Herman Van Molle start vrijdag met het tweede seizoen van zijn fel gesmaakte reisprogramma ‘Zalm voor Corleone’ (vanaf 7/11, elke vrijdag om 21.55 op Canvas, herhaling op zaterdag om 23.30).

‘Zelfs als ik de hond uit wandelen neem, broed ik op ideeën.’

1. In ‘Zalm voor Corleone, il bambino’ doorkruis je Amerika. Blijft het concept verder onveranderd?

Deze reeks is in feite een kopie, maar alles speelt zich nu 3 à 4 jaar later af: Fortunata en ik zijn getrouwd en zij is ondertussen in verwachting. Opnieuw moet ik mijn goede wil tonen aan haar vader door een zalm mee te brengen, deze keer uit Alaska.

2. De vorige keer zei je dat dit programma keihard labeur is. Waarom dan een nieuwe reeks?

Omdat we enorm trots waren op de vorige reeks. Maar het klopt: dit programma is fysiek ontzettend zwaar. Aan de andere kant kan ik mijn werk amper van me afschuiven: zelfs als ik de hond uit wandelen neem, broed ik op ideeën. Wat Zalm voor Corleone ook belast, is de enorme stress en onzekerheid: we improviseren met de mensen en middelen die we onderweg vinden – voor hetzelfde geld mislukt het dus grandioos.

3. Zien de Amerikanen Belgen met een camera graag komen?

Wel, we hadden nog het geluk dat we het programma inblikten voor de oorlog in Irak. Maar het was toch relatief kort na 9/11. De douane kan humor ook niet bepaald appreciëren, behalve als je twee uur langer wil wachten.

4. De reportages duren amper vijf minuten. Zou het vaak niet wat langer mogen?

Als tv-maker kan je niet verwachten dat iemand blijft kijken naar een halfuur durende uitzending over rondzwevende ruimtepartikeltjes, zoiets kan enkel op BBC. En door de reportages zo kort te houden, krijgt de kijker bovendien ook zin om zélf op zoek te gaan.

5. Je noemde ‘Zalm voor Corleone’ een heteroprogramma, omdat ‘homo’s eerder campy humor waarderen’ en ‘omdat de vrouwenemancipatie te snel is gegaan’. Wie heb je daarmee het kwaadst gekregen?

(lacht) Zalm voor Corleone is ondertussen al minder hetero: ik ben niet langer een vrijgezel, maar een voorbeeldige echtgenoot en toekomstige vader in de serie, dus is het programma daar wat meer op toegespitst. De eerste reeks noemde ik een heteroprogramma omdat het de indruk gaf van een man die er voor de laatste keer als vrijgezel op uit trekt.

6. Je houterige acteerprestaties geven het programma charme. Speel je bewust zo klungelig?

Ik ken mijn beperkingen – ik ben zéker geen schitterend acteur. Daarom speel ik ook gewoon mezelf. Ik ben bovendien zowat de underdog: ik ben geen avonturier die onvervaard van de Niagara-watervallen springt. (lacht) We maken geen heroïsch, maar in dat opzicht wel typisch Vlaams programma.

7. Volgens Manu Adriaens kwamen info en amusement voor het eerst samen in ‘Huis van Wantrouwen’. Was dat programma een blauwdruk voor ‘Zalm voor Corleone’?

Nee, Zalm voor Corleone staat op zichzelf. Die versmelting van amusement en info vindt trouwens zijn oorsprong in de komst van VTM, onder het motto: wat verteld wordt met een glimlach, gaat er beter in bij de kijker. Maar het VRT-antwoord met het Huis van Wantrouwen leverde wél opzienbarende televisie op.

8. Je hebt een zwak voor Zweden. Vreemd: zo’n akelig gereglementeerd land waar tegelijk porno op openbare zenders vertoond wordt.

Zweden hebben een hyperburgerzin: hen zul je niet zien frauderen met de belastingen. Ze houden strikt vast aan reglementeringen, omdat ze ook degelijk beloond worden. En wat die harde porno betreft: Zweden en Denen zijn géén seksvrijbuiters, maar gaan uit van het freedom of speech-principe; iedereen heeft het recht om binnen de wet te doen en te laten wat hij verkiest.

9. Quizliefhebbers hopen nog steeds op een terugkeer van de legenda- rische ‘IQ-quiz’. Komt die er nog?

Men had de IQ-quiz in de eerste plaats nooit mogen stoppen. Nu, je moet wel oppassen voor nostalgie: als je De Collega’s nu bekijkt, lijkt die serie nergens naar. Ik ben er wel van overtuigd dat de IQ-quiz nog zou standhouden, alleen nu niet. Er zijn golfbewegingen voor de tv-quiz: zelfs De Canvascrack had wat eenvoudiger vragen.

10. Een ander legendarisch programma van jou, ‘TV Touché’, was baanbrekend door als eerste een gekleurde presentatrice op tv te brengen, Alida Neslo. Moeten we daar nog iets anders van onthouden?

(lacht) Dat programma deugde vijf procent van de tijd, heb ik wel eens gezegd. We wilden als eerste échte politieke satire brengen – man en paard noemen -, niet ‘de regering’ en ‘de politiek’ hekelen. Wij wilden hard en consequent zijn: links of rechts – we sabelden iedereen neer. Maar geen enkele politicus wilde uiteindelijk nog meewerken. En de lol is er ook wel af als je doodsbedreigingen krijgt.

door GUNTHER VAN ASSCHE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content