de PuertoRicaan Gabriel Rios brak dit jaar door met ‘Ghostboy’. Volgende week zorgt hij in ‘De Leukste Eeuw’, een terugblik op de grappigste momenten van 2004, voor de muziek (vr 31/12 – 21.35 TV1). DOOR GUNTER VAN ASSCHE

1 Geeft een tv-optreden wel evenveel voldoening als een eigen concert?

Op televisie spelen is best fijn omdat de focus op één song is gericht en elke noot geweldig moet klinken. Maar de sfeer in een tv-studio is nogal vreemd: alles lijkt tot in de puntjes voorbereid en de mensen zijn over het algemeen ontzettend rustig. Je weet ook niet goed waar je moet kijken, rechtstreeks in de camera of naar het publiek? Het is een rare ervaring.

2 Wat liet dit jaar de grootste indruk op je na?

Toen ik één dag nadat Theo van Gogh stierf Broad Daylight speelde. Van Gogh had me even voor zijn dood gezegd een grote fan van mijn muziek te zijn; hij had zelfs een cassette waarop Broad Daylight telkens opnieuw na elkaar was opgenomen. Ik moest de dag na zijn dood in een Hollandse platenwinkel spelen en toen ik die song inzette, kreeg ik het meest intense gevoel ooit bij een song van mezelf.

3 Je speelde ook op zijn uitvaart.

Dat was anders. Toen was het niet zo intens omdat er veel werd gepraat. En wat dat spreken betreft, met de meeste Vlamingen praat ik ondertussen al een aardig mondje mee in het Nederlands, maar het dialect van de Hollanders is te moeilijk om te begrijpen.

4 Je bent ook schilder en beeldhouwer. Zijn je songs daarom visueel zo sterk?

Ik slaag er nooit in om een gangbare tekst te schrijven: ik moét een verhaaltje vertellen waarin ik bijvoorbeeld als klein jongetje in een boom klim om vogeltjes op te eten. Als kind had ik al een veel te grote fantasie. Dat is er met het ouder worden blijkbaar niet uitgegaan (lacht). Ik heb wel vaker problemen om dingen gewoontjes te zeggen.

5 In de clip van ‘Ghostboy’ komt een zwaan met een vrouwenlichaam voor: de symbolische droom voor vrouwelijke trouw.

Is dat echt? Dat is fantastisch! Neen, ik wist het niet. Ik heb dat beeld trouwens niet zelf bedacht. Maar er is wel een link. Toen ik een paar jaar geleden Puerto Rico verliet en mijn toenmalig liefje naar België volgde, gedroeg ik me vaak stikjaloers. Nu ben ik easy going, maar in die tijd vrat het aan me. Ik was echt neurotisch wat trouw betreft.

6 Naar het schijnt, zit je vaak urenlang wezenloos te staren naar tv. Helpt dat bij het schrijven?

Ik heb al een tijdje geen kabelaansluiting meer maar wél een dvd-speler. Nu ben ik dus verslingerd aan films. Of aan series als 24, dat net op een Playstation-game lijkt. De conversaties zijn niet echt realistisch, maar dat vind ik net de max. Een extra voordeel: die reeksen zijn vooral bedoeld om ’s avonds uit te bollen, en ik heb vaak problemen om in slaap te raken.

7 Je zei dat je je in je vroegere bands als een dictator gedroeg. Bij de opnames met ‘Ghostboy’ was dat anders. Omdat je meer opkijkt naar iemand als producer Jo Bogaert?

Dat zou best kunnen. Jo heeft mijn ogen meer dan eens geopend. Ik ben normaal gezien een heel neurotisch en detailziek mannetje, en hij bracht daar wat verandering in. Hij is mijn tegenpool in songschrijven: hij is veel rustiger en alles kost bij hem ook minder tijd. Nu, ik ben nog steeds een dictator hoor – al is het maar om te zeggen wanneer we naar huis gaan (lacht).

8 Ook Flip Kowlier beschouw je als voorbeeld.

Flip is een van mijn beste vrienden en ik zie hem als een oudere broer van me. Door hem bezig te zien op het podium en met hem te spreken, zette hij me op weg als muzikant. In het begin vond ik zijn muziek nochtans niet veel soeps. Ondertussen ben ik een echte fan.

9 Je nieuwe plaat zou al af zijn. Klopt het dat ze niet onder jouw naam uitgebracht wordt?

Niet te vlug willen gaan, hé! Het is een nieuw project dat ik samen met Jo uitwerk, en we zijn nog steeds aan het schrijven. Ik was er al mee bezig nog voor Ghostboy opgenomen werd, en neen, we zijn er nog niet uit onder welke naam we het naar buiten brengen. Gun me nu nog even tijd. De kerstvakantie is nog niet eens begonnen.

10 Wat dat betreft: de kerstman zou nooit naar Puerto Rico gegaan zijn omdat noch hij noch zijn rendier tegen de hitte konden. Een flauw excuus!

Ja, maar wij kregen wel geschenken van los reyes magos (de drie koningen). Op de vooravond van Kerstmis staken we gras in een schoendoos en de volgende dag kregen we cadeautjes. Het gras lag dan overal verspreid, alsof de kamelen er hadden aangezeten. Een Puertoricaanse oudejaar, dat mis ik wel in België. De eindejaarsfeesten zijn hier zo rustig. In Puerto Rico wordt er in de lucht geschoten; hier heffen we enkel een glas (lacht). l

Gunter Van Assche

‘IK HEB WEL VAKER PROBLEMEN OM NORMALE DINGEN TE ZEGGEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content