PERE UBU

Pere Ubu in 1978. Vlnr.: David Thomas, Tony Maimone, Allen Ravenstine, Scott Krauss en Tom Herman.

PERE UBU ****

Elitism for the People 1975-1978

avant-rock

Fire

WAT?

Hello Cleveland! De grootste stad van Ohio lag midden jaren zeventig onaanlokkelijk te wezen op het tourpad van de toenmalige rockgoden. Een grijze staalstad in de greep van industrieel verval waar geen fluit gebeurde. Ground zero voor Pere Ubu. Niet om zoals punk primitieve rock-‘n-roll te gaan spelen en terug te keren naar de bron, maar wel om alle sluizen open te draaien. Avant-garage en industrial folk, doopte de groep haar ideeën. Artrock à la Roxy Music en vroeggeboren postpunk kon ook. Volgens het adagium: herbegin, doe, zolang niemand maar aan Little Richard moet denken.

GEPREZEN OF VERGUISD?

Er kwam een nieuwe muzikale taal van, die men aan de hand van singles als 30 Seconds over Tokyo en Final Solution, en lp’s The Modern Dance en Dub Housing (allebei 1978), kon leren spreken, weliswaar alleen in de underground. Om verschillende redenen. De blatende stem van zanger David Thomas bijvoorbeeld (een Captain Beefheart wiens ballen nog niet zijn ingedaald, bedacht journalist Simon Reynolds). Thomas’ absurde, angstige, vaak surrealistische teksten. De dissonante klankmozaïeken die de band naast zijn gebalde experimentele rocksongs assembleerde, en waarin het doodsgesnater van een jazzsax of stukgeslagen flessen opdoken. Allen Ravenstine, die de bevreemding voedde door geen melodieën, maar een neerstortend vliegtuig, sissende fabriekspersen of ijzige wind uit zijn synthesizer te zuigen. Het verrukte journalistengild schoot woorden tekort. Uitgenomen één: industrial. Nu was Pere Ubu Throbbing Gristle niet, maar wel donker. ‘Maar niet donkerder dan country & western’, betoogde David Thomas. Ook waar.

EN VANDAAG?

Elitism for the People is een prima titel voor een manifest, en dat waren de eerste uitgaves van Pere Ubu ook: barstend van de agitatie vanwege die nieuwe deur die was gevonden en geopend. Deze essentiële vinylbox herbergt de verzamelde prille singlesoutput van de band (uitgebracht op Thomas’ eigen label Hearpen, toen DIY nog revolutionair was), de voornoemde eerste twee studio-lp’s en een concertopname uit 1977 vanuit het New Yorkse Max’s Kansas City, waarop minstens twee gitaarsolo’s bewijzen dat er wel degelijk iets tierde op het braakland ten westen van Television.

CUI BONO?

Grauwe stadsmuziek en afgemeten apocalyptische doem, op conventionele instrumenten gespeeld maar wars van elke rockgeplogenheid? Een bas die melodie speelt en een gitaar ritme? Bij Joy Division ging er een licht op. En een hele sliert lampionnen kreeg dankzij Pere Ubu stroom: The Birthday Party, R.E.M., Hüsker Dü, Pixies, Kamagurka.

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content