THE HOLLYWOOD HILLS HAVE EYES

In WHAT IS IT? laat Crispin Glover acteurs met downsyndroom zout op slakken strooien.

JOOST VANDECASTEELE, auteur van onder meer Massa en Vel, stilt met een nieuwe maandelijkse column zijn innerlijke nerd.

Cut to. Een auto op Sunset Boulevard. Een stem op de radio kondigt het volgende nummer aan. ‘This next song is for all degenerates, two-bit gangsters, leggers, pushers, hard-sell swindlers, blackmailers, burglars, petty extortionists, ultrakinky sex freaks, dummy-stock speculators, pimps, crank cultists, dollar astrologists, fake mediums, phony healers, crooked fortunetellers and no-good bitches out there.’

Meer dan vijftig jaar na het verschijnen van het boek Hollywood Babylon blijft het moeilijk om Tinseltown anders te bekijken dan als een plek van wanhoop, perversie en sluimerende waanzin. Het monster dat roem is, heeft al meer slachtoffers geëist dan Komen eten verdoken homo’s heeft geout. Van Fatty Arbuckle in 1921, die als best betaalde filmkomiek een paria werd omdat hij ervan beschuldigd werd een actrice verpletterd te hebben tijdens de seks, tot de vroegtijdige pensioenplannen van Shia LaBeouf. Die laatste is nog slechter in het omgaan met beschuldigingen van plagiaat dan Luc Tuymans. Die beweerde zonder blikken of blozen dat hoewel zijn schilderij van Jean-Marie Dedecker eruitziet alsof de originele persfoto gewoon uit een kopieerapparaat met te weinig inkt kwam het geen plagiaat is, want zijn schilderij heeft een ander formaat. Een excuus dat een vierjarige zou gebruiken met zijn voeten in een plasje.

In het geval van Shia LaBeouf was er enig verschil tussen de strip Justin M. Damiano van Daniel Clowes en zijn kortfilm Howard Cantour.com. Hij veranderde een referentie naar Le mépris in Shakespeare in Love. De strip en dus ook de kortfilm (ondersteund door een constante jachtige klarinet, alsof iemand op de set dat muziekje als ringtone heeft en elke dertig seconden gebeld wordt) handelt over een fictieve filmcriticus en de kritiek op zijn eigen werk en beweegredenen. Maar ook over zijn geloof in de kracht van cinema als een gedeelde droomervaring om onze dagelijkse bestaan te kunnen verdragen. En natuurlijk, in een vintage Clowes (Ghost World) passeert er een kapotte liefde.

Er is al genoeg geschreven over de bizarre manieren waarop LaBoeuf zijn excuses heeft aangeboden met een luchtboodschap en geplagieerde tweets – momenteel verschijnt op zijn twitterpagina elke dag de boodschap ‘I AM NOT FAMOUS ANYMORE’. Al evenveel onbestaande inkt is er op internet gevloeid over de redenen van zijn vreemde gedrag. Volgens sommigen is het in navolging van Joaquin Phoenix een poging controverse en verwarring te veroorzaken, volgens anderen is hij gewoon een idioot. Met als bewijs de verandering van Le mépris naar Shakespeare in Love, vanuit het idee dat een filmfanaat/-criticus Godard niet zou kennen. Een redenering terug te vinden in zoveel haatmails, namelijk ‘ik ken het niet dus het kan onmogelijk de moeite waard zijn’. Maar de meest logische verklaring is dat LaBeouf ten prooi is gevallen aan het Hollywoodsyndroom, waarbij de roem als een dagelijks geïnjecteerd gif zijn hersenen heeft bereikt en heel de bedrading boven heeft aangetast. Als nummer zoveel op de lijst der zotten.

Mijn favoriete zot op die lijst is en blijft Crispin Glover. Ik weet hoe hard hij de volgende woorden haten zou, maar u kent hem het best als de vader in de Back to the Future-films (hoewel hij in deel 2 en 3 vervangen is door een andere acteur in een Crispin Glover-masker) of het personage Thin Man in de Charlie’s Angels-films. Soms duikt hij nog eens op in populaire films als Hot Tub Time Machine of misdaden tegen de mensheid als Epic Movie. Voornamelijk om zijn eigen films te financieren en sets te kunnen bouwen op zijn eigendom in Tsjechië. Zelf beschouwt hij zichzelf als een verkeerd begrepen creatief genie en deels heeft hij wel gelijk.

Als filmacteur blijft hij een van de meest intrigerende en fascinerende verschijningen. Dat lijf in combinatie met zijn scherpe, uitgesproken gezicht en een intense inleving in zijn rol levert steeds iets hypnotiserends en unieks op, zoals de leider van een rattenleger in de film Willard.

Maar als regisseur, schrijver (zijn boeken zijn meestal collages van bestaande oude boeken) en praatgast is het altijd balanceren tussen heldere gedachten en niet te onderdrukken waanzin. Met als perfecte voorbeeld zijn zelf geschreven, gefinancierde en geregisseerde langspeler What Is It?, een perfecte titel voor de surrealistische beeldenbrij waarin naakte pornoactrices met dierenhoofden rondlopen, acteurs met downsyndroom monologen debiteren en zout op slakken strooien, en met muziek van sekteleider Charles Manson en Glover zelf in een dubbelrol, als halfgod en ‘de psyche van de jonge man’.

Ik ben echter de laatste om elke artistieke poging die afwijkt van de norm af te wimpelen als pretentieuze onzin – dat is een taak die Jan Verheyen vakkundig vervult. Het heeft zelfs iets heel eerbaars om het geld verdiend met commerciële dingen door te sluizen naar persoonlijke projecten. Net zoals Willem Dafoe een deel van zijn filmsalaris deelt met zijn theatercollectief The Wooster Group.

Glovers compromisloze benadering van zijn vak zet hem in een heel andere categorie als Shia LaBoeuf, die ook geroemd en erkend wil worden als een multitalent. Crispin Glover is een man die het opgegeven heeft om de misverstanden over zijn excentrieke persoonlijkheid op te helderen en de ruis in zijn eigen hoofd weet te kanaliseren in spelen en creëren. En mocht hij de diverse kanalen daartoe niet tot zijn beschikking hebben, dan is het mijn overtuiging dat zijn levensverhaal niet meer dan een anekdote zou zijn in een moderne versie van Hollywood Babylon, zoals zijn ruzie met regisseur Robert Zemeckis van Back to the Future over hoe het einde van de film pretendeert dat genoeg geld geluk garandeert. Wat eigenlijk de ultieme samenvatting van de jaren tachtig is.

Natuurlijk ligt het idee van multitalent mij nauw aan het hart. Natuurlijk voel ik zoveel jaloezie bij die andere Glover, Donald Glover, die identiteiten combineert als stand-upper, scenarist (30 Rock), acteur (Community, Girls) en rapper (Childish Gambino). Een naam die hij verkreeg dankzij de Wu-Tang Name Generator – de mijne is Ruff Professional. Maar voornamelijk ervaar ik de Glovers en consorten als een toestemming dat ik nooit kiezen moet, ook al voelt het soms als schizofrenie, een voorstadium van waanzin.

DE MEEST LOGISCHE VERKLARING VOOR SHIA LABEOUFS PLAGIAAT IS DAT HIJ TEN PROOI IS GEVALLEN AAN HET HOLLYWOODSYNDROOM, ALS NUMMER ZOVEEL OP DE LIJST DER ZOTTEN. MIJN FAVORIETE ZOT OP DIE LIJST IS EN BLIJFT CRISPIN GLOVER.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content