STUDIO DE STAD
Maandag 27/10, 21.30, Canvas
Omdat steeds meer mensen in de stad wonen, zet Canvas meer dan een week lang de stad van vandaag, van morgen en ook een beetje van gisteren centraal. De eerste vier dagen worden telkens afgesloten met een talkshow waarin Ruth Joos vier gasten laat debatteren. Uitgangspunt is een documentaire over – u raadt het – de stad.
Burgers laten zich steeds meer horen. Kunnen ze een rol spelen in de hertekening van de stad?
RUTH JOOS: Dat denk ik wel. Een van onze gasten is Bart Somers. Als burgemeester van Mechelen organiseert hij geregeld volksraadplegingen. Hij is niet de enige die oog heeft voor de trend dat mensen zich organiseren en steeds meer de aandacht trekken. Als je dat vergelijkt met vijftig jaar geleden, denk ik dat we al een heel eind ver zijn. En gelukkig blijft het niet langer beperkt tot zogenaamde ‘nimby-projecten’, not in my backyard. Negatieve protestacties zullen er altijd zijn, maar de laatste jaren zijn er heel veel positieve vragen van burgers die samen nadenken over hun leefomgeving en suggesties doen om die te verbeteren.
Stadsplanning is een werk van lange adem. Het is bovendien net als sleutelen aan een draaiende motor, een metafoor die Kristiaan Borret, de voormalige Antwerpse stadsbouwmeester, vaak gebruikt. Als we kijken naar onze Europese steden, dan zitten we vaak met een wirwar van straatjes die het niet altijd eenvoudig maken, maar die we ook net gezellig vinden. Die erfenis leefbaar houden is een moeilijke opdracht. In het verleden zijn er ook fouten gemaakt. Vele vernieuwingen zijn trial and error, maar op stedelijk niveau kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Zo laten we onder meer een documentaire zien over sociale woonblokken die met de beste bedoelingen zijn ontworpen, maar om verschillende redenen mislukt zijn. Theoretische modellen over menselijke leefpatronen willen wel eens vloeken met de realiteit.
Zijn er steden die iets sneller aan de draaiende motor kunnen sleutelen dan andere?
JOOS: Iedereen verwijst altijd naar Kopenhagen, de fietsstad. Wij koesteren daar een ideaalbeeld over en denken: ‘O Kopenhagen, zo moet het bij ons ook zijn.’ Maar dan hoor ik Vlaams Bouwmeester Peter Swinnen onlangs zeggen: ‘Ja ja fietsstad, maar die stad is wel vlak.’ (lacht) Om maar te zeggen: je moet altijd rekening houden met het typische van elke stad. In een heuvelachtige stad als Brussel kun je de succesformule van Kopenhagen niet zomaar kopiëren, tenzij je voor de elektrische en dus duurdere fiets kiest. Wat ik wil zeggen, is dat iedere stad een oplossing op maat nodig heeft.
Op de gastenlijst staan weinig vrouwen.
JOOS: Tja, drie vrouwen tegenover dertien mannen is mager. Ik heb mij getroost met de gedachte dat in alle studies die ik heb gelezen pakweg tien procent vrouwen opduikt. Het is vreemd genoeg een sector waarin de vrouw heel erg ondervertegenwoordigd is.
THOMAS VAN LOOCKE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier