wat beter ging. (geëmotioneerd) Een paar weken voor zijn dood heb ik nog een goeie babbel met hem gehad. Ik hoop, en vermoed, dat hij toch een beetje trots op me was.

Op de soundtrack zijn nogal wat alternatieve bands te horen: Bright Eyes, Nada Surf, Lloyd Cole, Belle and Sebastian. Een bewuste keuze om de homoclichés te vermijden?

Fox: Niet echt. Da’s gewoon de favoriete muziek van Ohad Knoller, mijn hoofdacteur, die ook al meedeed in Yossi and Jagger. En die kleine, alternatieve platenzaak waar hij werkt, is gewoon de platenwinkel bij mij om de hoek. Als het aan mij had gelegen, had er meer Céline Dion en Barbra Streisand op de soundtrack gestaan, vrees ik. Politiek ben ik misschien vooruitstrevend, maar muzikaal ben ik een heel traditionele jongen (lacht).

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content