‘Spaar ons van mensen die dwepen met Dylan’

© GUY KOKKEN

Otto-Jan Ham en Stijn Van de Voorde gaan de boer op met hun theatervoorstelling ‘Music was my First love’. De twee radiopresentatoren over sfeervol bullshitten, de groeiplaten van Vanilla Ice en de StuBeu-heisa. ‘Sommige mensen hebben te veel vrije tijd en te weinig frisse lucht.’

Voor het radioprogramma De Eburonen trokken Otto-Jan Ham en Stijn Van de Voorde al door Polen, Tsjechië, de Verenigde Staten en de jungle van Borneo, maar dit najaar ontdekken ze samen nog een heel ander stukje van de wereld: de culturele centra van Vlaanderen. De twee StuBru-presentatoren maken vanaf volgende week namelijk de theaterpodia onveilig met Music was my First love, it will be my last, Music of the future, Music of the past, een voorstelling waarin ze terugblikken op hun carrière in de muziekwereld. En waarin ze aan de hand van ‘semiwetenschappelijke analyses’ de ‘achterkant van de muzikale medaille’ blootleggen. Enfin, zo wordt het toch verkocht. Wat we echt mogen verwachten, gingen we hen zelf vragen.

Heren, van wie kwam het idee voor een theatertournee?

Otto-Jan Ham: Dat is moeilijk te zeggen. Ik denk dat we er los van elkaar al mee rondliepen, maar dat we het nog niet hardop hadden uitgesproken. Een van ons twee heeft dan iets laten vallen, en de ander is daar opgesprongen.

Een logische stap is het niet, van de radiostudio naar een theaterpodium.

Ham: Ja, oké, maar ik denk ook niet dat wij echte radiomannen zijn.

Van de Voorde: Dat zijn we wel, maar voor heel specifieke dingen. We zijn heel beperkt: wij kunnen geen ochtendshow presenteren of iets als Music@Work, daar zijn we niet goed genoeg voor. Maar wat we kunnen, beheersen we helemaal. Er kan bijvoorbeeld niemand op StuBru beter een belprogramma maken dan Otto-Jan.

Ham: Eventueel een mooie titel voor je stuk. Het is maar een suggestie (lacht).

Ik vermoed dat de voorbereiding op een theaterstuk helemaal anders is dan voor een radioprogramma.

Ham: Je moet uit je ‘comfort zone’. Als ik radio maak, heb ik een blind vertrouwen in de afloop, zeker als het met Stijn is, want die weet – om een compliment terug te geven – heel goed hoe een programma moet klinken. Bij theater is dat toch anders. Op een gegeven moment ben ik ook in paniek geschoten, omdat ik niet wist of we wel op schema zaten.

Nochtans hadden jullie in juni al het scenario klaar, zag ik op Twitter.

Ham: O, maar dat ging heel gemakkelijk. Het hele stuk is eigenlijk bijeen ge- improviseerd. We zaten wat tegen elkaar te bullshitten, Stijn nam notities op zijn laptop, en werkte die dan uit.

Van de Voorde: Het ‘verslag van de vergadering’, bij wijze van spreken. Na vier keer samen zitten, hadden we al genoeg tekst om vier uur te vullen. Dan zijn we beginnen te schrappen tot we nog zo’n anderhalf uur overhielden.

Bestaat het stuk vooral uit jullie eigen ervaringen, of is het algemener dan dat?

Van de Voorde: We vertellen wel enkele anekdotes uit ons verleden, maar het gaat meer over onze visie op muziek en alles wat errond hangt.

Ham: Sommige dingen zijn heel persoonlijk, andere gewoon absurd. We verkopen het stuk heel serieus, alsof mensen echt onderricht zullen krijgen in de muziek, terwijl het eigenlijk het tegenovergestelde is.

Van de Voorde: We geloven dat muziek en muziekjournalistiek te serieus worden genomen. Bij voetbal heb je dat ook, dat matchen op zo’n manier geanalyseerd worden dat je begint te denken: hola, het is maar voetbal hé?`

Ham: Mensen die zeggen dat Jimi Hendrix god is, die sporen toch niet helemaal. Of mensen die dwepen met Bob Dylan, spaar me. Die man heeft ook heel vervelende dingen gemaakt, hé, het is ook maar een zanger die een bepaalde pose aanneemt.

Jullie hebben de afgelopen jaren een hoop muzikanten geïnterviewd. Zijn er helden van hun voetstuk gevallen?

Ham: Eigenlijk niet, maar mijn grote helden, zoals Queen of – mijn favoriete band aller tijden – Ween, heb ik nooit geïnterviewd. Ik ben daar ook blij om, want je moet eerlijk zijn: die interviews zijn per definitie niet aangenaam. Tien minuten om een paar vragen te stellen, dat kan nooit een geweldige klik geven.

Van de Voorde: Je kunt niet verwachten dat je favoriete artiest plotseling je beste vriend wordt. Ik heb mijn jeugdhelden Oasis en Paul Weller wel al gesproken, en dat verliep stug, zoals zovele andere interviews. Ook dat moet je relativeren.

Ham: Ik heb jaren geleden eens de voltallige Foo Fighters over mij heen gekregen tijdens een interview. Die hebben mij toen echt belachelijk gemaakt, en achteraf dacht ik: eigenlijk hadden ze gelijk. Als wij in hun positie zouden zitten, zouden we wellicht exact hetzelfde doen.

Van de Voorde: Op Werchter hebben we onlangs nog een groepje geïnterviewd dat we helemaal niet kenden.

Ham:(lacht) Ja, Rival Sons! Nu ken ik wel Rival Schools…

Van de Voorde: Ik dacht ook dat het om Rival Schools ging, tot een minuut voor het interview. (lacht)

Ham: Of ze nu de zanger, de drummer of de lichtman voor onze neus hadden gezet, het had weinig uitgemaakt. Maar het was uiteindelijk heel plezant, en ik denk dat ze nooit hebben gemerkt dat we niets van hen af wisten. Dat is eigenlijk de boodschap van de voorstelling: je moet het allemaal niet te serieus nemen. Wij proberen de luchtbel die vaak rond muziek hangt een beetje te doorprikken. Alles in die wereld wordt zo geromantiseerd dat het leuk is om er eens met de botte bijl door te jassen. Maar wees gerust, we nemen ook en vooral onszelf op de korrel.

In jullie radioprogramma’s was er vaak een rolverdeling tussen jullie twee: ‘Stijn altijd de clevere en ik de naïeve spring-in-’t-veld’, zoals Otto-Jan het ooit verwoordde in een interview. Is dat op het podium ook zo?

Ham: We gaan wel een paar clichés uitdiepen, zoals het beeld dat ik de dronkenlap ben en Stijn de controlefreak. Maar niet meer zoals in De Eburonen.

Van de Voorde: Daar kwam dat ook spontaan omdat Otto-Jan vaak niet eens wist naar welke landen we zouden gaan. Ik zei hem dat ook niet, omdat dat goede radio opleverde.

Ham: Stijn had altijd een Lonely Planet bij, ik viel telkens compleet uit de lucht. (lacht) Maar we kennen elkaar nu ook veel beter dan toen, en zeker op een podium is dat heel comfortabel. We hebben al een try-out gedaan voor een handvol mensen en daar merkte je al: als ik het wat liet afweten, nam hij het over en omgekeerd.

Van de Voorde: Er lopen bij StuBru heel fijne collega’s rond, maar Otto-Jan was de enige met wie ik zo’n stuk kon maken. Daarvoor moet je vrienden zijn.

Ham: Ik wou het net zeggen: de show is een bezegeling van onze vriendschap. (lacht)

Van de Voorde: Maar op een geheel heteroseksuele manier. (lacht)

Los van alle relativering zal ‘Music was my First love’ toch ook gaan over de liefde voor muziek?

Van de Voorde: Absoluut. Muziek is voor ons altijd een belangrijke hobby geweest, om het voorzichtig uit te drukken. Al ons zakgeld ging vroeger op aan albums en concerttickets, en vandaag is dat nog zo. Ook al omdat wij, in tegenstelling tot al die mensen op de muziekredactie van StuBru, nooit platen toegestuurd krijgen. (lacht)

Ham: Jij koopt nog veel, vooral van die limited edition-cd’s. Ik heb dat minder.

Van de Voorde: Ja, ik noem hem soms ’the copyman’. (lacht) Hij heeft mij ook geleerd hoe je een cd van het internet haalt, een maand of drie geleden.

Ham: Stijn wist niet eens wat Napster was, of mp3’s. Ik heb hem dat moeten uitleggen.

Van de Voorde: Ik kende dat wel, maar ik dacht dat je daarvoor een speciale computer moest hebben. Er ging plots wel een wereld voor mij open. (lacht) Je kunt echt elke plaat van het internet afhalen en ernaar luisteren zonder ervoor betaald te hebben.

Ham:(droog) Stijn, ik denk dat je de laatste mens op aarde bent die tot dat inzicht is gekomen.

Het aanbod is daardoor ook zo groot dat het moeilijk is om nog echt weg- geblazen te worden. Ontdekken jullie soms nog iets nieuws waar je ondersteboven van bent?

Ham: Zelden. Ik zal nu vast als een oude lul klinken, maar ik was onlangs aan het kijken naar een aflevering van Classic Albums over A Night at the Opera van Queen, en toen dacht ik: zo maken ze ze toch niet meer.

Van de Voorde: Ik merk ook dat ik het oudeballensyndroom begin te krijgen: dat ik minder gauw fan word van een nieuwe band, maar de groepen of platen waar ik op mijn zestiende naar luisterde nog altijd goed vind. Behalve Cool as Ice van Vanilla Ice dan.

Ham: Maar dat is ook een groeiplaat hé.

Iets anders. Milk Inc. was op StuBru voor het eerst te horen in een programma van Stijn, en jij, Otto-Jan, had onlangs in ‘One Night Stand’ Get Ready te gast. Wat vinden jullie van de hele StuBeu-heisa?

Ham:(zet zich recht) Mag ik beginnen, Stijn? Op zich is het mooi dat mensen klagen, want dat betekent dat hun band met de zender zo sterk is dat ze er zich zorgen over maken. Maar de een wil meer dubstep, de ander meer Slayer, nog een andere minder Selah Sue… Je kunt er geen radiobeleid uit puren hé? Ik ben tien jaar geleden begonnen bij StuBru, toen de zender qua marktaandeel op een dieptepunt zat. Ondertussen scoren we beter dan ooit tevoren, maar wat altijd hetzelfde is gebleven, is dat bepaalde mensen het niet goed vinden. En ik snap dat ook: als ik naar een zender luister, zijn er altijd wel liedjes waar ik niet van hou. Maar je moet je daarover zetten. Het verwijt dat StuBru eenheidsworst brengt, begrijp ik al helemaal niet. Als iedereen het allemaal goed zou vinden, dan zou het pas eenheidsworst zijn.

Van de Voorde: Of die klacht: ‘Vroeger was het beter.’ Wel, ik heb ooit een programma gemaakt over De Afrekening, De Misrekening, dus ik wéét dat het vroeger niet beter was. Ik snap dat je je gading niet vindt op StuBru als je alleen deathmetal goed vindt, maar er wordt heel hard nagedacht over wat wij draaien en er wordt veel over gediscussieerd om het zo goed mogelijk te maken.

Ham: In die uitzending met Get Ready – die trouwens heel tof was – heb ik muziek gedraaid van Queens of the Stone Age, Arctic Monkeys, Slayer zelfs. Maar ’s anderendaags stond er op Facebook wel een verontwaardigde reactie over het feit dat Get Ready op StuBru was geweest. Dan weet je: die hebben niet geluisterd, die zien Get Ready staan en ontploffen. Dat soort discussies kun je niet winnen: het gaat om mensen met te veel vrije tijd en te weinig frisse lucht.

Van de Voorde: Ik maak me ook geen zorgen om StuBeu: het gaat om een paar duizend mensen op een publiek van in totaal zowat 650.000. En die Facebookgroepen, wat stelt dat voor? Ik ben zelf lid van ‘Studio Brussel is voor depressieve pubers’, omdat ik dat grappig vind. Maar het is goed dat mensen hun mening kenbaar maken, want dat betekent dat ze veel om StuBru geven. Als je in een relatie ruzie maakt, dan is dat ook omdat je die relatie belangrijk vindt.

Tot slot: wat was de eerste plaat die je ooit gekocht hebt?

Ham: Waarschijnlijk Out of this World van Europe. The Final Countdown had ik gekregen op cassette, voor de opvolger heb ik zelf betaald.

Van de Voorde: Ik heb het album It Takes Two van Soulsister gekregen, en hun tweede plaat, Heat, heb ik gekocht.

Ham: Een heel moeilijke periode in zijn leven. (lacht)

En welk nummer moet er gespeeld worden op je begrafenis?

Ham:Dju, dat is een goede vraag. (denkt na)Poep in je hoofd van De Raggende Manne. Dat zou ik wel geestig vinden.

Van de Voorde: Oké, ik zorg ervoor.

Ham: Maar kijk eerst of De Raggende Manne niet live kunnen optreden in de kerk, hé? Ik krijg er precies al een beetje zin in. (lacht)

En bij jou, Stijn?

Van de Voorde:How am I supposed to live without you van Michael Bolton.

Ham: Ook een goede keuze.

Van Soulsister naar Michael Bolton, ik merk een rode draad.

Ham: De cirkel is rond, ja. Als de mannen van StuBeu zich afvragen aan wie het precies ligt, hebben ze bij deze hun antwoord.

MUSIC WAS MY FIRST LOVE, AND IT WILL BE MY LAST, MUSIC OF THE FUTURE, MUSIC OF THE PAST.

Première op 30/9 in Sint-Niklaas, info en speellijst op www.musicwasmyfirstlove.be

DOOR STEFAAN WERBROUCK / FOTO’S GUY KOKKEN

OTTO-JAN HAM: ‘De Foo Fighters hebben mij ooit echt belachelijk gemaakt tijdens een interview. Ze hadden ook gelijk.’

STIJN VAN DE VOORDE: ‘Ik dacht dat je voor mp3’s een speciale computer moest hebben.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content