‘SINDS LOST HEB IK ME NEERGELEGD BIJ MIJN ROL VAN PISPAAL’
Drie jaar na de omstreden Lost-finale is showrunner Damon Lindelof uitgegroeid tot een van Hollywoods hotste sciencefictionscenaristen. Maar ook bij het lang in mysterie gehulde Star Trek: Into Darkness blijft de controverse hem achtervolgen. ‘Er zal altijd wel iemand ontevreden zijn.’
‘For those who are following me, please be aware that I will be obsessively tweeting about Bieber’s hat for the next NINE HOURS.’
Op 27 februari jongstleden verklaarde Damon Lindelof de Twitteroorlog aan Justin Bieber en zijn nieuwe pet, een geelgekleurd onding versierd met studs. Dat resulteerde in niet minder dan dertig tweets met als hoogtepunt: ‘The hat looks like Pac-Man wandered into the gay bar from Police Academy.’
Nee, de 40-jarige scenarist-producent neemt geen blad voor de mond, een eigenschap die hij met zijn publiek deelt. Lost, het tv-fenomeen dat Lindelof met huidig Hollywoodopperhoofd J.J. Abrams bedacht en dat hij zes seizoenen superviseerde, kon steevast op verdeelde reacties rekenen. De eerder filosofische finale wordt zelfs een van de controversieelste momenten uit de televisiegeschiedenis genoemd.
Ook Lindelofs bioscoopondernemingen bleven allesbehalve onbesproken. Zijn eerste post-Lost-project, comicbewerking Cowboys & Aliens (2011), werd door fan boys aller landen met de grond gelijkgemaakt. ‘Lindelof toverde een potentiële knaller om in een slaapverwekkende sof!’ is maar een van de vele verwijten die je op het web vindt. Na de release van Prometheus (2012), Ridley Scotts langverwachte terugkeer naar het Alien-universum, was het hek helemaal van de dam. Hoewel de semiprequel de hemel in werd geprezen voor zijn succulente visuals en meeslepende acteerprestaties, was werkelijk niemand te spreken over het door Lindelof herschreven scenario. Resultaat: de sequel zal door iemand anders gepend worden.
Maar Lindelof laat er zijn slaap niet om. In Hollywood is hij dezer dagen dé go-to guy op scifigebied. Zo werkte hij ook mee aan World War Z, de door productieproblemen geplaagde zombieblockbuster met Brad Pitt in de hoofdrol die hier in juli de zalen bereikt. En volgend jaar volgt Tomorrowland, een raadselachtig Disney-liveactionproject met The Incredibles– en Mission: Impossible 4-regisseur Brad Bird achter de camera en George Clooney ervoor.
Maar eerst is er Into Darkness, de langverwachte sequel op J.J. Abrams’ onverwacht succesvolle reboot van de legendarische Star Trek-franchise. Daarin nemen Kirk en de zijnen het op tegen Benedict Cumberbatch’ raadselachtige terrorist. ‘En ook nu ga ik de wind van voren krijgen’, glimlacht Lindelof – we spraken hem kort voor de wereldpremière, begin mei. ‘Ik krijg stekende hoofdpijn als ik nog maar terugdenk aan het gedoe over de scène waarin we de Klingons herintroduceren.’
Leg uit.
DAMON LINDELOF: Moet dat echt? (lacht) Door de decennia is Star Trek eigendom van de fans – excuseer: trekkies – geworden. Ze organiseren congressen, schrijven boeken en keren elk detail binnenstebuiten. Het gaat zo ver dat sommigen de Klingontaal helemaal hebben uitgewerkt. Na het schrijven van die bewuste sequentie deden we dus een beroep op een Klingonspecialist om onze dialogen te vertalen. Dat resulteerde in schijnbaar eindeloos mailverkeer waarbij hij ons meermaals wees op de beperktheid van de Klingonwoordenschat. Toen ik durfde te opperen dat hij wat ons betrof zelf termen mocht verzinnen, beschuldigde hij me van ketterij. Uiteindelijk hebben we een eigen draai gegeven aan dat alientaaltje. Ik zet me nu al schrap voor de furieuze reacties. (lacht)
Ondertussen lijk je wel te kicken op dat soort controverse. Met jullie geheimdoenerij over Cumberbatch’ personage – speelt hij nu wel of niet de legendarisch Star Trek-antagonist Khan? – dansen jullie zelfs op het slappe koord tussen teasen en frustreren.
LINDELOF: Ik begrijp niet dat mensen zoiets kan frustreren. We leven in een tijdperk waarin bijna niks nog geheim is. Filmstudio’s proppen hun marketingcampagnes vol met informatie die ervoor zorgt dat je als kijker het gevoel hebt dat je de film al gezien hebt nog voordat je een ticketje hebt gekocht. Dergelijke strategieën doen me met weemoed terugdenken aan mijn jeugdjaren. In 1983 keek werkelijk iedereen uit naar de release van Return of the Jedi. En dat terwijl niemand op voorhand wist hoe Jabba the Hutt eruitzag! Eigenlijk vind ik dat we best veel informatie doorspelen. Het is niet alsof we de Terrence Malicks van de scifi zijn. Wat mij betreft mag het gezeur van de fans stilaan wel ophouden.
Straffe woorden van de man die het traject van Lost mee liet bepalen door het publiek.
LINDELOF: Over Lost krijg ik steevast dezelfde twee vragen: hadden jullie een allesomvattend plan en was de inbreng van de fans belangrijk? Op beide vragen wil men een positief antwoord horen, maar dat zou tot een absurde paradox leiden. Hoe kun je nu je eigen ideeën uitwerken als je rekening moet houden met de wensen van de kijker? Dat is symptomatisch voor de kwalen van het genre waarin ik werk. Dat je tegelijkertijd origineel uit de hoek moet komen en de fans niet mag vervreemden, zorgt ervoor dat er altijd wel iemand ontevreden zal zijn.
Was je zelf tevreden over de fel bekritiseerde Lost-finale?
LINDELOF: Het blijft een van mijn favoriete afleveringen. Ik besef dat we veel vragen onbeantwoord hebben gelaten, maar alle essentiële zaken zijn in mijn ogen afgehandeld. Vanaf het moment dat we Matthew Fox hadden gecast als protagonist Jack Shephard, wisten we dat de serie zou eindigen met zijn dood. De reeks was in de eerste plaats een meditatie over het hiernamaals. Alle andere elementen waren extraatjes die we toevoegden om de seizoenen gevuld te krijgen.
Is schrijven voor cinema in dat opzicht dankbaarder? Je weet tenminste hoe lang het geheel duurt.
LINDELOF: Hoewel het ongetwijfeld relaxter is, vind ik ‘dankbaarder’ niet het juiste woord. Natuurlijk is de welomschreven structuur van een filmscenario een kanjer van een voordeel. Maar er zijn ook nadelen. Zo vind ik het ontzettend moeilijk om een verhaal dat maar twee uur mag duren emotionele diepgang te geven. Een film als Star Trek: Into Darkness schrijven voelt aan als een complexe balanceeroefening. Én de relaties tussen de bekende personages uitdiepen, én een nieuwe slechterik introduceren, én indrukwekkende actiescènes toevoegen: het zou je voor minder gaan duizelen. (lacht)
Over duizelen gesproken: het nogal schizofrene scenario van Prometheus bracht vorig jaar heel wat mensen uit balans.
LINDELOF:Prometheus is misschien wel het ultieme vergiftigde geschenk. Toen men mij vroeg om het verhaal in een coherente vorm te gieten, was ik dolgelukkig. Alien is en blijft een van de beste scififilms aller tijden en samenwerken met de grote Ridley Scott leek me een gigantische eer. Waar ik geen rekening mee hield, was dat er al verschillende versies van het scenario bestonden. Oorspronkelijk ging het om een rechttoe-rechtaanprequel van de hand van Jon Spaihts. Daarna had Scott een hoop eigen ideeën toegevoegd. En pas dan was ik aan de beurt. Mij alle gebreken van het eindresultaat in de schoenen schuiven lijkt me dan ook zwaar overtrokken. Maar goed, sinds Lost heb ik me neergelegd bij mijn rol van pispaal.
Het verbaast me dat je ondanks alle kritiek nog steeds ontzettend openhartig bent. In een recent Vanity Fair-artikel over World War Z ging je uitgebreid in op de problemen van die megaproductie.
LINDELOF: Raar maar waar: dat deed ik op vraag van Paramount Pictures. (lacht) Kijk, iedereen die ook maar een beetje met film bezig is, wist al dat World War Z een enorm getroebleerd project is. Van de moeilijkheden tussen regisseur Marc Forster en hoofdacteur Brad Pitt, over de opnames beginnen zonder een schietklaar script, tot een onbruikbare first cut: de vuile was hing integraal buiten. Op zo’n moment rest een studio nog maar één optie: je beperkt de schade. Vandaar dat de bonzen een exclusief verhaal met alle grote spelers aan Vanity Fair beloofden. There’s no such thing as bad publicity, weet je wel?
Momenteel ben je bezig met Tomorrowland. De titel verwijst naar een hopeloos verouderd scifigedeelte van de Disneypretparken. Werd je door het Huis van de Muis aangesproken om de attractie nieuw leven in te blazen?
LINDELOF: Alleen een journalist kan zo’n cynische vraag stellen. (lacht) Ik moet je teleurstellen, het idee is geheel organisch ontstaan tijdens een gesprek met Sean Bailey, het hoofd van de Walt Disney Studios. We hadden het over welke ingrediënten tot de perfecte Disneyfilm zouden leiden. Zo belandden we bij de eerste Pirates of the Caribbean. Die film had mijn verwachtingen op alle gebieden overtroffen. Hij was niet alleen enorm entertainend, hij gaf ook een nieuwe dimensie aan de pretparkattractie waarop hij gebaseerd was. ‘Met welk onderdeel van onze parken zou jij zoiets willen doen?’ vroeg Sean me. ‘Tomorrowland!’ riep ik onmiddellijk. Toen Walt Disney die futuristische wereld in de fifties ontwierp, had sciencefiction nog iets utopisch. Nu is het genre onlosmakelijk verbonden aan dystopieën als The Hunger Games en The Terminator. Volgens mij is het bioscooppubliek klaar om nog eens met een positief gevoel de zaal uit te wandelen.
Tot slot: ben je ongeschonden uit je Twitterscheldpartij aan het adres van Justin Bieber en zijn pet gekomen?
LINDELOF: Buiten wat beledigende tweets van woedende beliebers viel het best mee. Dat was het me wel waard: ik vond die pet echt afschuwelijk. (lacht) En toen ik onlangs mijn verjaardag vierde, kwamen mijn vrienden langs met een taart in de vorm van dat gele onding. Gelukkig was ze overheerlijk.
STAR TREK: INTO DARKNESS
Vanaf 5/6 in de bioscoop.
DOOR STEVEN TUFFIN
Damon Lindelof ‘TREKKIES HEBBEN ZELFS DE TAAL VAN DE KLINGONS UITGEWERKT. EEN VAN DIE SPECIALISTEN VERTAALDE DIALOGEN VOOR ONS. TOEN IK OPPERDE DAT HIJ GERUST WOORDEN MOCHT UITVINDEN, BESCHULDIGDE HIJ MIJ VAN KETTERIJ.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier