Paul Greengrass houdt je zenuwen – én Tom Hanks – twee uur gegijzeld in zijn energieke gijzelingsthriller Captain Phillips.
‘A Hijacking voor dummies’, sneerde The Village Voice richting Paul Greengrass’ nieuwste, vanuit de losse pols geschoten actiethriller. En tot op zekere hoogte valt daar zeker iets voor te zeggen. In tegenstelling tot Tobias Lindholms eerder dit jaar uitgebrachte nagelbijter over Somalische piraten die een westers vrachtschip kapen, focust Greengrass namelijk uitsluitend op wat er op het schip zelf gebeurt en hoe de gegijzelde (blanke) bemanning de levensbedreigende situatie ondergaat. Bovendien oogt alles in deze gespierde studioproductie grootser, duurder, heroïscher, simplistischer en bij uitbreiding dus hollywoodiaanser dan in de bescheidener voorganger die onder Deense vlag voer.
Tegelijkertijd is het een nogal eenzijdige analyse die A Hijacking, dat ook niet vies was van manipulatie, te veel en Captain Phillips (met Tom Hanks als de ervaren Amerikaanse zeerot wiens ongewapende cargoschip wordt belaagd) te weinig eer aandoet. Net als in Bloody Sunday (2002), United 93 (2006) of The Bourne Supremacy (2007) toont Greengrass zich ook nu weer de geschikte commander in chief om een door terreurfeiten geïnspireerde, energiek geknipt en geplakte thriller te mennen. Twee uur lang spat de spanning van het doek, wat je amper de tijd gunt om pertinente vragen te stellen als: ‘Is dit niet een wel héél erg westers gekleurde visie op de problematiek?’ Of: ‘Is spastisch met de camera heen en weer schudden nu werkelijk de enige manier om de adrenaline- en véritéfactor te pimpen?’
Greengrass baseerde zich op de memoires van Richard Phillips, die in 2009, toen hij vanuit Salalah, Oman op weg was naar de Keniaanse havenstad Mombasa, slachtoffer werd van een raid door Somalische piraten. Dat Phillips’ bevindingen en besognes centraal staan, is dan ook een logische en dramatisch te verdedigen keuze, net als het casten van Tom Hanks als de all-American hero tegen wil en dank.
Toch weet Greengrass zo nu en dan tussen de kwieke actie een nuance te sculpteren door parallellen te trekken tussen Phillips en zijn nemesis, de jonge piratenleider Muse, die zich op zijn manier ook een plichtsbewuste leider toont. In een van de schaarse dialoog gedreven rustmomenten vraagt Phillips hem bijvoorbeeld of hij, met zijn capaciteiten, geen andere opties heeft dan zich in te laten met gewelddadige roofovervallen, waarop Muse hem gevat maar gelaten antwoordt: ‘Maybe in America.’ Alsof de derde wereld heel even de eerste een spiegel mag voorhouden en confronteren met de gapende economische en technologische kloof waaraan de frustratie en het geweld ontspruiten. Maar ook al resoneren Muse’ woorden zeker zo lang na als de angstkreten van Phillips en zijn bemanning: uiteindelijk is en blijft dit een Hollywoodslagschip dat de sympathie in de richting van de gegijzelde westerlingen navigeert.
Een complex, waargebeurd incident vernauwd tot spannend, in-your-face mainstreamentertainment, maar dan gelukkig met enkele kritische weerhaakjes, veel metier, nog meer intensiteit en een prima Tom Hanks als Sea Captain America.
CAPTAIN PHILLIPS ****
Paul Greengrass met Tom Hanks, Barkhad Abdi, Barkhad Abdirahman
DAVE MESTDACH
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier