Deze week begint bij Telenet de internationale krimireeks The Team. In Kopenhagen, Berlijn en Brussel worden drie dode prostituees gevonden en elke stad vaardigt zijn Europol-flik af. Belg van dienst is Veerle Baetens. Een gesprek over corrupte Belgen, de uiterlijke schijn van Hollywood en het lange zwoegen op haar eigen scenario.

Het zijn drukke tijden voor Veerle Baetens (37), die van de ene Europese filmset naar de andere vliegt. Eerst was er de prestigieuze Britse reeks The White Queen, later de Franse film Un début prometteur en nu is ze gecast door de Franse topregisseur Dominik Moll, bekend van Harry, un ami qui vous veut du bien (2000). Ze zal meespelen in zijn existentiële komedie Des nouvelles de la planète Mars. Tussendoor werkt ze hard aan het scenario van Tabula rasa, de reeks die ze samen met Malin-Sarah Gozin (Clan) en Christophe Dirickx (De helaasheid der dingen) schrijft.

Zelfs op feestdagen wordt er naarstig doorgewerkt en dus gaan we op pinkstermaandag langs bij Gozin thuis, waar ze samen aan de keukentafel zitten te schrijven. ‘Al is het nu vooral schrappen. En keihard werken. Ik had dat toch onderschat. We zijn hier al dik twee jaar mee bezig, nu zitten we eindelijk in de laatste rechte lijn. Maar ik ben blij dat we zoveel tijd hebben gekregen. In ons land wordt er te weinig aandacht geschonken aan scenario’s. Dat ligt niet aan de scenaristen zelf, want het talent is er wel degelijk. Maar het moet allemaal veel te snel gaan, met te weinig geld. Terwijl een scenario moet rijpen, laag per laag. Als Tetrisblokken die uiteindelijk in de juiste formatie vallen.’ Stilaan beginnen ze te vallen, die blokken. Maar het resultaat zal ten vroegste in het najaar van 2016 te zien zijn op één. Wie Veerle Baetens nu aan het werk wil zien, moet afstemmen op The Team -voorlopig op betaal-tv, later dit jaar bij VTM.

De geweldige rollen komen nu je richting uitgewaaid. Vanwaar je keuze voor The Team?

VEERLE BAETENS: Die beslissing is lang geleden al genomen, nog voor de hele Oscarheisa van The Broken Circle Breakdown. VTM heeft me naar voren geschoven. Ik heb wel auditie moeten doen, maar het ging toch makkelijker. Het leek me een goed opstapje om internationaal te gaan en het leek me gewoon ook leuk om samen te werken met een Duitse en een Deense ploeg. Al moet ik toegeven dat ik oorspronkelijk niet meteen weer een flik wilde spelen. Ik heb dat drie jaar gedaan, als Hannah Maes in Code 37, en dat blijft toch altijd hetzelfde keurslijf van ondervragingen en achtervolgingen. Vaak zijn de nevenpersonages in zo’n reeks veel interessanter dan de speurders.

Was het moeilijk om Hannah Maes van je af te schudden?

BAETENS: Soms wel, ja. Mijn vriend stond ook mee op de set en af en toe vond hij het te veel Hannah. Maar er zit natuurlijk veel van mezelf in, en bovendien verval je als speurder snel in clichés. Ofwel ben je de grommende, slechtgezinde flik à la Witse, ofwel de vrouw met ballen aan haar lijf. Je kunt zo’n speurder in een maatpak of een tijgervelletje steken of met de fiets door het politiegebouw laten rijden zoals Alicia Verbeek, mijn personage in The Team, maar het blijven stereotypen. Al ben ik wel blij dat Alicia een pak minder gefrustreerd is dan Hannah, minder getormenteerd. Ze heeft een bepaald je-m’en-foutisme dat ik wel kan appreciëren. En haar achtergrond is ook interessant. Ze is zelf uit de misère en de armoede gekropen om bij de politie te gaan werken. En ze zit gewrongen tussen morele dilemma’s, door haar eigen familie. Maar daar kan ik nog niet te veel over vertellen.

Ons land komt er wel niet zo goed uit: doofpotoperaties, corruptie… Je personage heeft het zelfs schertsend over de ‘Belgian style’.

BAETENS: Dat zinnetje heb ik er zelf aan toegevoegd. Zelfspot vind ik het belangrijkste wat er is. Trouwens: ik vind dat ons land – of toch mijn personage – er daardoor het sympathiekst uitkomt. De strakheid van Denemarken of de gründlichkeit van de Duitsers: allemaal goed en wel, maar op den duur wordt dat toch wat eentonig. (lacht) Al viel de regisseur wel achterover toen ze bepaalde ‘Belgische’ situaties in het scenario las. Ze vond die niet geloofwaardig. Tot ze het een en ander begon op te zoeken over wat er hier écht al is gebeurd. Begrijp me niet verkeerd: ik vind dat allemaal heel jammer, maar het geeft mijn personage wel kleur. In de reeks werkte ik ook in het ranzigste gebouw. De andere landen hadden allemaal keramieken tassen, wij dronken uit plastic bekertjes. We hadden zelfs amper computers. Maar dat geeft het allemaal wat spice, wat kleur.

Als kleine, charmante Belg stond je wel ineens naast Lars Mikkelsen, in een erg Deens getinte krimireeks, tegenwoordig toch de absolute top in het genre.

BAETENS: Lars was inderdaad zalig om mee te werken, een warme en intelligente mens die tegelijkertijd erg professioneel was. Als hij iets niet goed vond, zei hij het ook. Net als ik was hij enorm begaan met het scenario, dat ik uiteindelijk toch te klassiek vond.

Vind je The Team dan tegenvallen?

BAETENS: Nee, zeker niet. Maar het is gewoon iets klassieker. De focus ligt vooral op een moeilijke puzzel, niet zozeer op de menselijke relaties. Als er nog een seizoen komt, kan daar misschien meer aandacht naar gaan.

Je bent niet de enige Vlaamse actrice die volop doorbreekt in Europa. Is deze generatie uitzonderlijk getalenteerd?

BAETENS: Dat denk ik niet. Het heeft er vooral mee te maken dat onze filmgeschiedenis veel later begonnen is dan de Amerikaanse of zelfs de Britse of Franse. Bovendien hebben we als acteurs nu meer vrijheid dan vroeger. Nog niet zo lang geleden zaten we allemaal onder dat juk van het algemeen Nederlands. (op zeurderige toon) ‘Zo moet het, want we zijn gesofisticeerd.’ Dankzij topseries als In de gloria zijn we uit die vakjes gekropen.

Je lijkt nu vooral te focussen op prestigieuze Europese rollen. Een bewuste keuze?

BAETENS: Komt nu de vraag: hoe zit het met Amerika? (schatert) Ik móét naar Amerika, want anders… En altijd maar die vergelijkingen met Matthias Schoenaerts, terwijl dat een heel ander verhaal is. Hij is het effectief aan het maken daar. Terwijl ik hier al zoveel te doen heb. Ik mag dat misschien niet zeggen, maar ik ben niet zo Amerika-minded. Het is zo ver weg. Alleen al een conversatie voeren met die mensen is zo’n gedoe. Want ze zijn altijd heel druk bezig, en ik ook. Dan moet er ’s morgens vroeg of ’s avonds laat gebeld worden, maar ik heb wel een kind. Net hetzelfde met audities. Die moeten op tape worden opgenomen, met een professionele camera. Ik moet dan op zoek naar een goede tegenspeler, de make-up moet perfect zijn, de kledij helemaal juist. Ik heb al eens zo’n tape teruggekregen: doe het maar opnieuw, want je had niet de juiste blouse aan. Als er ooit iets van komt: prima. Maar voorlopig is het gewoon te druk in Europa. Ik merk ook dat al dat reizen me moe maakt, veel meer dan vroeger. Zelfs Parijs verstikt me na een tijdje. Dan wil ik naar huis, in mijn tuin zitten en naar de vogeltjes luisteren.

Een Amerikaanse blockbuster staat dus niet op je verlanglijstje?

BAETENS: Nee. Als ik het doe, moet het echt een wauw-rol zijn. Of een klein rolletje, maar dan wel in een fantastische film met fantastische mensen. Ik moet toegeven dat het ook heel leuk is als een Franse topregisseur als Dominik Moll me vraagt voor een film en ik niet eens auditie moet doen.

Zal de Europese film ooit even hoog ingeschat worden bij het grote publiek als Hollywood?

BAETENS: Nee, dat blijft hetzelfde in heel Europa: iedereen vindt Hollywood het summum. Daar is alles begonnen en daar zit het meeste geld. Maar ik vind dat pure schijn, omhulsel. Uiteraard denk ik ook soms: als ik dáár een film maak, zal iedereen vinden dat ik het heb gemaakt. Maar rationeel gezien is dat onzin. Misschien gebeurt het nooit. En dat is prima.

Je zou Vlaanderen ook kunnen loslaten om volop te focussen op een Europese carrière.

BAETENS: Maar dat wil ik niet. Ik houd ervan om bij mijn wieg te blijven. Wij beseffen niet hoe charmant dit land is. We zouden zo’n sterkte kunnen uitstralen, met onze culturele rijkdom en warmte. Maar in plaats daarvan bashen wij die. Ik wil hier blijven, daarom schrijf ik nu ook mee aan een eigen scenario.

Dat wordt de één-reeks Tabula rasa. Kun je al een tipje van de sluier lichten?

BAETENS: Wacht, ik zal Malin er even bij roepen. (Gozin komt aangelopen uit de keuken) Hoelang zijn we al aan het schrijven, Malin?

MALIN-SARAH GOZIN: In december 2013 zijn we begonnen.

BAETENS: En kunnen we al iets vertellen?

GOZIN: Ja, de pitch is al bekend. Het wordt een psychologische thriller over een vrouw met geheugenverlies, Mie, die de enige sleutel vormt in een verdwijningszaak. Ze zit vast in een instelling en ze krijgt bezoek van een rechercheur. Stilaan begint ze zich meer te herinneren en daarmee begint de puzzel. Als kijker weet je net zo weinig als zij.

BAETENS: Het wordt dus zeker geen klassiek detectiveverhaal.

Wanneer mogen we het resultaat verwachten?

GOZIN: Ten vroegste in het najaar van 2016. Nu zijn we het scenario aan het polijsten en de dialogen aan het afwerken. In juni beginnen we te lezen met de acteurs. Heel spannend.

BAETENS: Ik voel dat ik stilaan afstand moet beginnen te nemen. Ik ga zelf de hoofdrol spelen, dus ik zal alles moeten loslaten en luisteren naar de regisseurs. Als je zelf hebt meegeschreven, is dat heel moeilijk. Johan Heldenbergh is daar wonderwel in geslaagd bij The Broken Circle Breakdown. Ik zal echt moeten zeggen tegen de regisseurs: nu ben ik weer jullie marionet, gebruik mij.

Hoe belangrijk is het voor jou om zelf mee te creëren?

BAETENS: In mijn hoofd ben ik daar al heel lang mee bezig, met verhalen. Intussen besef ik ook dat muziek minder mijn ding is. Het zingen op zich wel. Maar zelf muziek schrijven, daar heb ik toch te weinig kaas van gegeten. Onlangs ben ik naar een concert van Róisín Murphy gaan kijken en ik voelde ineens waarom die popmuziek mij niet ligt. Je moet altijd teruggrijpen naar dezelfde nummers omdat de mensen dat vragen. Zeker een people pleaser als ik. Maar ik zou dat beu worden, altijd maar hetzelfde personage zijn. Ik wil in het hoofd van anderen kruipen, hun psyche onderzoeken en die zo helder mogelijk overbrengen, zodat mensen zich erin herkennen. Op een dag wil ik graag zelf in de regisseursstoel zitten, dat lijkt me het summum. Maar daar ben ik nu nog niet klaar voor, ik moet nog veel leren.

Je stelt je wel weer kwetsbaar op: scenarioschrijven is een heel ander vak dan acteren.

BAETENS: Dat klopt, maar ik ben gelukkig niet alleen. De twee andere scenaristen zijn een soort afdak boven mijn hoofd. Al zal ik zeker niet in hun richting wijzen als de reeks slecht ontvangen wordt. Die kwetsbaarheid hoort er nu eenmaal bij, bij elk nieuw project. Ook Malin heeft dat nog altijd. We zijn altijd afhankelijk van de mening van een ander.

Die onzekerheid lijkt heel erg verbonden met jou. Wordt dat niet beter?

BAETENS: Toch wel, maar het zit heel diep geworteld. Al begin ik er nu steeds meer de positieve kanten van te zien. Door die onzekerheid ben ik ook zo perfectionistisch en werk ik heel hard. Ik wil bewijzen dat ik goed ben. Neem nu de Franse film Un début prometteur, op die set heb ik echt doodsangsten uitgestaan. Na twee maanden Parijs had ik zo’n behoefte aan zekerheid, aan mijn eigen thuis. Stel dat ik ooit een film draai in Amerika of zelf ga regisseren: dat wordt sowieso de hel. Maar achteraf is het genot des te groter. Ik moet altijd door een dal hakken en ploegen om tot een goed resultaat te komen.

Ben je ook bang dat de mooie rollen op een dag zullen ophouden?

BAETENS: Natuurlijk ben ik daarmee bezig, meer dan me lief is zelfs. Ik smeer meer crèmes dan vroeger, ja. Als je kijkt naar die buitenlandse actrices, hoe die zichzelf allemaal massacreren om hun looks te behouden. Dat vind ik zo triest. Maar ik moet er niet stoer over doen: na 55 jaar wordt het voor een actrice heel moeilijk. Nu word ik nog gezien als de mogelijke love interest, maar over vijftien jaar ben ik alleen nog de oude moeder die af en toe eens door het beeld komt gelopen. Er is een heel gamma rollen dat wegvalt, en een klein – maar interessant – gamma dat erbij komt. Ook dat zit in mijn achterhoofd wanneer ik zelf aan een scenario werk. Misschien kunnen we iets positiefs in beweging zetten. Want voorlopig is scenarioland nog veel te veel een mannenland.

Nog iets wat vrouwelijke sterren gemeen hebben: ze krijgen veel meer kritiek dan mannen. Jij kreeg al veel te slikken: over je beugel, je Oscarjurk, je kapsel.

BAETENS: (zucht) Tja, mannen kunnen natuurlijk alleen een smoking dragen. Mocht er een man met een jurk op de rode loper verschijnen, of op blote voeten, dan zou hij ook commentaar krijgen. Eigenlijk vind ik dat allemaal niet erg. Toen ze bezig waren over mijn poedelkop, vond ik dat net een revelatie: ik kan eruitzien als een Braziliaanse! Ik zit ook amper op sociale media, dus ik merk gelukkig weinig van de kritiek. Vroeger trok ik me dat allemaal veel harder aan, maar de laatste tijd doe ik veel yoga en dat helpt. Mijn ego is soms nog te groot en ik pieker te veel. Maar dankzij yoga is mijn persoonlijke leven al enorm verbeterd.

THE TEAM

Vanaf 5/6 in Play More van Telenet. In juli verschijnt de reeks op dvd en blu-ray (bij Lumière) en later dit jaar wordt ze uitgezonden op VTM.

DOOR STEFANIE VAN DEN BROECK

Veerle Baetens – ‘ALS IK HET NOOIT MAAK IN HOLLYWOOD, DAN IS DAT PRIMA.’

Veerle Baetens – ‘NU BEN IK NOG DE LOVE INTEREST, OVER VIJFTIEN JAAR ALLEEN NOG DE OUDE MOEDER DIE AF EN TOE EENS DOOR HET BEELD KOMT GELOPEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content