De Britse chanteuse keert na haar millionselling debut terug met Boys Don’t Cry, een coverplaat met songs van obscure singer-songwriters uit de seventies.

1. PF SLOAN

Jimmy L Webb, 1970

PF Sloan, een songschrijver bij Dunhill Records, pende onder meer Eve of Destruction voor Barry McGuire en de gitaarlijn van California Dreamin’ van The Mamas & The Papas. Behoorlijk succesvol dus, maar Sloan kon niet aarden in het studiosysteem, dat schrijvers en zangers strikt wilde scheiden en politieke songs angstvallig buiten wilde houden. Sloan verliet uiteindelijk de studio en geraakte aan lagerwal. Het inspireerde Jimmy Webb, die precies dezelfde strijd had gevoerd met de muziekindustrie, tot een ode aan hem. Twee songschrijvers die veel meer respect hadden moeten krijgen.

2. BE NICE TO ME

Todd Rundgren, 1971

De meeste mensen kennen Todd Rundgren als gedrogeerde spacerocker. Ik beken: ik ook. We delen wel een voorliefde voor de Amerikaanse zangeres Laura Nyro, heb ik ontdekt. Zeker in Be Nice To Me hoor je dat duidelijk: de akkoorden van het nummer zijn onmiskenbaar Nyro. Ik snap zijn platen niet, maar deze song bewijst dat hij een onderschat songschrijver is.

3. FLYIN’ SHOES

Townes Van Zandt, 1978

Flyin’ Shoes hoorde ik voor het eerst in Be Here To Love Me, de documentaire over het leven van Townes Van Zandt. Eigenlijk gaat dit nummer over de Amerikaanse Burgeroorlog – Van Zandt woonde niet ver van een of andere historische veldslag – maar het gevoel dat hij overbrengt, is veel universeler. Een stervende soldaat die naar de wolken opstijgt, vandaar de vliegende schoenen: zo zie ik het in mijn hoofd.

4. BRAVE AWAKENING

Terry Reid, 1976

Ik hoorde dit nummer toevallig toen ik bij een vriendin ging eten. Ik denk dat ik het honderd keer na elkaar heb opgezet. Twee dagen was dat het enige wat ik kon doen. Een prachtige song. Er zit ook een zekere tragiek in Terry Reid. Hij had een grote rockster kunnen worden, als hij dat gewild had. Op zijn zeventiende speelde hij in het voorprogramma van The Rolling Stones. The New Yardbirds, dat later Led Zeppelin zou worden, vroegen hem ooit als gitarist, maar hij zei nee – en raadde hen Robert Plant aan. Een cultheld naar mijn hart.

5. TRAVELLING BOY

Paul Williams, 1972

Opnieuw een man wiens muziek bekender is dan zijn naam: hij schreef hits voor The Carpenters en componeerde de soundtrack voor onder meer het fantastische Bugsy Malone. Ik hou van de melodie en de lyrics van Travelling Boy – het heeft een Karen Carpenter-feel. Maar het was vooral de sfeer van de tekst die me aansprak. Weg zijn van huis, je eenzaam voelen. Het zijn clichés, maar als je een bestaan van auto-luchthaven-vliegtuig-taxi-studio-hotel-concertzaal hebt geleid zoals ik het voorbije jaar, klinken ze plots veel treffender.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content