Nicolas Cage die een overbehaarde heremiet speelt die op zoek gaat naar zijn gejatte truffelvarken? Het is een pitch die, gelet op het recente cultcurriculum van Cage, meteen een woeste wraakthriller doet vermoeden. Het verrassende aan Michael Sarnoski’s debuutfilm is niet alleen dat hij allerlei genre-elementen tot een smakelijke potpourri weet te mengen, maar zowaar ook het beest in The Cageman weet in te tomen. In zijn meest ingetogen en vlezige rol in tijden beperkt Cage zich voornamelijk tot knorren, kreunen, grommen, brommen en occasioneel een rake mep en cynische repliek uitdelen als de gedesillusioneerde chef-kok die in de bossen van Portland en de marge van de Amerikaanse droom beland is, om van daaruit op zoek te gaan naar zijn varken en de demonen uit zijn verleden. Het is een folky ballade over omgaan met rouwen en (status)verlies en over de geneugtes van haute cuisine die zich als een sfeervol geschoten indiethriller vermomt, op smaak gebracht met een vleugje onderkoelde ironie en Cage als een soort culinaire John Wick met sjofele houthakkerslook. Bijlange geen vijfsterrenmenu, wel een curiosum met beduidend meer voedingswaarde dan het royaal met namaakbloed overgoten fast food waar Cage de jongste jaren zijn tanden in zet.

Pig ***

Michael Sarnoski met Nicolas Cage, Alex Wolff, Adam Arkin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content