Hij kent ze ondertussen natuurlijk wel, maar om ons te plezieren, blikte tom lenaerts toch nog een laatste keer een reeks ‘de pappenheimers’ in. (Vanaf za 4/12 – 20.40 TV1). DOOR GUNTER VAN ASSCHE

1 Werd het moeilijker om bekende gezichten te strikken voor een quiz, waarin sommigen méér kwaad dan goed deden?

Neen, en dat verwondert me ook eigenlijk. De Pappenheimers is niet alleen een spel waarin je zelf onderuit schuift als je de antwoorden niet weet, maar waarin je ook nog mee verantwoordelijk bent of de finalekandidaat met geld naar huis gaat. Dat vergt moed. En toch vonden we heel wat nieuwe kandidaten, zoals Sigrid Spruyt, Roland, Kamagurka of Goedele Liekens.

2 Dat treft! Je uitspraak dat vrouwen niet aan quizcriteria voldoen zette kwaad bloed bij Liekens, niet?

Dat gebeurde na een verkeerd citaat: Ik zei: ‘Als je vijf bekende vrouwen kan opnoemen die aan onze criteria voldoen en willen meespelen, nodig ik ze meteen uit.’ Mijn frustratie was dat veel vrouwen schijnbaar geen zin hebben in quizzen. Maar dat van ‘willen meespelen’ is toen blijkbaar van de krantenpagina gevallen. Een niet onbelangrijke nuance toch (lachje).

3 Je wordt steeds overvallen door een tunnelvisie als je een programma maakt. Geldt dat nog voor een programma dat al een paar seizoenen meegaat?

Ik probeer nog steeds zoveel mogelijk buiten te sluiten: in de tunnel is enkel plaats voor het programma. Ik kan pas goed functioneren als ik me ergens in onderdompel. Zo’n quiz presenteren kan eenvoudig lijken, maar ik kan niet overdag met De Pappenheimers bezig zijn, en ’s avonds mijn aandacht op iets anders vestigen. Ieder programma kruipt in mijn lijf.

4 Je was even aandeelhouder binnen Woestijnvis. Waarom kwam je eigenlijk terug op die beslissing?

Ik ben nooit een crack geweest in de combinatie geldzaken/werk. Ik kan niet méé in een bedrijf zitten en daarnaast programma’s verzinnen. Ik werd er ook helemaal niet gelukkiger van. Het is nu gewoon plezanter: ik hoef alleen nog te broeden op leuke ideeën.

5 Je werkte vroeger als headhunter in een consultantsbureau: ‘Ook elke dag toneelspelen, maar dan met een pak aan’, beweerde je ooit. Zie je presenteren ook niet als een rol?

Veel minder. Het komt er net op aan om zo weinig mogelijk te spelen wanneer ik een programma presenteer. De presentatie moet echt zo nauw mogelijk aansluiten bij mijn eigen persoonlijkheid. Trouwens, als ik een rol zou spelen, zou ik eerder een slechte presentator spelen.

6 Bart De Pauw pleegde in ‘Het Geslacht De Pauw’ een moord op zijn eigen imago. Lijkt jou zoiets geen aantrekkelijke daad?

Daarvoor is het in de eerste plaats al te laat: Bart heeft een schitterende persiflage gemaakt. Ik denk overigens dat ik bij elk programma sowieso een aanslag pleeg op mijn eigen imago. Ach, ik zou niet eens weten wat mijn imago is.

7 De vorige reeks van ‘De Pappenheimers’ haalde een piek van 1,4 miljoen kijkers. Ga je het xsultieme duel aan: de competitie met jezelf?

Ik schrok toen ik die cijfers onder ogen kreeg. Ik zal nu niet proberen om mezelf te overtreffen – op kijkcijfers heb je toch geen vat. Mijn enige ambitie is om alle programma’s nog een stuk beter te maken.

8 Je stopt na deze serie wellicht definitief met de presentatie van ‘De Pappenheimers’. Ga je dan nu werk maken van die fictiereeks op TV1?

Vorige week namen we de laatste afleve- ring van De Pappenheimers op en de dag erna ben ik opnieuw begonnen met die fictiereeks. Het is weer een heel nieuwe wereld die voor me opengaat, met andere wetmatigheden. Ik begin te filmen in april. Het enige dat ik erover kwijt kan, is dat de serie gaat over de opgang en ondergang van de vriendschap tussen dertigers.

9 Steven Van Herreweghe benijdt jou en Mark Uytterhoeven omdat jullie je tv-parcours stap voor stap hebben kunnen afleggen. Nu is het instant scoren of afgeschoten worden.

Ik zat alvast in een luxepositie om voor een zender te kunnen werken, maar niet direct op het scherm de vuurdoop te ontvangen. Hoewel Onvoorziene Omstandigheden en Schalkse Ruiters toch ook wel heel snel volgde.

10 Alles moét ook snel volgen, niet? Op je veertiende kreeg je een eerste midlifecrisis. Enkel omdat je sommige zaken niet meer zou kunnen verwezenlijken.

(lacht) Ik besefte toen ondermeer dat ik te oud was om nog op Wimbledon te kunnen winnen. Maar ondertussen ben ik er 36, en ik heb niet het gevoel dat er veel aan mijn neus is voorbijgegaan. Nu, ik heb er sindsdien eerlijk gezegd ook nooit meer bij stilgestaan. l

Gunter Van Assche

‘BIJ ELK PROGRAMMA PLEEG IK WEL EEN AANSLAG OP MIJN EIGEN IMAGO. EN TROUWENS, WAT IS MIJN IMAGO?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content