‘Vijf jaar heb ik ‘m nu al. Mijn Suzuki. Ik maakte met vrienden een trip door de streek van Kent, toen ik ‘m plots opmerkte. Hij stond voor een garage geparkeerd, met een strook karton rond zijn hals geknoopt waarop in koeien van letters ‘For Sale’ stond geschreven. Ik kende niks van motors, maar ik was meteen verkocht voor zijn looks. Model: GS 850. Gewicht: 238 kilo. Bouwjaar: 1979. Vraagprijs: een appel en een ei. Ik heb niet geaarzeld!
Al jaren zwierf ik door Londen op een scooter. Praktisch, dat wel, maar mijn 1m96 op dat brommertje: het was geen gezicht. Mijn Suzuki is een no-bullshitmotor waarop je strak rechtop zit. Heerlijk! En dan dat design: typisch voor het eind van de jaren 70, een periode die sowieso in alles mijn voorkeur wegdraagt – dat merk je ook aan de Godley & Crème- en Supertramp-invloeden op mijn debuut Play To My 0wn Tune. Het is het ambachtelijke uit die tijd dat me aanspreekt. Toen was het nog cool om geavanceerd te zijn. Ik sluit niet uit dat ik me ooit, als ik de middelen ertoe heb, zo’n eigentijdse Ducati aanschaf, maar die Suzuki verkopen, zal ik nooit over m’n hart krijgen. Je raakt gehecht aan zo’n oud ding met een eigen temperament.
The cow, noemen ze hem, en het beestje heeft een belangrijke plaats in mijn leven ingenomen. Het heeft zelfs op een rare manier mijn carrière als muzikant vooruitgeholpen. Een paar jaar geleden raakte ik betrokken in een ongeluk – een ordinaire botsing met een wagen, ik was niet in fout, maar brak wel een sleutelbeen. Met de fikse verzekeringspremie die ik toen opgestreken heb, heb ik een studio ingericht. Zo kon ik mijn werk als componist voor film, tv en commercials verder uitbouwen. Ik heb trouwens met dat accident de Britse tv gehaald. Toevallig liep daar een ploeg van Fly On The Wall rond: die zijn me schaamteloos gevolgd naar het hospitaal. Drie dagen later waren mijn Suzuki en ik op de buis te zien. Als ik eens pech heb met die machine is er toch altijd een voordeel aan verbonden, zo lijkt het wel. Is het toeval dat ik, op reis in Frankrijk, net in het schattigste dorpje met de motor viel en mijn schouder uit de kom schoot? Ik moest er noodgedwongen enkele dagen blijven hangen, maar ik heb het me niet beklaagd: ik heb nooit zo lekker gegeten en nooit zoveel fun gehad als toen.
Ik ben bang van vliegen, maar over de grond kan het voor mij niet snel genoeg gaan. Hoewel, plankgas geven met een auto zegt me weinig of niets. Het is de fysieke sensatie die telt. Het voelen van de wind geeft me een ongelooflijke kick – daarom ben ik ook zo dol op skiën. Even dreigde het fout te lopen met mijn motorobsessie. Ik kocht alle motorbladen, ik volgde alle Grand Prix-races, ik begon me echt in het bikersmilieu te nestelen. Gelukkig zag ik op tijd in dat ik op weg was een nerd te worden. Ik heb die onzin niet nodig. Het gaat mij puur om het rijplezier. Als ik op Waterloo Bridge voor mij de skyline zie opdoemen en eens goed optrek, voel ik een heel klein beetje de Johnny in mij bovenkomen. Het is pijnlijk om toe te geven, maar wanneer ik na een goed concert naar huis rijd, betrap ik me erop dat ik daar nog méér van geniet dan van dat optreden.’
De Belgische muzikant BUNNY woont en werkt in Londen. Zijn debuutplaat ‘PLAY TO MY 0WN TUNE’ is uit bij Lowlands. In concert: 17/5 ABClub, Brussel.
‘Als ik op Waterloo Bridge voor mij de skyline zie opdoemen en eens goed optrek, voel ik een heel klein beetje de Johnny in mij bovenkomen.’
Opgetekend door Peter Van Dyck
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier