Je kunt Wolfgang Tillmans van veel betichten, behalve van elegantie. Verbloemen is zijn stijl niet, focussen op intieme momenten wel. Het resultaat is rauw én teder.
GEZIEN OP WOLFGANG TILLMANS, K21, DÜSSELDORF, TOT 7/7
Begin deze maand opende in het elegante K21 in Düsseldorf een omvangrijk overzicht van zijn werk. Wolfgang Tillmans (44), de eerste niet-Brit die de Turner Prize won, wil de wereld om hem heen zo objectief mogelijk in beeld brengen. Zijn foto’s zijn rauw, smoezelig en weinig comfortabel, maar soms vatten ze iets sprankelends dat iedereen over het hoofd heeft gezien.
De Duitser begon zijn carrière met foto’s van raveparty’s en de Londense gayscene. Daarnaast haalde hij vrienden voor de lens, wier kleding en houding hij in de gewenste vorm drapeerde. Zweterigheid en disfunctioneel naakt stonden bovenaan op de lijst, wat een heleboel kiekjes opleverde van jongens en meisjes in bizarre, postcoïtale omstandigheden. Of dat alles wel zo authentiek is als Tillmans doet uitschijnen, is nog maar de vraag, in ieder geval is zijn werk één langgerekte ode aan de romantiek van elke dag. En in tegenstelling tot die andere beroemde Duitser, Andreas Gursky, is Tillmans geen fan van digitale manipulatie. Hij houdt het bij wat hij ziet en bij zijn zogenaamde radicale objectivisme. Tillmans focust op zoenende jongens, op een man onder de rok van een vrouw en op rommelige maar stemmige ontbijttaferelen. Zijn werk slingert van drugsdealende figuren bij nacht naar appelbloesems in de stad, van achtergebleven bierflessen naar de glanzende koplamp van een verder niet in beeld gebrachte auto. Een tentoonstelling van Tillmans is een beetje als een analyse van andermans wasmand: wat je aantreft, is confronterend, maar je doet in ieder geval ontdekkingen.
Zo dus ook het inspirerende en uit de kluiten gewassen overzicht bij K21. Een van Tillmans’ grondbeginselen is dat alles even belangrijk is. Voor hem bestaat geen hiërarchie, wat een selectie of een keuze van een opvallende foto, een beste werk, enigszins bemoeilijkt. Een kwijnende plant staat niet hoger in aanzien dan een portret van Morrissey, Kate Moss oogt alledaagser dan een korstjes pikkende toekan. Die stroom van evenwaardige momenten, stemmingen en verlangens wordt hier een collageachtige presentatie van grote en kleine foto’s, kriskras door elkaar. Tillmans heeft de expo volledig zelf ingericht, wat mooie thematische verbanden oplevert en zalen met een opvallende visuele poëzie.
Alleen: waarom hangt het werk van Wolfgang Tillmans in K21 en niet dat van u en mij? Wij fotograferen toch ook bloesems en stemmige ochtendtaferelen? Het antwoord is minder evident dan je zou denken. Ongetwijfeld is Tillmans consequenter en radicaler in zijn keuzes. Zijn smaak is brutaler en vermoedelijk heeft hij een grotere hekel aan poses dan de meeste mensen. Maar daarnaast oogst hij zoveel bijval, net omdat zijn werk zo herkenbaar is. Er zit een Tillmans in elk van ons, zolang we maar uit de buurt van de voorspelbare foto blijven.
ELS FIERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier