Films. Dankzij de recente Amerikaanse remake kreeg het Britse origineel onterecht het label van klassieker: de eerste Italian Job is hooguit een onderhoudende bijdrage in het caper-genre. De roof van de eeuw is hier de brutale overval op een FIAT-pantserkonvooi dat zich met een lading goudstaven ter waarde van 4 miljoen dollar een weg baant door het drukke verkeer in hartje Turijn. De Italiaanse autoconstructeur krijgt het ook cinematografisch hard te verduren want de show wordt gestolen door de vluchtauto’s: drie Mini Coopers (een wit, blauw en rood exemplaar) die behendig manoeuvreren door de wandelgalerijen van de oude stad en op de trappen van de metro, terwijl het centrum via uitschakeling van de centrale computer in één grote verkeerschaos werd herschapen. De cynische boevenstreken worden door regisseur Peter Collinson niet bijster dynamisch in beeld gezet. Wat de prent 35 jaar later toch nog genietbaar maakt, is de typische sixties cool: de zelfverzekerde cockney-branie van Michael Caine, het hooghartige toontje van Noel Coward als het criminele mastermind die van achter de tralies de touwtjes in handen heeft, het onbeschaamde seksisme, de jazzy kitschscore van Quincy Jones, de luxueuze sightseeingfotografie van de Italiaanse Alpen en de finale cliffhanger.

In de update van vorige zomer zijn het Amerikaanse boeven die de kraak van hun leven slaan, speelt alleen de proloog in Venetië en de Dolomieten, valt de actie meteen met de deur in huis (een speedboatrace in de kanalen) en heeft de grote roof op een goudtransport waar het allemaal om begonnen is, plaats in Los Angeles, een stad waar het verschil tussen normaal en stilstaand verkeer overigens miniem is. Donald Sutherland is het vroegtijdig afgevoerde meesterbrein, Edward Norton is de verrader, Mark Wahlberg de hanige teamleider en Charlize Theron de kluiskraker annex love interest. Regisseur F. Gary Gray (die in feite zwart is) laat er echter geen misverstand over bestaan wie de échte sterren zijn: een nieuwe generatie Mini’s die nu zelfs op de ondergrondse treinsporen donderen en springen, botsen en buitelen als het leukste speelgoed dat er voor geld te koop is.

Extra’s. Beide films komen vergezeld van massa’s bonusmateriaal: documentaires, trailers, making of, geschrapte scènes. Bij de remake gaat terecht maximale aandacht naar de Mini-stunts, terwijl een zeer nauwgezette audiocommentaar (van producer Michael Deeley en schrijver van het boek The Making of The Italian Job Matthew Field) een berg informatie verschaft over het origineel. (P.D.)

P.D.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content