‘Speel maar eens een overtuigende seksscène met je beste maat’
Een gebrek aan eigenliefde kun je Xavier Dolan moeilijk aanwrijven, maar onterecht is dat niet. Met zijn tweede langspeler Les amours imaginaires, een sexy ‘ménage à trois’ over de luimen der liefde, bevestigt de jongeling immers zijn rastalent. ‘Eigenlijk ben ik een veteraan van 21.’
De haren zijn netjes geföhnd. Het de-signhemdje zit strak in de broek. De Ray-Ban staat pront op de neus. En de puntige bottines ogen piekfijn opgeblonken. Zelfs op een snikheet strand in Cannes loopt Québécois Xavier Dolan erbij alsof hij zo meteen de catwalk opmoet. Wie zijn eerste twee langspelers heeft gezien – J’ai tué ma mère (2009) en zijn nieuwe dramedy Les amours imaginaires – kijkt van dat narcisme wellicht niet op. Niet alleen borstelt Dolan, een voormalig kindsterretje van de Canadese tv, zichzelf daarin met fetisjistisch genoegen in beeld, voor beide films haalde het amper 21-jarige goudhaantje de inspiratie ook uit zijn eigen leventje.
Vormde zijn coming-out en vertroebelde relatie met zijn moeder de rode draad doorheen zijn bekroonde debuut, dan gaat het in de opvolger over relaties in alle vormen, geuren en kleuren. Centraal staat – als vanzelfsprekend – Dolan zelf die als gay casanova Francis afwisselend het hof gemaakt wordt door zijn in vintagekleren getooide vriendin Marie (Monia Chokri) en Nicolas (Niels Schneider), een adonis met blonde krullen. Wat volgt, is een gulzig gefilmde driehoeksverhouding vol kleurrijke kitsch, sfeervolle popdeuntjes van Dalida tot Fever Ray, geestige nepinterviews en knipogen naar de Franse nouvelle vague, al houd je dat laatste compliment bij de teer-gevoelige Dolan maar beter voor jezelf.
En waarom?
Xavier Dolan: Omdat ze zeggen dat ik alles pik van Godard. Dat ik plagieer. Dat stijl bij mij belangrijker is dan inhoud. Dat was bij J’ai tué ma mère ook al zo, maar toen hadden ze waarschijnlijk nog medelijden met mij omdat ik zo jong was.
En wie zijn ‘ze’?
Dolan: The Hollywood Reporter onder andere.
De meeste reacties op ‘Les amours imaginaires’ zijn net uitermate positief.
Dolan: Denk je? Je begint zelf toch ook over de nouvelle vague en Godard?
Omdat de manier waarop je speelt met narratie, jump cuts, kleuren en muziek ontegensprekelijk aan Godard doet denken. Inspiratie halen is echter nog niet hetzelfde als plagiëren.
Dolan: Als jij het zegt. Critici weten toch altijd alles beter. Ik kan alleen maar zeggen dat ik lang niet alle films van Godard heb gezien en dat ik vanuit mijn eigen ervaringen een origineel liefdesverhaal wilde maken.
Noem dan zelf eens een paar inspiratiebronnen.
Dolan: (Cynisch) Behalve Godard? Ik houd van Gus Van Sant, Jean Cocteau, Ingmar Bergman. Maar ik laat me vooral inspireren door het leven zelf. Ik leer uit mijn fouten en door dingen uit te proberen. Niet door films te bekijken van mensen die ik bewonder. Na de première zijn verschillende mensen me komen bedanken met tranen in de ogen. Denk je dat die weenden omdat ze die vintagejurk zo mooi vonden? Of omdat ze een knipoog naar Godard herkenden? Volgens mij weenden ze omdat ze ontroerd waren, omdat de personages en situaties authentiek aanvoelden.
Hoe dicht ligt het personage van Francis bij jezelf?
Dolan: Behoorlijk dicht. De film is een mix van anekdotes die ofwel ik, ofwel mijn vrienden hebben meegemaakt. Het idee ontstond toen ik samen met Monia en Niels (de andere hoofdacteurs; nvdr) met de auto door Amerika trok en dacht: ‘Waarom maken we geen film samen?’ De eerste scriptversie ging over twee broers en een zus, de tweede over schoolvrienden, tot ik besefte dat een ménage à trois allicht de meest natuurlijke invalshoek was. Rond dat gegeven heb ik vervolgens allerlei scènes en sketches geschreven om er een soort suite van te maken, in plaats van het zoveelste rechtlijnige verhaaltje over aantrekken en afstoten.
Was het lastiger of net gemakkelijker om met vrienden te draaien?
Dolan: Dat hing ervan af. Het is zeker niet makkelijker dan met acteurs die je niet kent. Probeer maar eens een overtuigende seksscène te spelen met je beste maat. Plus: je vrienden houden zich ook niet in als ze het niet met je eens zijn. Af en toe hebben we flink ruzie gemaakt, al bleven die dingen nooit hangen net omdat we mekaar zo goed kennen en vertrouwen.
Je schrijft, filmt, monteert en produceert je films zelf, hoewel je nog altijd maar 21 bent. Hoe ben je daar eigenlijk aan begonnen?
Dolan: Mijn stiefmoeder en haar zus hebben me grootgebracht wat film en literatuur betreft. De rest heb ik zelf gedaan door mijn spaargeld op mijn achttiende te investeren in mijn debuutfilm. Journalisten hebben het altijd over hoe jong ik ben, maar ik heb heus al het een en ander gelezen en gezien in mijn leven – de films van Godard bijvoorbeeld. (Lacht) Daaruit heb ik een groot stuk volwassenheid geput. Vergeet ook niet dat ik al van mijn vierde voor de camera sta en me onder regisseurs en acteurs begeef. Ook zo heb ik veel kennis en ervaring opgedaan. Eigenlijk ben ik een veteraan van 21.
Dan weet je dat kritiek en interviews bij het filmvak horen.
Dolan: Ik ben geen moeilijke jongen. Echt niet. (Verontschuldigend lachje) Ik praat alleen niet graag over mijn werk of over mezelf. Schrijven, acteren en filmen is wat me interesseert. Niet alles kapotanalyseren en altijd maar weer hetzelfde moeten herhalen, en herhalen, en herhalen, en herhalen…
Je bent toch niet verplicht om interviews te geven.
Dolan: Neen, maar ik besef dat het erbij hoort. Zonder media-aandacht komt niemand kijken, zeker als het gaat om kleine independentfilms als de mijne.
‘Les amours imaginaires’ zat in de officiële selectie van Cannes en dong mee naar de Roze Palm voor beste gayfilm. Is dat belangrijk voor jou?
Dolan: Die Roze Palm is een leuk initiatief, maar eigenlijk zou het niets mogen uitmaken of een film nu gay is of niet. We leven in 2010, niet in de middeleeuwen.
LES AMOURS IMAGINAIRESVanaf 6/10 in de bioscoop.
Door Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier