Jesus’ Son (DFW) van Alison Maclean. …
Patrick Duynslaegher
Jesus’ Son (DFW) van Alison Maclean. The Little Princess (DFW) van Walter Lang. The Mummy Returns (Columbia Tristar) van Stephen Sommers. Finding Forrester (Columbia Tristar) van Gus Van Sant.
Films: **** Extra’s: **** (Paramount)
Over het sluitstuk van Francis Coppola’s roemruchte maffiatrilogie zijn de meningen verdeeld, maar de eerste twee Godfather-films (uit 1972 en 1974) prijken op eenieders lijstje van grootste Amerikaanse films van de seventies _ een decennium dat overigens rijkelijk met meesterwerken is bezaaid. The Godfather Part III (1990) blijkt trouwens bij vlagen even briljant als zijn twee illustere voorgangers. Ondanks de betwiste status van de afsluiter, vormen de drie films een onlosmakelijk geheel: een epische visie op misdaad en macht en het corrumperen van de Amerikaanse droom, met de maffia als metafoor voor het Amerika van de grote bedrijven en de Corleone-dynastie als een Shakespeariaans koningshuis uit de 20ste eeuw.
De films vullen elkaar niet alleen perfect aan, ze diepen elkaar ook uit. Het is dan ook een unieke ervaring om ze in een marathonvoorstelling snel na elkaar te bekijken. Wat bijlange niet de enige reden is waarom de digitalisering van Coppola’s beroemdste werk het dvd-evenement van het jaar is. Geen enkele van de films is ooit eerder op dit formaat uitgebracht. In een bijzonder sober en somber vormgegeven box (wat refereert aan de clair-obscurstijl van de films) zijn ze aangevuld met massa’s bonusmateriaal. Daarvoor konden de samenstellers zowel graaien in de archieven van Paramount als rekenen op de volle medewerking van Coppola. Om de beeldkwaliteit van de langste film te garanderen, werd The Godfather Part II over twee schijfjes verdeeld; een vijfde schijfje staat bol van de extra’s (samen goed voor drie uur) die je een zeldzaam gedetailleerd beeld geven van de fascinerende perikelen voor en achter de schermen van deze mythische trilogie. In de langste documentaire ( A Look Inside; 70 minuten) wordt door de betrokkenen teruggeblikt op het maken van de drie films en krijgen we bijvoorbeeld screentests van een zeer jonge Robert De Niro en Martin Sheen voor de rollen van Sonny en Michael (De Niro zou uiteindelijk de jonge Vito Corleone spelen in de flashbacks van Part II). Er zijn voorts aparte bijdragen over de componisten Nino Rota en Carmine Coppola, de scenarist-romanschrijver Mario Puzo en de decorontwerper Dean Tavoularis (die ons meetroont naar de oorspronkelijke decors in de Lower East Side). Bijzonder boeiend is de getuigenis van fotografieleider Gordon Willis, die de visuele eenheid van de trilogie garandeerde en bekent dat hij soms te ver ging in het onderbelichten _ in het eerste deel zag je nauwelijks de ogen van Marlon Brando, wat de peetvader nog dreigender en raadselachtiger maakte.
In een van de meest fascinerende extra’s geeft Coppola uitleg bij zijn oorspronkelijke ‘notaboek’, of hoe hij in dat pre-pc-tijdperk door artisanaal knip-en plakwerk de originele roman van Puzo, aangevuld met allerlei kanttekeningen, als richtlijn gebruikte tijdens de hele draaiperiode.
De extra’s bevatten zeker de onvermijdelijke (maar daarom niet minder leuke) trivia, zoals een aantal dankwoorden bij de oscaruitreiking. Voor de Godfather-fanaat zijn er ook niet minder dan 34 chronologisch gerangschikte gesneuvelde scènes (sommige voor het eerst te zien, andere bekend uit de tv-reeks die Coppola ooit uit de eerste twee films monteerde; een versie die hij nu verloochent).
Meest leerrijk, onderhoudend en verbazend blijft het doorlopend regisseurscommentaar bij de drie films. Vooral Coppola’s verhalen bij de eerste Godfather doen ons beseffen in welke onmogelijke omstandigheden hij dit meesterwerk klaarstoomde, gehinderd door budgettaire beperkingen en tegengewerkt door de Paramount-top die niet in hem geloofde.
Coppola’s audio-commentaar brengt uitsluitsel over de vele legendes rond de productie (bijvoorbeeld waar die afgehakte paardenkop die de Hollywood-producer onder zijn satijnen lakens vindt nu werkelijk vandaan kwam) en geeft ook een goed inzicht in de contradictorische natuur van deze uitbundige filmmaker. Nu eens klinkt hij heel bescheiden (hij wijst zelf fouten aan en geeft toe: ‘ I always felt I shot Godfather very sloppily‘), dan weer kan de megalomanie niet meer op. Ook de verstrengeling tussen zijn privé- en beroepsleven zorgt voor bizarre mea culpa’s. Zoals zijn opmerking over de door de kritiek neergesabelde vertolking van oogappel Sofia Coppola in Part III: ‘ There is no worse way to pay for your sins than to have your children be included in the punishment.‘ Hiermee hebben we meteen ook het hele Godfather/Coppola-psychodrama in een notendop: zonde, schuld, straf, boete en ‘la famiglia’.
Wij geven vijf exclusieve boxen weg van The Godfather Collection. Stuur een briefkaart naar Focus Knack-The Godfather Raketstraat 50 b2, 1130 Brussel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier