W aar is mijnen ananas? En zit het kieken al in de auto?’ Van alle speechen die we ter gelegenheid van 175 jaar België nog over ons heen zullen krijgen, is dit nú al onze favoriete quote. De winnende inzendig komt van Fons Verplaetse in de documentaire De laatste missie, het vijfde luik uit de reeks Typisch Belgisch.
Diep in de brousse had de eregouverneur van de Nationale Bank gezocht naar manieren om de Congolezen te helpen. Of monsieur het transport kon verbeteren, wilden de dorpelingen weten. En een paar kettingzagen en hakken zouden ook veel schelen. ‘We zullen dat arrangeren‘, had Verplaetse beloofd, en bij wijze van bedanking mocht hij alvast een keuze maken uit de plaatselijke landbouwspecialiteiten. De man met een lade vol Mont Blanc-pennen, een kast vol dure sigaren en een kluis vol adelbrieven koos met jongensachtig enthousiasme voor een stuk fruit en een zwarte haan. Het zegt veel over hem en over de aanpak van het VTM-programma. Deze aflevering was zonder twijfel de beste versie van De wereld zoals hij is die ooit op de Vlaamse televisie te zien was. Geen weeë materniteitsgeuren, geen kippen aan het spit op bezoek bij de dierenarts, maar het verhaal van een gewone mens met een ongewoon c.v.: eregouverneur van de Nationale Bank van België, eregouverneur van het Internationaal Muntfonds, burggraaf, Grootkruis in de orde van Leopold II… En toch leek hij in deze documentaire de gewoonste opa van Zulte en omstreken. In zijn kantoor bij de Nationale Bank, vijf hoog tussen de archieven, stapte hij achteloos naar een kast, op zoek naar relikwieën uit zijn gloriedagen als penningmeester van België en bezieler van de euro. De oogst viel wat tegen: een stapel kunstboeken, netjes verpakt als op de dag dat hij ze had gekregen. Plots viel er een vel papier van het schap. Verplaetse: ‘ Verdoeme, wat is dat hier nu? Ik ben ergens doctor honoris causa geweest? Kijk, equito honoris causa en heel den bazaar. Maar dat is een schoon spel! Tja. Dat ligt daar, hè.’
Op zijn 72e heeft Verplaetse zich teruggetrokken uit de wereldeconomie, en scheert hij nog het liefst de haag rond zijn huis in het Luxemburgse gehucht Poupehan. Af en toe kan hij het niet laten om zich nog eens in te zetten voor de goede zaak. ‘Toen ik gouverneur was, vroegen ze me of ik eens iets voor de derde wereld kon doen. Ik vond de derde wereld wreed sympathiek‘, aldus Verplaet- se met een uitgestreken gezicht. ‘Ik ga eerlijk zijn, ik kom het best overeen met de Aziaten. Dat zijn serieuze mensen. Die mensen wérken. En Afrika? Voor cultuur, liederen, zang en dans, kun je niet beter hebben dan Afrika.’ Toch zegde hij toe om adviseur van de nationale bank te worden van het land dat hij op onbewaakte momenten ‘Belgisch Congo’ pleegt te noemen, en probeert hij bij grote bedrijven in zijn onbehouwen stijl investeringen los te weken. Tijdens een succulent diner met de top van een farmagigant, staarden de decision makers tijdens zijn discours bijna dwars door hun borden heen. Op een hartelijk geschonken ananas hoefde Verplaetse op het eerste gezicht niet te rekenen.
Met zijn grapjes over mensenetende stammen, luie Afrikanen en zijn gebrek aan decorum had een documentairemaker van minder goede wil een karikatuur van Verplaetse kunnen maken. Peter Boeckx en regisseur Tom Van Herzeele hebben dat niet gedaan. Hun cinéma vérité-aanpak is een oefening in close reading. Geen commentaarstem, geen springerige montage, geen grapjes zonder ook de ernst en het engagement te tonen. Dat Verplaetse begin de jaren tachtig achter zijn haag in Poupehan en petit comité de devaluatie van de frank bedisselde, wordt daarbij als algemene kennis beschouwd. Daar zijn moeite en moed voor nodig, en die hebben de producenten én VTM met deze reeks getoond. Van alle tv-programma’s die we dit jaar nog over ons heen zullen krijgen, is Typisch Belgisch nu al een van onze favorieten.
Door Bart Cornand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier