Tot 24 november in Stadsschouwburg Antwerpen. Van 5 december tot 5 januari in Capitole, Gent.Tickets: 0900-00 991 of www.musichall.be.

Een vurig hart brandt als een krakeling op het scherm, glijdt weg en maakt plaats voor een interstellair sfeerbeeld terwijl een voice-over de toeschouwer een profetisch ‘Er was eens Romeo en Julia… een verhaal over liefde in een omgeving van haat’ toebrult. Wat volgt, is een ruim drie uur durend staaltje van bombarie, belegen symbolisme en flauw sentiment.

De Franse spektakelproductie onder leiding van Gérard Louvin, in een regie van wonderboy Redha, werd uit de grote arena’s geplukt en bewerkt voor kleinere podia, wat maakt dat deze Vlaamse versie vooral wordt gedragen door dans en choreografie. Geen slechte zaak, want het tekstmateriaal is beneden alle peil. Shakespeares vijfvoetige jamben, toch zowat de mooiste uit de hele literatuurgeschiedenis, worden in de handen van Gérard Presgurvic en Johan Verminnen (die tekende voor de vertaling) vakkundig gewurgd en omgevormd tot spotgoedkope rijmelarij. ‘De wind blaast op mijn gitaar, speelde ze maar een andere snaar.’ Teksten die bruisen van poëzie, die ‘klinken’ en ‘betekenen’ volgens producent Geert Allaert.

Het spel van de acteurs, die in twijfelachtige postmoderne techno-outfits emoties proberen los te weken, is van een ongelijk niveau, maar dat is nu eenmaal onvermijdelijk in zo’n superproductie. In een voorstelling zoals deze mist men ook een aantal intieme rustpunten die alle bombast in evenwicht houden (Benvolio die Romeo inlicht over Julia’s dood is een gelukkige uitzondering). De meest hilarische rol is echter weggelegd voor de Dood, een witte faun die bij elke scène een onvervalst Waar is Wally?-gevoel oproept. Wally sluipt langs trappen, glijdt langs decorstukken en danst in een stijl die tijdens de new wave van de vroege jaren tachtig bijzonder populair was in Vlaamse parochiezalen en jeugdhuizen. De Dood lijkt aanvankelijk een uit de hand gelopen grap, maar wordt bijzonder irritant in het tweede deel, waarin hij naast zowat elk personage meent te moeten kronkelen. Van symboliek gesproken!

Toch is er één lichtpuntje in deze productie, namelijk de indrukwekkende choreografie van Redha. Achttien dansende Montecchi’s en Capuletti’s hossen drie uur lang de ziel uit hun lijf. Ook de belichting is van een hoog niveau. Maar als je dan toch oprecht vervoerd wil worden door dans en lichtspel, koop dan liever een kaartje voor het ballet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content