Elke dag probeer ik een mooi woord in de uitzending te smokkelen. Niet dat ik last heb van bekeringsdrang – daar ben ik met het ouder worden milder in geworden – maar het zijn kleine snoepjes voor de luisteraars. Onze taal is zo rijk, daar geen gebruik van maken zou zonde zijn.’ Zoetgevooisd aan het woord: Ruth Joos, die tegenwoordig op Radio 1 het actualiteitenprogramma De wereld vandaag presenteert. Gezien de staat van die wereld is dat niet altijd het meest vrolijke moment van de dag, maar troost vindt Joos ’s avonds bij haar oude vriend H.C. Pernath, van wie ze de Nagelaten gedichten altijd bij de hand heeft. Meer nog, op commando citeert ze met gemak vers na vers. ‘Over vrienden schreef hij bijvoorbeeld: “De vluchtvelden waar wij onze, splinters verdelen. En de motieven herstellen van elkaars gehavend tapijt.” Dat is raak. Beter kun je het niet verwoorden.
‘Pernath was een geschenk van mijn lerares woord die me tijdens het humaniora de liefde voor de taal én de poëzie heeft bijgebracht. Iedereen heeft wel, mag ik hopen, zo’n begeesterende leraar gehad. Ze heeft me haar editie van zijn Nagelaten gedichten toevertrouwd en ik heb me er een jaar aan vastgeklampt. Daarna heb ik mijn eigen versie gekocht, een bibliofiele editie, gelimiteerd op 1000 exemplaren. Het boek is trouwens uitgegeven in 1976, mijn geboortejaar en een jaar na Pernaths dood, dus het zal altijd een platonische vriendschap blijven. Misschien maar goed ook. Nu kan ik puur van zijn taal genieten. Ondanks het feit dat ik mijn thesis over zijn poëzie gemaakt heb – over drieënhalf gedichten om precies te zijn – raak ik hem nooit beu. Poëzie heeft bij mij een eeuwigheidswaarde die romans mankeren. Op dit moment ben ik in mijn ‘hysterische-vrouwenperiode’ als het op romans aankomt en omdat ik haar moet interviewen, ben ik ook A Little Life van Hanya Yanagihara aan het lezen, maar ik merk dat mijn echte koesterboeken poëziebundels zijn. Veel mensen deinzen terug bij het woord poëzie, maar Pernath is absoluut niet hermetisch en als je het hardop voorleest, vonkt die taal op. Hetzelfde bij Peter Verhelst, nog zo’n favoriet van me. Zijn bundels zijn soms een uitdaging, maar voorgedragen vallen al die woorden plots mooi in de plooi.
‘Pernath woont in mij. Dat heb ik onlangs gemerkt toen we stoemelings in Watou belandden. We parkeerden onze auto, ik keek op, en daar was hij, op een gevel boven me. Dan hoor ik altijd weer die klik vanbinnen, dan kom ik thuis, waar ook ter wereld.’
door Roderik Six – foto Filip Naudts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier