Vaak doet hij het niet, maar áls hij voor de camera gaat staan, levert Viggo Mortensen (46) doorgaans een vertolking af die blijft nazinderen. Een gesprek over de erfenis van Ridder Aragorn, politieke allegorieën, vader-zoonrelaties en zijn nieuwste film, David Cronenbergs meesterlijke geweldparabel ‘A History of Violence’.

‘A HISTORY OF VIOLENCE’

vanaf 2/11 IN DE BIOSCOOP

ommige dingen lijken voorbestemd. Zoals dat ene telefoontje van regisseur Peter Jackson met de vraag of Viggo Mortensen alsnog ridder Aragorn kon vertolken, hoewel de opnames van The Lord of the Rings al een week waren gestart en de Ierse acteur Stuart Townsend voor de rol was gecast. Jackson maakte de juiste keuze: in de grootste filmtrilogie aller tijden droeg Mortensen niet enkel de maliënkolder en kapmantel van de koning van Tolkiens Midden-Aarde: hij was hem gewoon, fanatiek de strijd aanbindend met Saruman en zijn orkenlegers, soeverein de coalitietroepen van mensen, elfen, dwergen en hobbits aanvoerend, en een vertolking neerpotend die – onze glazen bol klinkt formeel – nog generaties lang zal staan als een huis.

En toch is dat nog niet eens Mortensens meest memorabele acteerprestatie. Die zet de Amerikaanse Deen met de meest karaktervolle kin sinds Kirk Douglas neer in zijn nieuwste film, de aarddonkere misdaadthriller A History of Violence, geregisseerd door maestro David Cronenberg. Mortensen is Tom Stall, een loyale huisvader die met verdacht veel kunde naar de wapens grijpt wanneer zijn gezinnetje door een stel gangsters wordt bedreigd. Dat doet de acteur op zo’n indrukwekkende, hyperrealistische en enigmatische manier – was Tom voor zijn huwelijk nu een huurmoordenaar of niet? – dat zelfs de meest rabiate pacifist meegezogen zal worden in een spiraal van mysterie, schuldcomplexen, wraaklust en machiavellisme.

In afwachting van zijn eerste oscarnominatie (gek genoeg werd Mortensen nooit eerder genomineerd, noch voor zijn doorbraakrol in Sean Penns The Indian Runner, noch voor The Lord of The Rings-trilogie) trokken wij alvast naar Cannes. We ontmoetten er een duidelijk tevreden Mortensen, strak in een fluwelen pak zittend, genoegzaam aan een pijpje lurkend, en met een knoert van een krulsnor.

Is die snor een truc om op straat niet meer als ridder Aragorn te worden herkend?

Viggo Mortensen: ( lacht) Helemaal niet. Ik ben bezig met de opnames van Alatriste, een Spaans kostuumdrama over de legendarische zeventiende-eeuwse huursoldaat Capitan Diego Alatriste. Vandaar mijn nieuwe look, en dan ook alleen dáárom.

Is je leven dan niet ingrijpend veranderd sinds het monstersucces van ‘The Lord of the Rings’?

Mortensen: Toch wel. Ik word sindsdien zo’n beetje overal herkend, of ik nu in Amerika, Europa of Japan kom. Maar goed, dat hoort er nu eenmaal bij – al is het niet zo dat ik gráág in de schijnwerpers loop. Ik zou bijvoorbeeld nooit uit vrije wil naar Cannes zijn gekomen, mocht ik daar geen verdomd goeie reden voor hebben. Maar die heb ik natuurlijk: werken met David Cronenberg is een hele eer en A History of Violence is een van de beste films uit mijn carrière, dus kom ik er met plezier over vertellen. Hoewel, misschien is het beter om het woord ‘plezier’ te vervangen door ’trots’. Met al die vreselijke drukdoenerij en het oppervlakkige mediagedoe hier, ligt dat allicht dichter bij de waarheid. (lacht)

Word je die media-aandacht nooit gewoon?

Mortensen: Nee. Maar ik besef dat het een mes is dat langs twee kanten snijdt. Tijdens zo’n promotour ontmoet je heel wat interessante mensen, en je krijgt enkele films te zien die nooit de Amerikaanse bioscoop zullen halen, dus je steekt er als acteur wel degelijk wat van op. Alleen moet dat blijkbaar gepaard gaan met ongelooflijk veel aanstellerij en valse vriendelijkheid. Het is alsof je als clown te kijk wordt gezet in een circus: je bent populair en de mensen lachen vriendelijk naar je, maar ondertussen sta je daar natuurlijk wel in je idiote pakje je routine- act op te voeren.

Het helpt toch dat ‘A History of Violence’ goed wordt onthaald?

Mortensen: Absoluut, het doet me erg veel plezier dat het publiek de film goed vindt. Zeker in Amerika is het de jongste tijd niet evident om een donkere, politiek en psychologisch geladen film te maken, die het ook nog eens goed doet aan de kassa. Dat The Lord of the Rings een kassucces zou worden, was een pak makkelijker te voorspellen.

Cronenberg vertelde me dat het heel wat voeten in de aarde heeft gehad om je voor de hoofdrol te strikken.

Mortensen: Da’s logisch. Voor ik aan een project begin, wil ik perfect weten wat de bedoeling is, hoe we te werk zullen gaan en naar welk eindresultaat we toewerken. Nu, Cronenberg heeft me overtuigd, zoals hij de kijker ook telkens weer weet te verleiden. Hij zet de deur op een kier, gaat een donkere kamer binnen en voert je van de ene verrassing naar de andere. A History of Violence roept allerlei vragen op, en Cronenberg weigert evidente antwoorden te geven. Precies dat maakt hem zo goed als filmmaker. Hij is één van die zeldzame regisseurs die zijn publiek niet als kleine kinderen behandelt – hij wil dat ze zélf nadenken. Weinig regisseurs durven dat; de meeste politici willen zelfs niet dat je nog kritisch nadenkt. (lacht) Geloof me: infantiliteit en betutteling is de norm geworden, zowel in de politiek als in de filmindustrie – film is nu eenmaal een afspiegeling van contemporaine normen en waarden.

Over lef gesproken: die seksscène met Maria Bello, die je eega vertolkt, mocht er wezen, zeker gezien het puriteinse klimaat dat momenteel in Amerika heerst.

Mortensen: Maria heeft er in elk geval flink wat blauwe plekken bij opgelopen, want neuken op een trap is lang niet evident. Als ze me maar geen proces aansmeert. (lacht) Nee, ernstig, misschien is ook dat een bewijs van Cronenbergs intellectuele integriteit. De seks die je te zien krijgt, is behoorlijk expliciet – toch zeker naar Amerikaanse normen, waar men al moord en brand schreeuwt wanneer een popzangeresje haar tepel laat zien. Toch is de seks nooit gratuit of sensationeel. David toont de primaire drift die man en vrouw met elkaar bindt, terwijl er evengoed tederheid en wederzijds vertrouwen uit spreekt.

Tom Stall, het hoofdpersonage uit ‘A History of Violence’, doet denken aan de archetypische westernheld zoals die indertijd vaak door James Stewart werd vertolkt, maar dan wel geïnjecteerd met hedendaagse ziektes als paranoia en wraaklust. Mee eens?

Mortensen: Ja en nee. Het decor, de toon en vooral de manier waarop de film werd opgenomen, doet zeker denken aan de klassieke westerns van John Ford en Howard Hawks, maar toch is dit geen western. A History of Violence is heel wat universeler. Iedereen kan zich in bepaalde, dubbelzinnige aspecten van de personages herkennen – terwijl de traditionele western eerder een christelijk, reactionair product was, met welomlijnde archetypes.

Onder al het geweld schuilt zelfs een romantische film: het gaat niet zozeer over geweld of wraaklust, maar over eerlijkheid binnen relaties, over het durven opbiechten van geheimen, over de mate waarin je je partner vertrouwt. Wat gebeurt er wanneer je je partner écht leert kennen en welke consequenties heeft dat? Dát zijn de vragen waar A History of Violence over gaat.

Er zit toch een politieke subtext in?

Mortensen: Jawel, maar die gaat over precies dezelfde vragen. Het erkennen van je eigen schaduwkanten, je geheimen en je gewelddadige neigingen als persoon, maar ook als natie. In dit geval wordt de spiegel op Amerika gericht, maar de film had zich net zo goed in China, België of zelfs in Canada kunnen afspelen.

Met permissie, maar dat klopt toch niet helemaal. Cronenberg zelf had het over een bewuste reflectie op Amerika’s gewelddadige verleden – vandaar de traditionele western-look – en de huidige obsessie van het land met paranoia en latent geweld.

Mortensen: David heeft natuurlijk een punt, maar toch vind ik het te makkelijk om de film als een politieke allegorie te lezen. Ik begrijp de critici wel die er een microkosmos voor het hedendaagse Amerika in willen zien, maar dat klinkt toch allemaal net iets te simpel. Het is alsof je de verantwoordelijkheid doorschuift naar een groter, onpersoonlijk gegeven. Heb je zelf nooit de drang gevoeld om iemand op zijn bek te slaan wanneer je wordt bedreigd? Biecht je je vriendin écht alles op? Ik bedoel maar: dat soort vragen zijn niet typisch Amerikaans. Ze zijn persoonlijk en universeel, en deze film belicht beide aspecten.

Even terug naar je snor. Wie of wat is Alatriste eigenlijk?

Mortensen: De film speelt zich af in de 17e eeuw, toen Spanje over de wereld heerste, zoals Amerika dat nu doet, of Groot-Brittannië in de 19e eeuw. Wat me vooral interesseerde, was de visie van regisseur Aguston Diaz Yanes. Hij weet net als Cronenberg héél goed waarmee hij bezig is, en hij staat open voor ongewone ideeën, hoewel het een dure productie is waarop een grote commerciële druk rust. Alatriste is een fantastisch verhaal over een huurling die zich ernstige vragen begint te stellen bij de imperialistische politiek van zijn land. Vergelijk het desnoods met een modern verhaal over een Amerikaans soldaat die naar beide Golfoorlogen wordt gestuurd, en in conflict komt met zijn geweten. Ik trek nu zelf maar even de vergelijking met de politieke situatie van vandaag, zodat jij dat straks niet hoeft te doen (lacht). Wat me ook aantrok, is dat de film authentiek is: accurate decors, 17e eeuwse locaties en uiteraard volledig in het Spaans gedraaid.

Een Spaanse superproductie: dat lijkt me niet evident?

Mortensen: Dat is het ook niet, maar dat was Peter Jacksons Lord of the Rings ook niet. Wie had gedacht dat je zo’n gigantische onderneming tot een goed einde zou kunnen brengen buiten Hollywood, in Nieuw-Zeeland of all places? Ik vind het echt belangrijk dat dit verhaal door de Spanjaarden zelf wordt verteld. Er zijn al genoeg films over de Gouden Eeuw gedraaid door Franse, Engelse of Amerikaanse regisseurs. De film heeft geen enkele van de gebruikelijke Hollywood-clichés, waarbij de Spaanse conquistadores meestal als oppervlakkige, besnorde mannetjes in pofbroeken worden opgevoerd.

Je bent in het Spaans opgevoed en je hebt jaren in Argentinië gewoond, niet?

Mortensen: Klopt. Ik heb in verschillende landen gewoond, en dat heeft mijn culturele nieuwsgierigheid en reislust alleen maar vergroot. Ik spreek vloeiend Spaans en ik heb die hele Spaanse cultuur, van Velasquez over Goya tot Picasso, met de paplepel meegekregen. Nu, misschien moet ik dat in Argentinië maar niet te luidop zeggen, want daar ligt dat allemaal nogal gevoelig. Spanjaarden en Argentijnen hebben weliswaar de taal met elkaar gemeen, maar verder zijn het wel degelijk twee totaal verschillende naties met hun eigen identiteit. Ga maar eens kijken wanneer de nationale voetbalploeg van Spanje tegen die van Argentinië speelt, hoe vriendelijk het er allemaal toegaat (lacht).

In ‘A History of Violence’ ziet een zoon hoe zijn vader mensen vermoordt. Hoe kijk je zelf, als vader, naar zo’n scène?

Mortensen: Als er één ding is dat ik als hopelijk goeie vader wel heb geleerd, dan is het dat je geen wapen nodig hebt om voor lastige conflicten te staan met je zoon (lacht). Er komt een moment waarop je autoriteit niet meer vanzelfsprekend is, en de verhoudingen veranderen. Je moet plots een zekere afstand respecteren en de ‘vriend’ worden van je zoon. Da’s knap lastig, omdat kinderen nu eenmaal tegen je moeten rebelleren om hun eigen identiteit te definiëren. Het is een kwestie van durven los te laten, zonder het wederzijdse vertrouwen te schenden. Wanneer je zoon plots tegen je uitvalt of niet om twaalf uur thuiskomt, hoef je je niet al té veel zorgen te maken. Zo hoort het nu eenmaal. Het is hun biologische plicht om grenzen te verkennen. Je moet je als ouder pas écht zorgen maken wanneer ze 17 zijn, nog altijd in de wol gestopt willen worden, geen zin hebben om ’s avonds uit te gaan en wanneer je géén sigaretten in hun nachtkastje vindt. Da’s pas tegennatuurlijk gedrag. Gelukkig heb ik wat dat betreft over mijn zoon niks te klagen. (lacht)

Kom je nog wel met hem overeen?

Mortensen: Tuurlijk wel. Hij is zelfs mijn beste carrièreadviseur. Het was hij die me aanraadde om The Lord of the Rings te doen, en ook voor deze film kreeg ik zijn fiat. Zo gaat het met kinderen tegenwoordig: ze vertellen hun ouders wat goed voor hen is. (lacht)

Door Dave Mestdach FOTO KRIS DEWITTE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content