The Bond Identity. Bond raast zichzelf – én Jason Bourne – voorbij in deze anabole sequel op ‘Casino Royale’. Al maken de retrofeel en Daniel Craig veel goed.
Marc Forster
Daniel Craig, Olga Kurylenko, Matthieu Amalric, Judi Dench, Gemma Arterton
Twee jaar na zijn ‘realistische’ make-over in Casino Royale en de sterke entree van Daniel Craig waren de verwachtingen rond episode 22 uit ’s werelds langst lopende filmfranchise zo hoog gespannen dat zelfs 007 best enkele extra wodka-martini’s kon gebruiken. De vraag die daarbij op ieders lippen brandde: ‘Wordt Quantum of Solace even goed als de uiterst succesvolle, zij het lichtjes overschatte voorganger?’
Het antwoord is: ja en neen. Dat Marc Forster – bekend van karakterdrama’s als Monster’s Ball en Finding Neverland – nooit eerder een actiefilm regisseerde, is er alvast geen seconde aan te zien. Letterlijk! Ook deze sequel, die meteen bij het einde van Casino Royale aanpikt, schiet immers uit de startblokken als een opgedreven Aston Martin. En dat met enkele hyperkinetisch gemonteerde actiescènes waarin de invloed van de Bournefilms er zo dik opligt dat je de indruk hebt naar een stroboscoop te gapen.
Geen wonder dat de duurste en kortste Bondfilm ooit (200 miljoen dollar voor 106 minuten) voorbijdendert als een holle, afstandelijke stijloefening. Daarbij maakt de mix van ruwe Bourneactie en escapistische Bondglamour een hoogst schizofrene indruk, zelfs al krijgt 007 het ook deze keer emotioneel hard te verduren.
Zo tracht Bond niet alleen de verantwoordelijken voor de dood van zijn geliefde Vesper Lynd (de Bondgirl uit Casino Royale) op te sporen – een wraakmissie die hem tot in Siena, Bregenz, het Gardameer en finaal tot in de woestijn van Bolivia leidt. Hij krijgt ook nog eens af te rekenen met de sluwe ecotycoon Dominic Greene (Matthieu Amalric) en de sexy huurmoordenares Camille (Olga Kurylenko), respectievelijk de nemesis en Bondbabe van dienst.
Aan spanning geen gebrek dus. En aan degelijke acteerprestaties evenmin, met Craig opnieuw viriel voorop als de getroebleerde MI6- agent die (al te) gretig gebruik maakt van zijn licence to kill. Bovendien voegt Forster er ook een actuele geopolitieke dimensie aan toe met zijn subplot over natuurlijke grondstoffen en door de CIA gesteunde junta’s, al wordt alle gravitas helaas compleet aan flarden geknald door de overdosis aan warrig gechoreografeerde actie.
Een solide, meeslepende spionagethriller is deze melange van vaste Bondingrediënten (de auto’s, meisjes en schurken), Bournetestosteron en socio-politieke ernst in geen geval. Toch heeft Forster er gelukkig ook geen doorslagje van Casino Royale van gemaakt. Met zijn cinefiele referenties (van Goldfinger tot North by Northwest), zijn prima sequens in de opera én zijn mooie, modernistische decors in de stijl van Ken Adam (de legendarische productiondesigner van de Bondfilms uit de sixties) oogt episode 22 bij vlagen zelfs gestileerder en nostal-gischer dan ooit. Tenminste: tot de montageafdeling weer eens in overdrive schiet, Bond opnieuw de Bourne in zichzelf voelt opwellen en de kijker shaken and stirred achterlaat. Slow it down, James!
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier