Pascal Smet had a dream.
Engels moest volgens de Vlaamse minister van Onderwijs de tweede taal worden van alle Europeanen. Te beginnen met de Vlamingen.
Ik was – toeval bestaat niet – op weg naar Parijs toen ik het nieuws hoorde, een stad waar ik af en toe graag eens in verdwaal, al dan niet tussen twee museumbezoeken door, en waar ik, zoals het een Vlaming past, mijn kennis van de taal van Molière met een zekere gretigheid etaleer. Een andere keuze heb je er toch niet.
Toen Smet zich haastte om te zeggen dat zijn voorstel geenszins door een communautaire agenda bepaald is en de timing ervan verdedigde door te verwijzen naar de Europese Dag van de Talen, had ik er genoeg van. Ten eerste deed hij zijn uitspraak kort nadat Steve Stevaert zijn kameraden dringend opgeroepen had iets Vlaamser te worden, en iedereen wéét dat de blind ambitieuze Smet bij meester Stevaert altijd de eerste van de klas wil zijn. Ten tweede is de Europese Dag van de Talen precies in het leven geroepen om de taaldiversiteit in alle lidstaten van Europa te promoten en te stimuleren. Níét om een eenheidstaal in het leven te roepen.
Ik zette de radio af en schoof Vu de l’extérieur in de lader, een cd van Serge Gainsbourg die ik alweer veel te lang genegeerd had. Bij song zeven bleef ik even haperen, omdat ik er pas voor het eerst de sensualiteit van de tekst in ontdekte. J’connais dans une boîte de Soho / Une nommée Pamela Popo / Une de ces p’tites nanas dont la peau / Est plus noire qu’un conte d’Edgar Allan Poe.
Franse poëzie over een zwarte stripteaseuse die de zanger aan een Britse auteur doet denken. Gainsbourg kende zijn klassiekers, en niet alleen de Franse en de Britse, maar ook de Russische, de Spaanse en de Joodse. Cultureel gediversifieerd, die Gainsbourg. Hij heeft er zijn voordeel mee gedaan.
Toen ik ’s avonds terug in Brussel neerstreek, was het ballonnetje van Pascal Smet al vakkundig en vanuit verschillende hoeken uiteen geknald. Alleen LDD vond het een goed idee, iets wat de dwaasheid ervan alleen maar bekrachtigt. De grote uitdaging voor het Vlaamse onderwijs ligt immers niet in de vraag welke nu de tweede taal moet zijn, wel hoe je jongeren weer zover krijgt om zich te interesseren voor andere talen dan het Engels – de facto hun tweede taal, al spreken taalkundigen liever van Globish omdat het verre van het Britse Engels is – en bij uitbreiding voor andere culturen dan de Anglo-Amerikaanse. Taalonderwijs is daar een belangrijke sleutel in, en immersie een essentieel element. Alleen dat heeft de Vlaamse Minister van Onderwijs goed begrepen.
Karel Degraeve
De grote uitdaging voor het Vlaamse onderwijs ligt niet in de vraag welke nu de tweede taal moet zijn, wel hoe je jongeren weer warm maakt voor andere talen dan het Engels.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier