ONVERWOESTBAAR GRAPPIG. The Marx brothers in hollywood: Beledigingen, chaos en anarchie.
THE COCOANUTS (1929) / animal crackers (1930) / monkey business (1931) / horse feathers (1932) / duck soup (1933)
The Marx Brothers
Films. In de sixties be-keerden contesterende studenten zich gaarne tot het marxisme. Hadden ze gevoel voor humor, dan waren ze veeleer aanhangers van Groucho dan van Karl. Er zit in de anti-autoritaire farces van de Marx Brothers een surrealistisch anarchisme dat hun dwarsliggende grappen van alle tijden maakt. Een nieuwe box met de vijf films die ze in hun beginperiode maakten voor Paramount toont de broers op hun best. Hun grootste succes scoorden ze later voor MGM, maar studiobaas Irving Thalberg legde hun aangeboren krankzinnigheid aan banden, terwijl ze bij Paramount juist alle regels aan hun laars lapten en de grootste nonsens mochten verkopen.
De Marxen waren met vijf, maar Gummo haakte af toen ze in 1929 na hun vaudevillecarrière op film overschakelden, en Zeppo slaagde er nooit in om een sterk type neer te zetten. De agressieve humor van de broers wordt het best belichaamd door Groucho, die in hoog tempo alles en iedereen beledigt en zich met zijn geschminkte zwarte snor, onafscheidelijke Havanna-sigaar en die rare sluipgang gedraagt als een karikatuur van een man van standing. Chico speelt de krompratende Italiaanse immigrant en komt op de meest onverwachte momenten als een grote pianovirtuoos uit de hoek. In contrast met Groucho en Chico krijgt Harpo geen gebenedijd woord over de lippen, maar hij kan wel mooi fluiten en communiceert via zijn harp en allerlei soorten blaasinstrumenten. Afwisselend kleptomaan, zakkenroller en clown is hij diegene die met zijn asociale humor de grootste verwarring zaait.
Cinematografisch is het werk van de Marxen niet veel soeps. En zelfs de glanzende digitalisering kan de primitieve technische kwaliteit van de films van toen – de vroege geluidsfilm – niet gladstrijken. The Cocoanuts (1929) en Animal Crackers (1930) doen geen enkele moeite om hun Broadway-roots te verbergen en zelfs in Monkey Business (1931), de eerste Marx Brothers-film met een script dat helemaal voor film geschreven was, is toneelmatigheid troef. De operetteachtige intermezzo’s (zonder enige aanleiding beginnen mensen plotseling te zingen) zijn hooguit als camp te smaken en tussen de fratsen van de broers door zit behoorlijk wat saaie vulling. Deze mankementen worden echter allemaal weggeblazen door de burleske en vaak vernietigende satire van de wereld of het milieu waarin de Marx Brothers terechtkomen en dat ze met hun totaal onvoorspelbare humor met de grond gelijkmaken: duistere grondspeculatie in Florida ( The Cocoanuts), kunstsnobisme ( Animal Crackers), rivaliteit tussen gangsterbendes ( Monkey Busi-ness), het universiteitsleven ( Horse Feathers), staatszaken ( Duck Soup).
En dan is er natuurlijk de chaotische marxistische dynamiek. Elke broer (met uitzondering van de banale Zeppo) is geestig op zich, maar breng ze je samen in duo of trio, dan gaan hun komische krachten zich vermenigvuldigen. En voor wie meer van solonummertjes houdt, is niets zo onverwoestbaar grappig als de beledigende tirades van Groucho, vooral als de stevige matrone Margaret Dumont (ze deed mee in zeven van hun films en werd soms ‘de vierde Marx-broer’ genoemd) het moest ontgelden. Met uitspraken van The King of Insult zijn hele boeken te vullen. Eentje kan er hier toch wel af, zijn begroeting van Margaret Dumont in Animal Crackers: ‘You’re the most beautiful woman I’ve ever seen, which doesn’t say much for you’.
Extra’s. Een magere oogst: drie fragmenten uit The Today Show met Harpo, Groucho en Groucho’s zoon William in de praatstoel. Patrick Duynslaegher
Patrick Duynslaegher
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier