‘Duyster’ bestaat precies tien jaar. In die tijd is het zondagavondprogramma van Studio Brussel uitgegroeid tot zoveel méér dan het radiofonische alternatief voor ‘Witse’. ‘Duyster’ is een adjectief geworden, een muziekterm die zo vaak opduikt in tooggesprekken en cd-recensies dat het een trefwoord in Van Dale zou moeten worden. ‘Al goed dat we het programma dan toch niet Cactus Lounge hebben genoemd!’

Duyster (bn.) [ ca. 2000, naar radiopresentatrice Ayco Duyster],1 donkere, melancholische muziek, vnl. noiserock, americana, postrock en freakfolk 2 muziek die kan worden omschreven als ‘rustig maar ongedurig’ en die getuigt van ’tomeloze weemoed en oorverdovende zoetheid.’

Een lemma in Van Dale is ‘Duyster’ nog niet, StuBru’s muzikale vlaggenschip des te meer. En elk jaar worden de fans nog talrijker. De verzamel-cd’s van Duyster verkopen bijna even goed als de Foute CD’s van Deckers & Ornelis – bijna even goed, maar toch – en de tweede Duyster-avond op 30 januari in de Ancienne Belgique, met onder meer optredens van Isbells en Lou Barlow, is vorige week nog verplaatst van de AB-Box naar de Grote Zaal.

We treffen presentatrice Ayco Duy-ster en samensteller Eppo Janssen op de redactie van Studio Brussel. Zij werkt hier fulltime en presenteert ook het namiddagprogramma Music@Work, hij komt hier eigenlijk nog maar zelden over de vloer. Voor de voltijdse programmator van Pukkelpop is Duyster een bijberoep.

Eppo Janssen: Het samenstellen van Duyster is een job die ik bovenop mijn andere werk doe, en dus draait het vaak uit op avond- en nachtwerk. Om die reden durf ik er na een lange dagtaak weleens met lange tanden aan te beginnen. Maar eens ik achter mijn computer kruip – in mijn badjas en met een glas Chimay erbij – zit ik weer helemaal in die wekelijkse trip en amuseer ik mij te pletter.

Ik wist niet dat het dragen van een badjas hier werd gedoogd.

Eppo: ( lacht) Neenee, ik stel Duyster samen op mijn computer thuis. Veel mensen denken nog altijd dat ik hier elke zondag mee in de studio zit en letterlijk de plaatjes op de pick-up leg, maar dat is dus niet zo. Ik bezorg Ayco gewoon elke week een playlist, inclusief de cd’s waaruit die is samengesteld.

Ayco: Dat fysieke contact heb ik echt nodig om Duyster te presenteren.

Eppo: Het programma is dan ook geboren in een platenwinkel. Toen we groen licht kregen om met Duy-ster te starten, hadden we eigenlijk nog geen idee welke muzikale richting we het programma precies zouden uitsturen. Tot ik vlak voor de eerste uitzending in Leuven de JJ Records ( bekende platenzaak, nvdr. ) binnenwandelde. Arne Van Pete-ghem van Styrofoam werkte daar toen en hij heeft me – dat weet ik nog heel goed – de eerste van Mogwai toegestopt. Een openbaring! Het was ook hij die me Sigur Rós heeft leren kennen via Ágætis Byrjun, dat hier toen alleen via import te krijgen was. Eerlijk gezegd was ik toen helemaal niet zo thuis in het soort muziek dat nu ‘Duyster’ wordt genoemd. Ik heb het daar en toen leren kennen en ik heb er me de eerste zes maanden van het programma in sneltempo ingewerkt.

Met ‘Duyster’ was dus hoegenaamd geen masterplan gemoeid?

Ayco: Helemaal niet! Duyster is begonnen als een vaag plan van Lieve De Maeyer, die toen nog producer was. Er zou aandacht besteed worden aan muziek die niet in de dagprogrammering paste en die aansloot bij het zondagavondgevoel: dat was het zo’n beetje. De muziekkeuze is pure trial-and-error geweest. Dankzij de feedback van mensen als Lieve, Jan Hautekiet en Marc Coenen zijn we stilaan op ons bekende recept uitgekomen. Eppo: En tot onze grote vreugde bleek voor die relatief obscure muziek ook nog een publiek te bestaan. Na één van onze eerste uitzendingen hoorde ik van JJ Records dat iemand naar een plaat had gevraagd die we in Duyster hadden gedraaid. Ze hadden hem wandelen moeten sturen omdat het exemplaar dat ze aan mij hadden verkocht hun enige was ( lacht).

Was het van meet af aan duidelijk dat het programma ‘Duyster’ zou heten? Of zijn er nog andere namen in de running geweest?

Ayco: Zeker twintig! Voor alle duidelijkheid: dat het programma mijn naam draagt, was niet mijn voorstel maar dat van Jan Hautekiet. Hij vond mijn naam, louter door zijn betekenis, gewoon goed bij het programma passen. Het is in ieder geval een betere titel dan alle andere die de revue zijn gepasseerd. Al wil er me nu geen enkele van te binnen schieten. Ik geloof dat ik ze verdrongen heb ( lacht).

Eppo: Ik weet wél nog wat de werktitel van het programma was: Cactus Lounge.

Ayco: ( rolt met de ogen) Stel je voor. Bah!

Eppo: Niet dat we de bedoeling hadden om lounge te spelen natuurlijk. Het idee was dat we rustige, sfeervolle muziek zouden draaien – vandaar de term lounge – maar wel met weerhaakjes – de cactus dus. Duyster klinkt inderdaad een pak beter ( lacht).

Het is zelfs een genreaanduiding geworden. Alleen valt dat genre moeilijk te omschrijven. Doe eens een poging.

Ayco: Eerlijk: dat kan ik je met de beste wil van de wereld niet uitleggen. We hanteren ook geen criteria. Noem het buikgevoel in combinatie met goeie smaak. We stellen dit programma puur instinctief samen.

Eppo: Ik krijg veel mails van luisteraars met suggesties. Vaak zitten daar dingen bij die perfect onder de noemer Duyster vallen, maar die toch niet in het programma passen. Te veel vibrafoon, een sound die nét iets te etherisch klinkt: om dat soort details kan het soms gaan. Ook belangrijk bij de programmatie is de stemkleur van Ayco. Daar hoort ook een zekere muzikale kleur bij.

Pardon?

Eppo: Niet alle plaatjes passen zomaar bij haar stem. Neem nu de twee periodes waarin Ayco in zwangerschapsverlof was. De ene keer is ze vervangen door Kirsten Lemaire, de andere keer door Dieter Vandam. Dat waren twee totaal verschillende stemmen, twee andere manieren van presenteren ook. De playlists moesten daaraan aangepast worden. Dieter was bijvoorbeeld iets frivoler in zijn presentatie: daar paste al eens iets speels van Daniel Johnston bij. Terwijl ik bij Ayco niet zo makkelijk iets van Daniel Johnston zou programmeren.

Ook de manier waarop twee platen na elkaar gespeeld worden is belangrijk. Soms zit ik tien keer na elkaar naar de laatste pianoslag van het ene nummer en het eerste gitaarakkoord van het daaropvolgende nummer te luisteren, om net dat perfecte moment te bepalen waarop die twee in elkaar moeten overvloeien. Al die mixen schrijf ik dan uit. ‘Die plaat op zoveel minuten en zoveel seconden starten, zoveel seconden laten samenlopen, dan het eerste nummer zo snel wegfaden.’

Ayco: Ik schaam me dood als ik er in de studio een halve seconde naast zit. Want dan durft hij wel eens bellen: ‘Zeg, je moest wel mixen op vier minuten en twee seconden, niet op vier minuten en twee-en-een-halve seconde!’

Eppo: ( lacht) Jamaar, pas op: dat maakt een groot verschil als je twee nummers meer dan een minuut laat samenlopen om een simultane geluidseruptie te creëren.

Ayco: Die zin voor detail, die haast ambachtelijke manier van radiomaken: ik ben er zeker van dat onze luisteraars dat horen en appreciëren.

De luisteraars van ‘Duyster’ zijn inderdaad erg trouw en toegewijd. Het is ook geen programma waar je even langs passeert, je moet er echt twee uur voor gaan zitten.

Ayco: Dat is er toch net zo mooi aan! Kijk, elke radiomarketeer zal je vertellen dat de luistercijfers op zondagavond zo laag liggen dat ze commercieel compleet oninteressant zijn. Fijn, want net daardoor kunnen we ons zoveel vrijheid permitteren. We hebben dus niet veel luisteraars, maar wel loyale luisteraars. Dat blijkt ook uit de waarderingscijfers: die liggen behoorlijk hoog.

Welk beeld houden jullie na tien jaar ‘Duyster’ over van die luisteraars?

Ayco: O, dat zijn allemaal lieve, intelligente mensen met een goeie smaak ( lacht).

Eppo: En héél bescheiden.

Ayco: Dat is waar. In onze mailbox zetten ze weleens een grote mond op, maar als luisteraars me ergens aanspreken, zijn ze altijd een beetje verlegen en overdreven beleefd. Best schattig.

Aan welke livesessies in ‘Duyster’ bewaren jullie de beste herinneringen?

Eppo: De sessies met De Portables zijn altijd leuk. Al was het maar omdat we wel eens mogen meespelen ( lacht). En voor de rest: Jim James was puur kippenvel, Antony and the Johnsons vond ik straf en CocoRosie met al hun speelgoedinstrumenten ook.

Ayco: De laatste sessie van Grizzly Bear was ook indrukwekkend. En Cat Power! Ze was strontzat, heeft hier de hele tijd whisky’s achterover zitten slaan en heeft haast geen enkel nummer helemaal uitgespeeld, maar toch klonk ze – zelfs met haar zatte botten – ongelooflijk straf. Wat moet dat niet zijn als ze nuchter is ( lacht).

De afgelopen tien jaar heeft Studio Brussel zijn zogenaamde wijsneusimago ingeruild voor een zelfgekozen snotneusimago. Hoe kijken twee muzikale wijsneuzen tegen die evolutie aan?

Ayco:Goh, die wijsneuzen en snotneuzen zijn ook maar marketingtermen natuurlijk. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik plots voor snotneuzen moest presenteren of – nog erger – zélf de snotneus moest uithangen. Ik vind het in ieder geval wél goed dat we ons belerend vingertje hebben ingetrokken. Ook in Duyster zal ik nooit een plaat aankondigen met: ‘Hoor eens wat we nu ontdekt hebben, iets wat jullie op je eentje nooit ontdekt zouden hebben!’ Die mentaliteit deugt gewoon niet.

En hoe valt het als muziekfanaat mee om ‘Music@Work’ te presenteren, een namiddagprogramma waarin je muzikaal niks in de pap te brokken hebt? Ik hoorde je vandaag nog de Black Eyed Peas aankondigen, toch niet meteen je favoriete groep.

Ayco: Oké, ik heb er thuis geen platen van en ik zal niet gauw enthousiast doen over een groep waar ik niet enthousiast over ben, maar in het kader van dat programma vind ik die afwisseling net goed. Vandaag ging het in Music@Work bijvoorbeeld van Beck over Mika langs Fake Blood naar Zornik. Oei nee, die heb ik er op het laatste moment uitgezwierd. Maar alleen omdat we te weinig tijd hadden, hoor ( hilariteit).

Eppo: Jongeren wíllen tegenwoordig ook elfendertig stijlen door elkaar horen. Op festivals zie ik ze het ene moment naar Interpol kijken en het volgende uit de bol gaan bij Lady Gaga. Fantastisch toch. Ik merk het ook als ik ga draaien op Afrekening-fuiven. Vroeger voelde ik me verplicht om uitsluitend rockmuziek te spelen. Als ik nog maar een béétje richting hiphop of R&B opschoof, werd ik gegarandeerd bekogeld met bekertjes bier. Tegenwoordig speel ik alles door elkaar en tóch kom ik met droge kleren thuis. Een win-winsituatie! ( lacht)

DUYSTER Elke zondag om 22.00 uur op Studio Brussel

10 JAAR DUYSTER (met o.a. Lou Barlow, The Low Anthemen Isbells)

30/1 Ancienne Belgique, Brussel

Door Vincent Byloo / Foto Charlie Dekeersmaecker

EPPO

‘Vroeger voelde ik me als DJ verplicht om uitsluitend rockmuziek te spelen, nu speel ik alles door elkaar en kom ik tóch met droge kleren thuis.’Ayco

‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik plots voor snotneuzen moest presenteren of – nog erger – zélf de snotneus moest uithangen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content