Het is een tocht met hindernissen geweest, maar de nieuwe Sven Van Hees ligt er. ‘Ik kan nog klappen krijgen en down zijn, maar ze krijgen mij er niet meer onder’, zegt de 33-jarige Antwerpenaar. Met ‘Calypso’ maakt hij het logische vervolg op doorbraakalbum en loungemijlpaal ‘Gemini’.
Door Peter Van Dyck. Foto’s Guy Kokken
‘Calypso’. Uit op 17/6 (LEA/News)
Concert: 13/7 op het Alter Ego festival in Mortsel.
Het palmboomgevoel van de muziek op Gemini deed veel mensen wegdromen. Bijna dertigduizend exemplaren werden ervan verkocht, waardoor Sven Van Hees onbedoeld mee aan de basis lag van de lounge-explosie in de zomer van ’99. Al gaf de Antwerpenaar snel aan dat hij afstand wilde nemen van die rage, het succes had uiteraard ook aangename gevolgen. Zo contacteerde zangeres Julee Cruise, bekend van Twin Peaks, hem om eind dit jaar – wanneer Van Hees opnieuw zijn ’tweede thuis’ Amerika opzoekt – samen aan een plaat te werken.
Met Gemini mag de DJ/producer dan voor het eerst commercieel zijn doorgebroken, hij is wel al langer een spilfiguur in de Belgische elektronische scene. In de jaren ’90 werd Van Hees – ook bekend als Ramon Serrano – geroemd om zijn Ibiza house en ‘intelligent techno’, runde hij een tijdlang het label Global Cuts Records en vestigde hij internationaal, tot in de rimboe toe, een stevige reputatie als DJ. Met de nieuwe cd Calypso volgt de samplingmeester de lijnen die hij met Gemini uitzette, al is de uitkomst een stuk funkier.
Toen ik een jaar geleden met je praatte, vertelde je dat de plaat al zo goed als af was. Waarom hebben we nog zo lang moeten wachten?
Sven Van Hees: Ik zit al drie jaar met juridische problemen. Ik word gechanteerd door iemand die vroeger mijn publishing deed. Het succes van Gemini had niemand verwacht en het kwam ook vrij traag op gang. Toen het echt goed begon te lopen, kwam die man plots op de proppen. Ik heb de rechten nog, beweerde hij. Psychologisch was dat een klap, want nu had ik eindelijk bereikt wat ik wou. Nu ging ik eens geld verdienen met mijn muziek en precies op dat moment komt zo iemand roet in het eten gooien. Dat was even slikken. Ik heb toen een moeilijke periode doorgemaakt. Ik stelde mezelf de vraag: waar ben ik mee bezig? Ik investeer veel geld in mijn muziek. Dat kan ik niet blijven volhouden. Ik kan niet platen maken én dreigfaxen krijgen én denken aan hoe ik moet overleven. Daarom heb ik een jaar geleden Steph (Parmentier, platenbaas van LEA, pvd) gemeld dat ik geblokkeerd zat en een tijdje niet kon werken.
Het is een mirakel dat die plaat toch is afgeraakt, want eigenlijk moet ik tot november dit jaar wachten om uitsluitsel te krijgen over deze zaak. Maar ik kreeg de voorbije drie jaar zoveel reacties van mensen. Ze waren allemaal benieuwd naar de nieuwe plaat. Het zou bijna een belediging geweest zijn om ze nóg een jaar te laten wachten. Dus heb ik op mijn tanden gebeten. Ik heb mezelf vier maanden thuis in de studio opgesloten. Geen telefoons beantwoord. Achteraf ben ik blij dat ik heb doorgezet. Als ik uiteindelijk toch een deel van mijn geld verlies: so be it. Maar intussen kan ik toch verder aan mijn carrière bouwen. Ik wou die man het plezier niet doen om mijn schouders te laten zakken. Ik heb té lang geknokt om nu ineens de handdoek in de ring te gooien. Dat is immers het moeilijkste aan muziek maken: de psyche in orde houden. Ik zou je faxen kunnen laten zien: dat zijn bijna maffiapraktijken. De muziekbusiness is keihard. Ik heb bovendien geen manager. Ik doe mijn boekingen zelf. Er is niemand die voor mij de klappen opvangt.
Waarom wil je geen manager?
Van Hees: Ik ben er totnogtoe in geslaagd het in mijn eentje te redden. Alles loopt zoals ík het wil. Ik zou nog honderdduizend DJ-sets méér kunnen spelen als ik de boekingen uitbesteed, maar dat zou dan ten koste gaan van mijn vrijheid. Als er een manager in het spel komt, zal die misschien in mijn naam toegevingen doen. Als ik al die artiesten met managers rondom mij zie, vraag ik me af: waarom? Ik ben geen Michael Jackson: laat ons realistisch blijven. ( lacht)
Heeft het dipje zijn invloed gehad op de muziek zelf?
Van Hees: Ja. Dat ik ondanks de tegenkantingen toch tegen mezelf kon zeggen: ik blijf ervoor gaan, zag ik als een overwinning. Ik wist niet dat ik die kracht had. Er is de laatste drie jaar evenveel in mijn leven gebeurd als de dertig jaar daarvoor samen. Neem nu Julee Cruise, die op een dag aan de lijn hangt met de vraag om samen een plaat te maken. Dat is iets waar ik zelfs niet van had dúrven te dromen.
Wat mij in die drie jaar is overvallen, heb ik aan mezelf te danken. Ik heb mijn plaat niet laten produceren door een grote naam. Dus als Julee Cruise mij belt omdat ze mijn vorig album zo goed vond, dan weet ik dat ze mijn werk écht apprecieert. Dat moet vergelijkbaar zijn met een kunstenaar die een beeld heeft gemaakt en van mensen te horen krijgt dat ze er precies dát in zien wat hij erin heeft gestoken. Money can’t buy that feeling. Ik kan nog klappen krijgen en down zijn, maar ze krijgen mij er niet meer onder. Dat brengt een rust over mij die je volgens mij ook in mijn muziek kunt horen. Met Gemini had ik nog heel fel het gevoel: ik moet hier bewijzen dat ik iets kan. Het succes bracht bevestiging. Al heb ik nog altijd dat masochistische trekje in mij: ik duw mezelf altijd in de underdogpositie. Alle lof die ik met Gemini kreeg, werkte verlammend. Ik was de struggle zo gewoon. Daar krijg ik een kick van. Hou mij een rode lap voor, zoals een stier: dan functioneer ik eens zo goed.
Met ‘Calypso’ sla je geen radicaal andere richting in. Maar de plaat is wel aardser. Minder dromerig dan ‘Gemini’.
Van Hees: Dat klopt. Ik bevond me van ’96 tot ’99 vaak op stranden. Vooral Miami, maar ook in Portugal en Spanje. Gemini is voor mij dan ook: the soundtrack of the beach. Die plaat was heel dromerig en open. Je hoort die muziek en vult zelf de beelden in. Het was een heel visuele cd. Een derde van het afgelopen jaar heb ik in San Francisco vertoefd. Calypso is daardoor meer een stadsplaat. Serieuzer van toon. Je kunt eraan merken dat ik, door wat mij de voorbije drie jaar is overkomen, een tikkeltje realistischer ben geworden. Gemini was heel spontaan: ik wou een plaat maken die ik zelf leuk vond. Met Calypso heb ik voor het eerst rekening gehouden met mijn publiek. Het is het perfecte vervolg op Gemini. De stijl is typisch Van Hees. Dat merk ik aan de remixaanvragen: ik word stilaan bekend om mijn eigen sound. Dat is een prettige vaststelling.
Voor alle duidelijkheid: het is géén calypsoplaat geworden. Waar staat die titel dan voor?
Van Hees: Dé belangrijkste gebeurtenis van die voorbije drie jaar was de dood van mijn moeder. Ze stierf veertien dagen voor Gemini uit kwam. Mijn moeder was altijd bezorgd: wat gaat er van ons Svenneke worden? Ik kom uit een familie van onderwijzers. Ik was de gekke zoon die plaatjes draait. Ik heb haar altijd willen geruststellen: ooit zal het lukken. Ze heeft het succes van Gemini niet meer kunnen meemaken. Daar heb ik lang mee gezeten. Trouwens, of hij het nu toegeeft of niet: voor iedere man is zijn moeder de belangrijkste vrouw in zijn leven. Ik kreeg er toch wel een tik van. Wat me altijd is bijgebleven: ze vond alles wat haar zoon deed fantastisch, maar als ze een opmerking had, dan was het: Jij, altijd met je speciale muziek, maak toch ook eens iets commercieels.
Ik wou dat deze plaat een ode was aan mijn moeder. Haar lievelingsplaat was Calypso van John Denver. ( lacht) Daar ben ik mee opgegroeid. Je hoort in de nieuwe cd de lijdensweg die ik heb afgelegd. Gemini draaide rond the heartbreak and pain of ex-girlfriends. Nu is het thema: family trouble. Toch is het niet negatief. Zelfs Gemini was dat niet, al zat ik toen in de rotste periode van mijn leven. Calypso mocht niet morbide zijn. Vandaar ook die titel.
Het woord calypso past natuurlijk ook bij het exotische en zuiderse karakter van de muziek.
Van Hees: Dat is makkelijk te verklaren. Ik word vaak gevraagd om op exotische plaatsen te draaien. Dat valt me op als ik de afrekeningen van Sabam bekijk: je kunt mijn verkoopcijfers naast de temperaturen leggen. Portugal, Griekenland, Italië: dat zijn landen waar mijn muziek goed aanslaat. Ik zie zoveel van de wereld en overal waar ik kom, is het feest, omdat ik er als DJ gevraagd word. Dat positieve gevoel draag ik met me mee. Als ik drie weken in mijn appartement blijf, krijg ik nooit de inspiratie die ik vind op één nacht Barcelona. Je ontmoet heel wat mensen. Al die ervaringen bundel je als je muziek maakt. Als ik in San Francisco ben en op straat constant hiphop hoor en zwarten zie dansen, pik ik daar onbewust wat van mee. Daarom zit er op Calypso hier en daar een black swing.
De jazzy en bluesy gitaren zijn prominent aanwezig op deze plaat.
Van Hees: Ik hou echt wel van dat instrument. Wat ik echt niet meer kan hebben, is tech-muziek. Muziek mag van mij best hard zijn, maar er moet toch een menselijk element aan zitten. Ik hou niet van die technische snufjes op hedendaagse technoplaten. Je hoort te veel de machines. Op het einde van de jaren ’90 maakte ik bij de dansmuziek de bedenking: kouder kan het niet worden. Met die gitaren voeg ik toch iets akoestisch en organisch toe. Ze passen ook goed in het concept dat ik voor ogen had. Calypso is een stuk melodieuzer. Bij Gemini was ik nog aan het twijfelen: zal die sound wel aanslaan? Het klonk minder gedefinieerd. Calypso is daarentegen in your face.
Waar luister je thuis naar? Veel fusion en jazzfunk?
Van Hees: Veelal jaren ’70-jazz. Ik sta intussen op 102 compilaties. Daar luister ik ook naar. Zo weet ik meteen waar de concurrentie mee bezig is. Zo ontdek ik ook wel eens iets.
Zijn die compilaties lonend voor een artiest?
Van Hees: Je verdient daar wel wat aan, al is het niet spectaculair veel. Die compilaties helpen je ook om je te profileren als artiest. Als mensen twintig keer jouw naam op een compilatie tegenkomen, is dat een subtiele vorm van exposure. Dat een samensteller in Engeland mij samen met Pat Metheny, Andreas Vollenweider en Eddie Palmieri, mensen die ik bewonder, op één cd zet, betekent echt wel iets voor mij. Heel knap vind ik Future Sounds Of Jazz, waar ik samen met Aphex Twin op sta. Een verzamelaar uit ’96 en toch spreken mensen mij daar nu nog over aan.
Breng je altijd platen mee van je reizen?
Van Hees: Ik heb een hernia overgehouden aan het tillen van die platen. ( lacht) San Francisco is, als oude hippiecommune, één grote tweedehands jazzplatenhandel. Ik heb van de twee maanden zeker een volle maand doorgebracht in vuile winkeltjes. In Amerika vragen ze me: Where do you get all these beautiful sounds? Het grappige is: ik ga naar Amerika om oude platen te kopen, waaruit ik sample als ik terug in België ben. Om later de platen die ik daaruit distilleer naar de VS te exporteren, waar ze versteld staan van de geluiden die ik uit hun muziek heb gehaald. Dat is de kracht van de DJ: hij heeft toegang tot bronnen in het buitenland waar anderen van verstoken blijven. Je kunt toch niet hetzelfde bereiken als je je hele leven in Antwerpen blijft hangen? Als ik hier ben en op tv slogans hoor als ‘Vlaanderen Vlaams’, dan lijkt dat zo ver van me af te staan. De wereld is zo groot en er is zoveel te beleven, dat ik het moeilijk krijg als ik die bekrompenheid zie. Ik kan me niet meer voorstellen dat ik langer dan drie maanden aan een stuk in dit land verblijf. Als ik hier vijf jaar moest vastzitten, zou ik artistiek doodbloeden.
Is ‘Black Beans & Castro Queens’ geïnspireerd door een bezoek aan Cuba?
Van Hees: Nee, door Castro, dé homowijk in San Francisco. Iemand had voor mij een appartement geregeld waar ik twee maanden kon logeren. Op de mooiste plek van de stad, zo had hij me beloofd . Waarschijnlijk om goed met mij te kunnen lachen, had hij me in het hartje van Castro gestoken. Dat zijn daar echt Village People-toestanden. Kerels die in hun blote kont met zweepjes over straat lopen. Toen heb ik moeten vaststellen dat ik, zeker voordat ik vertrok, een beetje homofoob was. Als ik uit eten ging, kwamen venten rond mij hangen: Honey, how are you? Dat was toch wel even wennen. Na een week voelde ik me meer op mijn gemak. Vandaar dat ik voor de hoes van Calypso ook als vrouw heb geposeerd. Waarmee ik de roddels dat ik naar San Francisco ben gegaan om mezelf te outen nog wat heb gevoed. ( lacht)
Je had de plaat nog kunnen opdragen aan alle mannen van de wereld.
Van Hees: Dat had ik vorige keer voor de grap gezegd, nadat ik Gemini aan alle vrouwen had opgedragen. ( lacht) Nee serieus, het was wel interessant om in die gay world te zitten. Je hebt die hier in Antwerpen natuurlijk ook, ik heb zelfs vrienden die homo zijn, maar toch: daar is dat toch nog iets anders. Daar is dat écht een gemeenschap. De manier waarop zij zich afzetten tegen het puriteinse Amerika. De eerste twee weken vielen de schellen van mijn ogen, hoor. Door tussen die mensen te zitten, word je ook als een van hen behandeld. Dan merk je dat de vooroordelen nog diep zitten. Als inspiratie was dat fantastisch: al die bars en die ranzige discomuziek. Wat mij opviel: hoe hard die wereld is. Hoe rauw. Daar ben ik van geschrokken. Hoe weinig dat met liefde te maken heeft. Dat inspireert mij: ik installeer mij op een terras en observeer de mensen. Toen ik Black Beans & Castro Queens maakte, dacht ik terug aan die avond dat een vent mij wou versieren en dat iedereen in een deuk lag. Ik was ontzettend zat, want ik kan niet tegen alcohol, het was een avond vol misverstanden. Ik roep die hele sfeer dan weer op.
Waar komt de vrouwenstem in het openingsnummer ‘Suspension On Disbelief’vandaan?
Van Hees: Op Ka2 heb je een Playboy-programma waarin vrouwen een erotisch verhaal vertellen. De tv stond op de achtergrond op toen ik aan die track bezig was. Plots hoorde ik die vrouw spreken. Haar timbre paste bij dat nummer. Ik nam haar stem op en knipte daar stukjes uit. Ik gebruikte haar stem, zoals je dat met een vocalist zou doen.
Heeft wát ze vertelt belang?
Van Hees: Toch wel, ja. Ik herkende mezelf in haar verhaal. Op Gemini stonden heel wat onlieve dingen over mijn ex-vriendinnen. Niemand zal dat weten, maar omdat ik zo lang met hen samen ben geweest, vermoed ik dat zij de boodschap wel begrepen hebben. Met Suspension On Disbelief wou ik hen zeggen: alles is vergeven en vergeten. Na drie jaar besefte ik dat het probleem bij mij lag. Dat heb ik nu eindelijk toegegeven. Mijn cd’s zijn in feite dagboeken.
Wat die vrouw wil zeggen, als ik het goed begrepen heb, is: ik heb te weinig van mezelf gegeven in mijn relatie, uit schrik de controle te verliezen.
Van Hees: Ze zegt dat ze wél genoeg gegeven heeft van haar tijd, maar dat dit nog iets anders is dan genoeg van jezelf te geven. Het heeft lang geduurd voor ik dát inzag. Ik ben een vreselijk gesloten mens. Ik ben nu drie jaar vrijgezel. Daarvoor kiezen, was de beste beslissing in mijn leven. Van mijn 18de tot mijn 30ste ben ik twee keer zes jaar met een meisje geweest. Dat die relaties mislukten, lag aan mijn onzekerheid. In dat openingsnummer sla ik mea culpa, maar op de tweede track Black Beans & Castro Queens zit ik me al in San Francisco te amuseren. Het titelnummer ontstond op een heel trieste middag: de verjaardag van mijn moeders dood. Maar als ik dat nu terughoor, komt dat toch niet zo treurig over. Ik ben een eeuwige optimist. Zelfs als de man met de zeis voor mij staat, zal ik zeggen: het leven is schoon.
‘Ik hou niet van die technische snufjes op hedendaagse technoplaten. Je hoort te veel de machines.’
‘Ik kan me niet meer voorstellen dat ik langer dan drie maanden aan een stuk in dit land verblijf.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier