De zondares ging op haar knieën voor Hem zitten, waste zijn voeten en droogde ze met haar haren.’ De tremor in haar stem zouden we vandaag aandoenlijk vinden, maar toen vonden we haar gewoon een plooirok die zonder het goed en wel te beseffen aangebrande verhaaltjes vertelde. Met zijn achten zaten we rond de tafel in haar woonkamer, elke vrijdag na vieren, om er klaargestoomd te worden voor onze plechtige communie. Ze woonde samen met haar broer, een gepensioneerde priester, en hun ouders hadden niet beter gevonden dan de gezegende vruchten van hun lichamen Maria en Jozef te noemen. Sinds mensenheugenis probeerden ze prepubers tot vroomheid aan te zetten. Volgens het bisdom moest dat gebeuren door potjeslatijn te leren en stencils van De Kruisafneming in te kleuren, maar Maria en Jozef hadden zo hun eigen tactieken ontwikkeld. Hun living was volgestouwd met souvenirs van hun missiereizen. En dan hebben we het niet over plastieken flamencodanseresjes en koffielepels met de beeltenis van Bernadetje aan de grot maar over spullen waarmee je tegenwoordig de douane niet doorkomt zonder rubberen touché: koralen, opgezette leguanen, vogelspinnen, piranha’s, schorpioenen, reuzenschildpadden, het staat op de verboden lijst van het WWF en Jozef had het in zijn vitrinekast zitten. Wie de parabel van de lamme levensecht kon evoceren, mocht die dode beesten even aaien. Urenlang hebben wij toen op de grond gelegen.

Maria en Jozef hadden door wat Rik Torfs, professor Kerkelijk Recht aan de KU Leuven, ook snapt: als je godsdienst aan de man wil brengen, moet je de mensen snoepjes voeren. Dankzij Torfs zou een mens tegenwoordig een bek als Shane McGowan krijgen. Dienstbetoon aan de schapen van de parochie is natuurlijk een nobele roeping, maar je kunt één niet opzetten of daar zit de Pretprof. De verkiezing van de sportpersoonlijkheid van het jaar? Torfs vertelt een grapje over petanque. De Pappenheimers? Torfs kent ze grondig. De Slimste Mens ter Wereld? Torfs houdt het zes afleveringen vol. De camera van Coninx en Van Wijck blokkeert tijdens een interview met kardinaal Danneels en Louis Michel? Torfs komt spoorslags depanneren. Slechte casting kun je dat bezwaarlijk noemen. Torfs is ad rem en voor iemand uit zijn sector een uitzonderlijke man van de wereld. Daarnaast is een geestige professor bijna automatisch leuker dan een geestige stand-up comedian; de lol zit ‘m natuurlijk in de paradox. Pretlichtjes, pretogen, pretnet, pretprof, alles klopt. Dat hadden ze ook bij De Laatste Show begrepen, waar hij sinds kort de nieuwe rubriek Ora et labora (bid en werk) vult. Absit invidia (het is niet cru bedoeld), maar Torfs had het voor zijn doop getroffen: er waren zowaar twéé Vlaamse kardinalen heengegaan. ‘Kardinaal Schotte kwam altijd bloedernstig over en dat slaat vandaag niet altijd aan – zeker als het op wezenlijke dingen aankomt’, bezwoer hij. ‘Kardinaal Quintens was de man van de glimlach, en misschien bereikte hij daarmee meer de mensen.’ Waarmee hij meteen zijn eigen marketingstrategie te grabbel gooide. Vergeet die aanhoudende stroom van academische publicaties maar, een hedendaagse prof telt pas mee als hij de media haalt. En die tv-optredens zijn natuurlijk uitstekende promo voor de verkoop van vulgariserende boekjes.

Torfs is erudiet én grappig, en zolang hij tijdens zijn tv-carrière genoeg over zijn echte stiel praat, hoeft hij niet voor zijn academische sérieux te vrezen. Het gevaar zit hem in die monkellachjes die hij na een grappige vondst krampachtig probeert te onderdrukken. ‘Als het werkelijk belangrijk was, ontging hem niets’, gnuifde hij over Quintens. Hopelijk ontgaat het hem niet dat zijn sérieux het belangrijkste ingrediënt van zijn geestigheid is. Hij kan er maar beter omzichtig mee omspringen. Voor je ’t weet, braccae tuae aperiuntur (je gulp staat open).

Door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content