Moar Zaar toch! Hoe is dat nu toch mogelijk?’ Aan de andere kant van het bed friemelde Cesar, 120 kilo ochtendadem zwaar, aan de gehaakte sprei. Met een vertrokken gezicht had Elza zijn zondagse pak uit de kleerkast gehaald. Een zure walm vulde de kamer. ‘Ik ’n dierf het nie segg’n’, pruilde hij. Maar hoe gaat dat al? Hij was gisteren naar de begrafenis van Miele den Tamboer geweest, de voorganger van ’t Schijtersmuziek. In zijn lijkrede had hij nog eens verteld hoe Miel het nooit had kunnen verkroppen dat de mensen zijn schone fanfare, die volgens de statuten Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia Laarne-Kalken heette, zo’n mottige naam hadden gegeven. Gewoon omdat ze op het bal in de lente van ’63 eens lelijk waren uitgespeeld met die tong in madeirasaus. De mensen in de mis hadden eens gelachen, en daarmee had hij zijn maatschappelijk nut nog maar eens bewezen. Als schepen van fees-telijkheden is mensen amuseren een van de belangrijkste bezigheden, naast begrafenissen bijwonen en blijven hangen op de koffietafel. Pas tegen tien uur ’s avonds had hij de deur van het café van Falle Pachters achter zich dichtgetrokken, en bij elke waggelende stap waggelde zijn maag mee. Plots was het allemaal naar boven gekomen, stonden zijn wangen bol van schuimende gal en pils, en was er geen ontkomen meer aan. Als schepen kon hij toch niet ordinair tegen een gevel kippen? Voor een heer van stand is er op zo’n moment maar één uitweg: de zakken van je zondags kostuum. Eenmaal thuisgekomen had hij de boel gewoon in de kleerkast gehangen, in de hoop aan de toorn van Elza te kunnen ontsnappen. De politiek is een harde wereld, wist hij, en daar valt niet mee te lachen.

Een jaar of twintig geleden hebben ze dat op de BRT nochtans geprobeerd, in TV Touché. Over die politieke satire wordt dezer dagen met hoogdravende woorden die eindigen op -teit en -isme gepalaverd, al mogen we ervan uitgaan dat ook in dit geval de herinnering zoeter is dan het eigenlijke programma. Het halfvergeten geesteskind van Herman Vanmolle is weer een hot topic omdat Canvas zich sinds enkele weken aan een soort opvolger waagt. Verdeel en Heers gaat ervan uit dat politici eigenlijk niets te zeggen hebben: ze mogen het uitleggen in het parlement en op televisie, maar eigenlijk trekken anderen aan de touwtjes. Te weten: vier vertrouwelingen van het koningshuis, in de gedaante van acteurs Chris Thys, Fred van Kuyck, Bart Maes en StuBru-presentator Peter Van de Veire. Een plot die het midden houdt tussen 24 en Wilfried en Fons in Poupehan? Hoe camp van de VRT! De lat werd met-een hoog gelegd: een nieuw format met een entertainend verhaaltje, met politieke informatie voor de meerwaardezoeker en dat alles zonder journalistieke kemels te schieten. Faut le faire. Op de koop toe past het experiment in de geleidelijke vernieuwingsoperatie van Canvas. Bij zoveel ambitie is het beeld van Atlas met de wereld op zijn schouders niet veraf. Erg verwonderlijk is het niet dat producent Telesaurus zich zwaar vertilde: Verdeel en Heers raakte verstrikt in zijn eigen lachband. Lolligheden over belastingbrieven, de bril van Geert Lambert, de oren van Willy Claes en de schilderijen van Rik Daems krijg je nog wel verkocht in cafés waar bar flies na middernacht gestolen selderie uit de volkstuintjes komen verpatsen, maar op Canvas klinken ze als een boer in het gezicht van de kijker.

Misschien is de politiek een te ernstige zaak. Misschien hebben wij de interne keuken te goed leren kennen om het nog grappig te kunnen vinden. Misschien zijn de verkozenen per definitie humorloze figuren, die in het beste geval geestig zijn ondanks zichzelf. Misschien heeft Canvas de tekstschrijvers van Verdeel en Heers schromelijk overschat. Zeker is dat de zakken van onze kostuumvest na het uitzitten van twee aflevering op barsten staan.

Door Bart Cornand

Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content