POLICE PYTHON 357 ***
Maandag 24/9, 20.50 – ARTE. Alain Corneau, FR-D 1976.
‘L ‘assassin du dimanche / se fait descendre un jour / par une flèche blanche / que lui tire l’amour’, zingt chansonnier en acteur Yves Montand in L’Assassin du dimanche. Dat liedje moet ongetwijfeld door zijn hoofd gespookt hebben tijdens de opname van Police Python 357.
In die grimmige polar speelt Montand een nogal gesloten en eigengereide politie-inspecteur uit Orléans met een privéleven dat even kleurloos is als de grijze herenjas die hij altijd draagt. Totdat hij een mysterieuze Italiaanse fotografe (Stefania Sandrelli) ontmoet. En de 55-jarige Montand als een flukse bok over vuilniszakken begint te springen. Alleen wordt zijn nieuwe vriendin op een avond dood teruggevonden in haar appartement. Montand moet het moordonderzoek leiden terwijl hij zelf de hoofdverdachte is.
Dat Montand daarbij verontrustend ver gaat – hij verminkt zichzelf op gruwelijke wijze om te voorkomen dat hij door enkele getuigen herkend wordt – maakt deel uit van de mechaniek van de films die Alain Corneau toen draaide: noodlottige policiers waarin het hoofdpersonage worstelt met zijn eigen identiteit.
De spanning die Corneau in zijn eerder ijzig opgebouwde film genereert, komt niet van de actie maar uit de psychologische plotontwikkelingen. Zo is de echte moordenaar de overste van Montand, een jaloerse commissaris die eveneens een relatie met de fotografe had. De commissaris (François Périer) wordt bijgestaan door zijn echtgenote (Simone Signoret), een verlamde bourgeoise die zijn buitenechtelijke affaire vergoelijkt en wanhopig haar best doet om hem te redden.
Signoret en Montand waren toen hét glamourkoppel van de Franse film. Sommigen zagen in Signorets personage, de zich achter haar waardigheid verschansende echtgenote, ook een soort echo van de rol die ze publiekelijk toebedeeld kreeg toen Montands relatie met Marilyn Monroe breed in de roddelpers uitgesmeerd werd.
Maar de echte ruggengraat van deze policier is niet hun leven, maar de film noir. Montands jas en fetisjistische obsessie voor zijn Python 357-revolver zijn een knipoog naar Clint Eastwoods vestimentaire keuze én Magnum in Dirty Harry. De kille aandacht voor zijn rituele handelingen, zoals het vervaardigen van zijn eigen kogels, verwijst naar de Franse noirmeester Jean-Pierre Melville. Corneau gaf hier ook een vernieuwend elan aan het genre in Frankrijk, door zijn commentaar op de rigide façade van bourgeoisie en hiërarchie.
(L.J.)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier