Katharine Hepburn, Galadriel of Bob Dylan: om een mythisch personage zit Cate Blanchett (38) niet verlegen. En om een sequel evenmin: in het pseudo-historische epos ‘Elizabeth: The Golden Age’ herneemt de Australische de rol die haar negen jaar geleden tot wereldster bombardeerde: die van de Engelse koningin Elizabeth I. Blanchett over roem, roots en ouder worden. ‘De rimpels die je ziet zijn écht.’
Je hebt actrices die sexy zijn maar niet kunnen acteren, zoals Angelina Jolie. En je hebt er die kunnen acteren maar niet sexy zijn, zoals Johnny Depp. Iemand die de twee wel moeiteloos combineert, zelfs al draagt ze de belachelijkste coiffures, is de flegmatieke Cate Blanchett. Ten bewijze, haar twee nieuwste films: de eigenzinnige Bob Dylanbiopic I’m Not There, waarin ze een van de zes incarnaties van Bawb voor haar rekening neemt. En het barokke spektakelstuk Elizabeth: The Golden Age van regisseur Shekhar Kapur.
Daarin kruipt Blanchett – negen jaar nadat Elizabeth van haar een wereldster maakte – opnieuw in de melkwitte huid van de Engelse Virgin Queen Elizabeth, die dit keer te maken krijgt met de Spaanse Armada, haar chagrijnige katholieke zus én Sir Walter Raleigh (Clive Owen als een 16e-eeuwse Errol Flynn), haar bondgenoot die haar tevens van haar maagdelijke status hoopt te verlossen.
Dat beide vertolkingen op lovende kritieken worden onthaald – voor I’m Not There werd ze in Venetië alvast tot beste actrice uitgeroepen en voor The Golden Age wordt straks opnieuw een Oscarnominatie verwacht – mag trouwens niet verbazen. In de negen jaar dat Blanchett op het wereldtoneel staat, stapelde ze de onderscheidingen op elkaar, met als absoluut hoogtepunt de Oscar voor haar rol als Hollywoodlegende Katharine Hepburn in Martin Scorseses The Aviator. Focus ging op visite bij Hollywoods regerende, vier maanden zwangere queen.
Je zette al heel wat iconische personages neer. Hebben die jou iets bijgebracht over omgaan met rijkdom en macht?
Cate Blanchett: Welke rijkdom en macht? In vergelijking met Elizabeth is mijn leven maar gewoontjes hoor. Bovendien ben ik geen actrice geworden om aan zelfontdekking te doen. Mijn rollen zijn niet therapeutisch. Het zijn ontdekkingsreizen waarin ik bepaalde facetten van mijn persoonlijkheid mag verkennen. Eigenlijk ben ik actrice geworden omdat ik niet echt een statische persoonlijkheid heb en me ook niet op bepaalde karaktertrekken wil vastpinnen. Ik ben ook altijd heel nieuwsgierig geweest naar wat anderen denken en voelen. De inzichten die ik in de loop van mijn carrière heb verworven – of die nu over rijkdom, macht of gelijk wat gaan – zijn gewoon bijproducten. Psycholoogje spelen is in elk geval nooit een motivatie geweest. En beroemd worden al helemaal niet. Dat is een noodzakelijk kwaad als je films wil maken op dit niveau.
Elizabeth werd van kindsbeen af voorbereid op dat leven in de spotlights; jij hebt roem verworven door te acteren. Helpt dat om zo’n personage beter te doorgronden?
Blanchett: Nee. Ten tijde van de eerste film was ik een onbekende toneelactrice uit het verre Australië, maar blijkbaar heeft mijn vertolking daar niet onder geleden. Bovendien kun je onmogelijk een parallel trekken tussen een 16e-eeuwse monarchie en de hedendaagse celebritycultus. In Elizabeths tijd was er een sterke sociale hiërarchie die met geen breekijzer te manoeuvreren viel. Kerk en Staat waren één, de koningen hadden absolute macht en de burgers moesten gewoon jaknikken. Bovendien was Elizabeth ook een zeer sluwe diplomate, wat je maar moeilijk van Paris Hilton kunt beweren (lacht). Ik bedoel maar: Elizabeths invloed op de westerse politiek en cultuur, plus het feit dat de Engelse taal zich met Shakespeare onder haar bewind écht heeft gevormd, hebben voor een culturele impact gezorgd die duizend keer langer bleef nazinderen dan de invloed die gelijk welke celebrity nu ooit zou kunnen hebben. Zelfs Elvis komt niet in haar buurt.
Met ‘The Lord of the Rings’, ‘The Aviator’, ‘I’m Not There’, ‘Elizabeth’ en straks ‘Indiana Jones’ heeft je carrière de wind in de zeilen. Is dit jouw ‘Golden Age’?
Blanchett: Hopelijk niet. De voorbije jaren waren fantastisch en ik hoop dat het nog een tijdje mag blijven duren. Al maak ik me geen illusies. Als actrice weet je dat het moeilijker wordt na je veertigste, wat jammer genoeg veel zegt over Hollywood en de cultuur waarin we leven.
Klopt het dat regisseur Shekhar Kapur lang heeft moeten aandringen vooraleer je toezegde om ook in de sequel mee te spelen?
Blanchett: Ik blijf Shekhar eeuwig dankbaar voor de kans die hij me indertijd gegeven heeft en we zijn ook altijd goeie vrienden gebleven. En telkens als ik met hem ging eten, bracht hij de sequel ter sprake. Alleen vond ik dat we een goeie invalshoek nodig hadden en dat we eerst de nodige tijd moesten laten passeren. Ik bedoel: toen Elizabeth te maken kreeg met de Spaanse Armada – zowel dramatisch als filmisch het interessantste gegeven – was ze al over de vijftig. En dus twintig jaar ouder dan de Elizabeth die ik in deel één had gespeeld. Ik weet dat Shekhar zich niet al te veel aantrekt van historische correctheid en uit de feiten gewoon een tijdloos verhaal wil construeren, maar het moest ook nog een beetje geloofwaardig blijven. Vandaar dat de sequel negen jaar op zich heeft laten wachten. En vandaar ook dat ik in de film vaak helemaal geen make-up draag. Of zo realistisch mogelijk in close-up word gebracht. Meestal proberen filmmakers je van je mooiste kant te tonen. Dit keer stond ik erop dat ik er zo afgeleefd mogelijk uitzag. De rimpels die je ziet zijn dus écht. Negen jaar in de spotlights laten hun sporen na (lacht).
Veel filmsterren zouden daar problemen mee hebben. Ben je niet ijdel dan?
Blanchett: Best wel. Maar ik vind dat je als actrice vooral je job moet doen en je ego wegcijferen als het moet. Bovendien ben ik tevreden met hoe ik eruitzie. Zelfs wanneer ik geen make-up draag of pas uit mijn bed kom. Ik ben 38 en moeder van twee kinderen en zo zie ik er ’s morgens ook uit.
Geen plastische chirurgie dus straks?
Blanchett:(lacht) Hopelijk niet, al sluit ik niet uit dat ik aan mij laat prutsen als het straks allemaal ineen begint te zakken. Ik sta daar niet boven en ga ook zeker niemand met de vinger wijzen. Ik hoop alleen dat ik straks niet panikeer op mijn sterfbed en mezelf nog herken (lacht). Het is gewoon een kwestie van accepteren dat we vroeg of laat allemaal doodgaan. Er is niks mis met vrouwen van in de vijftig die wat rimpels laten wegtrekken, wél met meisjes van 16 die zich laten opereren. Vooral vrouwen kunnen soms echt meedogenloos zijn over elkaars uiterlijk. Je moet die dingen in perspectief plaatsen en kritisch omgaan met die onrealistische schoonheidsidealen. Da’s iets wat ik mijn kinderen in elk geval graag wil bijbrengen. Maar elk mens blijft ijdel, en zeker actrices wier gezicht tien meter bij twintig groot op een doek wordt geprojecteerd.
Oneffenheden worden tegenwoordig toch digitaal weggewerkt als het moet?
Blanchett: Inderdaad. Die hele digitale revolutie doet me zelfs vrezen dat ‘acteren’ straks misschien niet eens meer nodig zal zijn. Ik speel bijvoorbeeld mee in de nieuwe film van David Fincher (de F. Scott Fitzgeraldverfilming ‘The Curious Case of Benjamin Button’, voorzien voor eind 2008; nvdr. ) die digitaal is gedraaid en gaat over een man – Brad Pitt – die gaandeweg weer jonger wordt, terwijl zijn vrouw – ik dus – de andere richting uitgaat. Niet dat ik in die film niet meer hoef te acteren – integendeel zelfs – maar er zitten veel digitale shots in waarin ik er 68 uitzie, en die waren zeer confronterend.
Elizabeth had een grote impact op haar tijd en wordt vaak gecast als een feministe avant la lettre. Zijn er nu ook vrouwen naar wie je opkijkt?
Blanchett: Zeker. De Duitse premier Angela Merkel bijvoorbeeld. Dat heb ik altijd een intelligente en krachtdadige politica gevonden. Ook de manier waarop ze zich inzet voor het milieu is bewonderenswaardig. Duitsland is een groot, vervuilend industrieland, maar het is dankzij Merkel een voortrekkersrol aan het spelen in het omschakelen naar alternatieve energiebronnen. Daar is lef en visie voor nodig.
Je bent zelf dus ook ecologisch bewust?
Blanchett: Het milieu is het meest fundamentele was er is. En dat heeft niks met Al Gore te maken. Wél met gezond verstand en een minimale vorm van solidariteit. Mijn kinderen willen straks ook genieten van het leven. En hun kinderen waarschijnlijk ook. Dus is het onze plicht om zorg te dragen voor de toekomst. Je kunt als individu geen revolutie ontketenen, maar je kunt wel je levensstijl aanpassen. Kortere douches nemen, spaarlampen indraaien, het openbaar vervoer nemen: dingen die ik zelf ook doe en die op grote schaal wel degelijk invloed hebben.
Dat openbaar vervoer is niet langer de Tube in Londen maar die in Sydney. Waarom ben je terug naar Australië verhuisd?
Blanchett: Omdat het heimatgevoel toch sterker blijkt dan ik dacht. Mijn man en ik (Blanchett is sinds 1997 getrouwd met theaterregisseur Andrew Upton; nvdr.) waren al een tijdje aan het uitkijken om terug te keren – ook omdat mijn oudste naar school moet en dus een vaste thuis nodig heeft – en toen we dat aanbod kregen om The Sydney Theatre Company te leiden als artistiek directeur leek het ons het ideale moment. Het aanbod weigeren zou zelfs laf geweest zijn. Alleen is het afwachten of het wel een goed idee is om samen te werken met je vent. We komen wonderwel overeen maar als je mekaar voor, tijdens en na het werk ziet, kan dat stresserend worden. Het worden in elk geval spannende tijden.
Zoals met ‘Indiana Jones and The Kingdom of the Crystal Skull’ volgende zomer?
Blanchett: Ik ben razend benieuwd. Op mijn zestiende wilde ik zélf Indiana Jones worden. De opnames zitten er in elk geval op en ik kan je vertellen dat het geweldig wordt. Maar verder mag ik niks verklappen. Anders stuurt Steven Spielberg Jaws op me af (lacht).
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier