SUPERCALIFRAGILISTICEXALCOHOLIC

Te veel flops, te veel drank, te veel drugs, te veel wilde feestjes, te veel gevloek op televisie. ‘Het heeft geen haar gescheeld of ik had mijn hele carrière om zeep geholpen’, knikt Colin Farrell. Maar de dronkaard die acteerde, is gelukkig weer een acteur die een dronkaard speelt. En dan nog wel in Saving Mr. Banks, een Disneyfilm over het ontstaan van Mary Poppins.

Het moet een record zijn: 12 minuten en 50 seconden voor het einde van het interview heeft Colin Farrell nog steeds niet gevloekt. Hij die vroeger geen twee zinnen na elkaar kon zeggen zonder met een paar fucking fucks aan te duiden op welke woorden de klemtoon lag. Na die ene krachtterm – op 12 minuten en 49 seconden voor het einde van het interview – volgt nog een vriendelijk ‘you’re fucked!’-grapje. En dat is het. Wat is er gebeurd met het jong opvliegend geweld dat een verhuis van Dublin naar LA en een plukrijpe carrière als filmster geen reden vond om te stoppen met vloeken, drinken, roken en versieren? Hoe is hij kunnen veranderen in de schoongewassen vriendelijke man die promodames verrukt met enthousiaste uiteenzettingen over de kwaliteiten van het scenario van Saving Mr. Banks en die zijn best doet om alle journalisten een eerlijk antwoord te geven, zelfs als die naar zijn drankverslaving peilen?

Vragen naar zijn alcoholgebruik kon hij natuurlijk van ver zien aankomen. Saving Mr. Banks is het verhaal van hoe Walt Disney hemel en aarde beweegt voor P.L. Travers’ toestemming om haar succesroman Mary Poppins te verfilmen. De excentrieke Brits-Australische schrijfster (Emma Thompson) is er als de dood voor dat de Amerikaan (Tom Hanks) haar geliefde personage een overdosis suiker zal toedienen. Lange flashbacks zetten uiteen hoe Travers op haar zevende in een afgelegen dorp in Australië moest toezien hoe haar bankierende vader – Farrell dus – zijn leven vergalde door te veel te drinken.

Bijrollen zijn we van Colin Farrell niet gewoon, maar hij kan geen hoofdrollen blijven spelen in films die tonnen geld kosten en vervolgens niets opbrengen, zoals de Total Recall-remake van twee jaar geleden, Alexander (2004) van Oliver Stone en Miami Vice (2006) van Michael Mann. ‘Ik ben trotser op een bijrol in een film als Saving Mr. Banks dan op heel wat films waarin ik de hoofdrol speelde’, verdedigt Farrell zich. ‘Het scenario van Kelly Marcel was met voorsprong het meest aangrijpende dat ik in vijftien jaar gelezen had. Het is een caleidoscoop van meningen, sentimenten, humor en scherpe dialogen zonder dat het gekunsteld is. Geen grap is geforceerd. Nooit is het ernst om de ernst. En heb je gezien hoe mooi nevenpersonages zijn als de chauffeur die Paul Giamatti vertolkt en de Shermanbroers, die de muziek van Mary Poppins componeerden?’

Wat een enthousiasme! Al jaren grote fan van Mickey Mouse?

COLIN FARRELL: Neen. En kom nu niet, zoals in de tv-shows, met die foto van toen ik vier was, verkleed als Mickey Mouse. Die foto bestaat, maar ik kan me het niet herinneren. Zoals iedereen heb ik wel genoten van Disneys canon. Ik ben opgegroeid met Pinocchio, Peter Pan, Lady and the Tramp, 101 Dalmatians en The Aristocats. The Jungle Book is de eerste film waarvan ik me herinner dat ik ‘m gezien heb.

Nostalgisch naar Mary Poppins dan?

FARRELL: Ook niet. Ik had het als kleine jongen eerder voor Willy Wonka & the Chocolate Factory. Ik haatte of aanbad Mary Poppins niet, ik was er gewoon niet mee vertrouwd. Op televisie moet die film zeker een paar keer te zien geweest zijn, maar wellicht had ik het te druk met voetballen. Nostalgie heeft dus niet meegespeeld. Geloof nou maar dat ik dat scenario fenomenaal vind.

Fair enough. Wat raakt je er precies in?

FARRELL: De relatie tussen ouders en kinderen is de meest betekenisvolle, diepe, potentieel pijnlijke en potentieel vrolijke ervaring in je leven. Saving Mr. Banks is bijna een lofzang op die relatie. Disney spreekt niet toevallig zoveel over zijn dochters in de film. Hij heeft hen een Mary Poppins-film beloofd. Hen teleurstellen is uit den boze. En de sleutel tot de film is de relatie tussen P.L. Travers en haar vader. Zelf loste ze geen woord over haar jeugd en afkomst. Verboden terrein. Ze verwees nooit naar haar leven in Australië, ze zweeg over de vader die ze verloor toen ze zeven was. Maar ze gebruikte wel zijn voornaam – Travers – als nom de plume. Die contradictie zegt genoeg. Saving Mr. Banks grijpt zoveel mensen aan omdat je gaandeweg beseft hoe belangrijk haar vader voor haar was, niet omdat je ziet hoe de Mary Poppins-film tot stand kwam. Dat is slechts de coole, lieflijke, entertainende achtergrond. De beelden, gebeurtenissen, geuren en geluiden die je als kind treffen, worden de geesten die je de rest van je leven achtervolgen. Soms zijn het vriendelijke geesten, soms niet. De echo’s uit ons derde, vierde, vijfde, zesde, zevende levensjaar horen we op ons tachtigste nog steeds.

Wat voor een vader ben jij?

FARRELL: Ik probeer een aanwezige vader te zijn. Door mijn werk ben ik regelmatig lange tijd uithuizig, maar daar staan periodes van twee, drie maanden tegenover dat ik thuis in LA alle tijd van de wereld heb. Dan haal ik mijn jongens van school, spelen we, maken we samen huiswerk… Tegen het einde van die tijd zijn ze me beu gezien. Dus dat zit goed. (lachje) Ik heb het uitgerekend: volgens mij ben ik meer uren en minuten met mijn kinderen bezig dan mensen met een nine-to-fivejob. Toch voel ik me schuldig als ik de baan op moet. Ook al hoor ik hen voorlopig niet klagen.

Mijn grootste angst is dat mijn kinderen zich ooit ongeliefd zouden voelen, of twijfelen aan mijn liefde voor hen. Maar guess what? Ze gaan zich op een bepaald moment fucking(yep, nog 12 minuten 49 seconden te gaan, nvdr.) wél zo voelen. Ik ken niets van ouderschap, maar op dat moment wil ik er zijn om het met hen over dat gevoel te hebben. Ik heb de boeken en artikels gelezen van kinderen van bekende acteurs die het niet gemakkelijk hadden. Voor je het weet, werk je te veel en verwaarloos je je kinderen. Er is werk genoeg, je wilt werken, je wilt voor je kinderen zorgen, je houdt van je werk…

Word dan selectiever in de films die je doet!

FARRELL: Ik zou graag afbouwen. Ik houd van acteren, maar moet ik daarom twee films per jaar maken? Of drie, zoals vorig jaar? Ik zou me de volgende jaren graag beperken tot één film per jaar. Eén film waar ik in geloof. De rest van het jaar wil ik thuis zijn bij de kinderen, schrijven en een paar andere ideetjes uitwerken.

We kunnen er niet omheen dat je net als je personage in Saving Mr. Banks tegen de drankduivel hebt moet vechten. Hoe ver gaat de parallel?

FARRELL: Helemaal niet ver. Onlangs hoorde ik een acteur zeggen dat je zelf een ouder moet zijn om een ouder te kunnen spelen. Onzin. Dan zie je volgens mij in acteren het woord a-c-t-e-r-e-n over het hoofd. Ik hou niemand tegen die wil terugvallen op persoonlijke ervaring en gevoelens. Zelf hou ik er niet van om te veel van mezelf in een personage te leggen.

Als acteur word je hoe dan ook geconfronteerd met de grote vragen waarmee je personages worstelen. Uiteindelijk komt het allemaal voort uit je bron van gevoelens. Dus er zitten stukjes van mij in Travers. En ik kan meevoelen op basis van mijn ervaring. Máár ik voel me niet zoals hem. Zijn leven is het mijne niet. Zijn verslaving, zijn lot, is een droevig onderdeel van het verhaal. Ik moet die scènes niet met mijn persoonlijk wedervaren droevig maken. Die droefenis is er vanzelf wel.

Nu doe je alsof het je niets deed om een alcoholist te spelen. Moeilijk te geloven van iemand die rehab van binnen en buiten kent – en daar openlijk over praat.

FARRELL: Het was een eer om een dronkaard te spelen en ’s avonds gezond naar huis te gaan en de jongens in bed te stoppen. Er zijn zoveel ouders die er voor hun kinderen hadden willen zijn, maar er als gevolg van alcoholisme niet waren. Erg triest, maar niet mijn verhaal. Ik ben heel blij dat dat mijn verhaal niet meer is.

Ik herinner me wel het door de alcohol aangewakkerde zelfmedelijden en de overweldigende melancholie, die tot pure wanhoop leiden kan: vaststellen dat de wereld rondom jou het goed heeft en dat alleen jij ongelukkig bent, ervan overtuigd zijn dat het aan jou ligt, aan niets anders meer kunnen denken…

Bizar toch. De wereld lag aan je voeten. En toch zo ongelukkig zijn en drinken.

FARRELL: Bwah. Of het nu alcohol is of het verlies van een dierbare, het leven zit vol pijn. Als je geluk hebt, zijn er ook veel mooie momenten. Ik kan zeuren of stoer doen over mijn rehab, maar dat wil ik niet. Het is niets om trots op te zijn, al die keren dat ik gehoor gegeven heb aan de lokroep van de drankduivel. We hebben wild gedanst en luid gezongen. We hebben elkaar vele malen vervloekt en opnieuw in de armen gesloten.

Mijn groot geluk was dat ik nog kon werken. Het heeft geen haar gescheeld of ik had mijn hele carrière verkloot, maar helemaal kapot was ze nog niet. Ik had nog een paar kansen. Ik had een mooi huis om in te wonen, ik was een alcoholist maar geen dakloze. Ik heb al een paar keer de vraag gekregen of de ontwenningskuur voor mij moeilijker was omdat ik beroemd ben en de media op de loer liggen. Natuurlijk niet! Komaan, zeg! Ik had het net makkelijker. Ik had geen financiële problemen, een plaats in de ontwenningskliniek was zo geregeld. Ik had het grote geluk dat wijze, bezorgde mensen in mijn omgeving me van het verkeerde pad geholpen hebben. Travers Goff, de vader van P.L. Travers, had dat geluk niet. In de outback waren de support groups destijds dungezaaid. Het woord zelfhulp was nog niet eens uitgevonden.

Is Saving Mr. Banks een keerpunt? Zien we je weer vaker in dramatische rollen?

FARRELL: Ik word eerder met actie geassocieerd. Ik begrijp dat wel en ik schaam me daar niet voor. Alleen, het klopt niet. Ik heb door de jaren heen nog dramatische rollen gespeeld: Intermission (2003), A Home at the End of the World (2004), Cassandra’s Dream (2007), Ondine (2009)… Maar dat waren geen films die een heel groot publiek bereikt hebben. Saving Mr. Banks heeft dat potentieel wel.

Zijn er films die je wel als een keerpunt beschouwt?

FARRELL: Ik wil hier niet de diplomaat uithangen, maar elke stap telt. Een belangrijke was Ballykissangel (1998-1999). Zonder die tv-serie had ik nooit in Minority Report (2002) van Steven Spielberg gestaan. Ook een grote stap was het toneelstuk In a Little World of Our Own in Donmar Warehouse in Londen. Die ervaring cementeerde mijn liefde voor het acteren en betekenisvolle stukken. Kevin Spacey duwde me daarop het wereldpodium op. Hij introduceerde me bij een Amerikaanse agent en hielp me aan een eerste filmrol mét dialoog. Dat was in Ordinary Decent Criminal (2000) van Thaddeus O’Sullivan. Ook die film was a big thing.

De lijst regisseurs die een beroep op je hebben gedaan, is indrukwekkend: Steven Spielberg, Terrence Malick, Oliver Stone, Woody Allen. Heb je een favoriet?

FARRELL: Met Spielberg werken, was professioneel en persoonlijk een enorme opportuniteit. E.T. is de eerste film die ik in de bioscoop zag. Als kind was ik zot van Jaws, Indiana Jones. Je mag nog zo’n grote naam zijn, in een Spielberg spelen opent altijd nieuwe deuren.

Met Oliver Stone heb ik intens samengewerkt en was het contact heel persoonlijk. We vormden een tandem. Hij was de kapitein van het schip en zag mij als zijn eerste stuurman. Ik was zijn Alexander. Oliver is enorm begeesterd door zijn projecten. Hij werkt aan zijn films zoals Jackson Pollock aan zijn schilderijen. Overal liggen aantekeningen.

En als Oliver een natuurkracht is, dan is Terrence Malick een natuurelement, meer als de wind en de bomen. Precies zoals je verwacht op basis van zijn films. Het was een grote eer om de druppel inkt te mogen zijn op de pen waarmee hij schrijft.

SAVING MR. BANKS

Vanaf 26/2 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

COLIN FARRELL ‘P.L. TRAVERS ZWEEG HAAR HELE LEVEN OVER HAAR VADER, MAAR ZE GEBRUIKTE WEL ZIJN VOORNAAM ALS PSEUDONIEM. DÁÁROM IS SAVING MR. BANKS ZO AANGRIJPEND, NIET OMDAT JE ZIET HOE MARY POPPINS TOT STAND KWAM.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content