‘ONZE GROOTSTE ANGST? LEVEND BEGRAVEN WORDEN’

‘Waarom spreken moordenaars ons altijd meer aan dan hun slachtoffers?’ vroeg de Britse historica Kate Williams zich af. Het was het begin van haar eerste roman, De genoegens van mannen, over een seriemoordenaar in het Londen van 1840. ‘De wereld stond op springen en was doodsbang. Een beetje zoals nu, ja.’

Er zijn altijd parallellen te trekken tussen vroeger en nu. Maar als er een ding is waarvoor de meeste historici terugdeinzen, dan is het precies voor die parallellen. Williams draait er haar hand niet voor om om pakweg de angstindex van het heden op die van het verleden te leggen, of om de economische ellende in 1840 af te wegen tegenover het dal waaruit we nu harkerig en haperend klauteren.

‘Ik denk dat het niet toevallig is dat ik in 2008 aan deze roman begonnen ben. Het werd snel duidelijk dat deze crisis dieper zou snijden dan alle alarmfases waar we tot dan toe door waren gepeddeld. Iedereen had het prompt over de jaren dertig, maar ik moest veel verder terugdenken. Het idee dat economische recessies de creativiteit stimuleren, is gewoon onzin. Ze creëren vooral armoede en daarvan was Londen in 1840 een schrijnend voorbeeld’, zegt ze aan de telefoon vanuit Engeland. Ze is onderweg naar Ascot, en ze verontschuldigt zich op voorhand voor de in totaal vijf keer dat ze tijdens het gesprek zal wegvallen. Voor de BBC moet ze in Ascot live toelichting geven bij al het blauwe bloed dat er op en rond de renbaan dartelt; een maand geleden was ze de expert ter zake tijdens de festiviteiten voor Queen Elizabeth. Maar of het nu over koninginnen, Sherlock Holmes of de introductie van de erwt in ons dieet gaat – en het effect daarvan op het algemene welzijn: Williams schrijft en praat erover alsof ze een deel van het decor was. Dat is ook de sterkte van De genoegens van mannen. Als ze over de Kraaienman schrijft, de seriemoordenaar die zijn vrouwelijke slachtoffers tot op de blote ribbenkast openrijt en hun haar als een vogelbek in hun verwrongen monden propt, is het alsof ze naast hem staat. ‘Ik koppel nu eenmaal een levendige fantasie aan een hevige interesse voor het verleden.’

Je had het over 2008, hoe het begin van de economische crisis je deed terugdenken aan Londen in 1840. Waarom?

KATE WILLIAMS: Het waren jaren van extreme armoede en grote onzekerheid. Koningin Victoria was 21. Niemand had vertrouwen in dat frêle, zachtaardige vrouwtje. Men was ervan overtuigd dat het land de leidende hand van een krachtige man nodig had. De levensverwachting was nauwelijks hoger dan dertig, in alle sociale klassen. Er heersten cholera en tyfus en voor wie arm werd, was er nauwelijks een weg terug. Als mensen het hebben over victoriaanse waarden, dan kun je die samenvatten als: een extreem vrije economie waarbij de rijken hun bedienden even ruimhartig konden behandelen als een boer zijn koeien. Het victoriaanse tijdperk staat tegenwoordig synoniem voor expansie, voor wereldtentoonstellingen, voor Darwin. Maar in 1840 heerste er vooral angst voor wat komen zou.

Angst en onzekerheid doen rare dingen met mensen. In De genoegens van mannen zit Catherine Sorgeuil zo gevangen in haar claustrofobisch geordende leven dat ze denkt te voorvoelen wat de Kraaienman doet. Behoorlijk gestoord, als je het mij vraagt. Wat fascineert je aan de extreme en perverse uitwassen van ons brein?

WILLIAMS: Ik zou het anders formuleren. Het is precies die fascinatie voor extreme en perverse uitwassen die me interesseert. Waarom krijgen de meest geschifte moordenaars zo veel aandacht? Waarom willen we de goorste details van die moorden kennen? Waarom halen we niet gewoon de schouders op en laten we hen de pathetische figuren zijn die ze in werkelijkheid zijn? Het zijn de moordenaars, niet de slachtoffers, die een pagina op Wikipedia krijgen. In victoriaans Engeland was het niet anders. Voor de Kraaienman heb ik me gebaseerd op verschillende seriemoordenaars uit die periode. Het zijn de slechte geesten die alle vage en onderhuids borrelende angstgevoelens een concreet gezicht geven. Ze zijn als de schikgodinnen die beslissen over leven en dood.

Toen je aan deze thriller begon, deed je eigenlijk onderzoek naar Joséphine Bonaparte in Parijs. Is fictie een uitlaatklep voor de verbeelding die geen plaats vindt in je werk als wetenschapper?

WILLIAMS: Ze vullen elkaar aan en ze houden elkaar zuiver. Als ik 19e-eeuwse dagboeken lees of andere snippers van vroegere levens, dan vult mijn hoofd zich bijna meteen met stemmen, kleuren, gevoelens en geluiden. Toen ik nog in Oxford studeerde, heb ik me voor het eerst gewaagd aan een roman, precies om die heksenketel in mijn hoofd een plaats te geven. Het was iets wat ik in mijn bureaulade bewaarde, waarvan ik niet dacht dat ik er ooit iets mee zou doen. Tot ik in 2008 in Parijs was voor onderzoek naar Joséphine Bonaparte. Het was zomer en loeiend heet. Ik liep ’s nachts terug naar het appartement dat ik huurde en verbaasde me erover hoe verlaten de straten waren. Het is daar dat de stemmen van Catherine en de Kraaienman zich in mijn hoofd nestelden. In die eenzame straten, met enkel het galmen van mijn voetstappen kon ik me de angst voorstellen als je door een steegje loopt in het 19e-eeuwse Londen en plots voetstappen achter je hoort. Het verhaal begon zich van daaruit zelf te schrijven, dagenlang zat ik te kribbelen – ik schrijf alles met de hand – in cafés. Alsof ik niet kon stoppen. En omdat ik al zo veel onderzoek had gedaan naar wat vrouwen in die periode voelden, dachten, verlangden, naar de dingen waar ze mee worstelden, hoefde ik ook geen seconde te stoppen om de historische juistheid van mijn verhaal af te toetsen.

Catherine is een samenstelling van verschillende vrouwen wier dagboek ik al gelezen had en bij wie ik telkens het verlangen aantrof te ontsnappen uit hun geregelde levens, om meer dan alleen vrouwen ook volwaardige mensen te zijn. Victoriaanse vrouwen schreven bijna non-stop, voor een stuk om de wereld rondom hen een zin en een doel te geven, iets waar ze zelden in slaagden.

Heeft die passie voor geschiedenis en verhalen altijd in je bloed gezeten?

WILLIAMS: Ik las op veel te jonge leeftijd Henry James. Ik begreep er niets van, maar ik proefde wel de schoonheid van zijn zinnen op mijn lippen. Het fascineerde mij, net zoals het gevoel dat boeken je in een andere, verdwenen wereld konden trekken. Als kind deed ik niets liever dan mijn drie jaar jongere broertje in mijn zelfgemaakte tijdmachines te stoppen. Dan hadden mijn ouders een nieuwe wasmachine gekocht en bouwde ik de doos helemaal om. Ik tolde de doos rond, sleurde mijn broer door de kamer en riep: ‘We zijn in Egypte, maar je mag er niet uit want we worden aangevallen’, en ik tolde verder. Tot het moment waarop mijn broer meestal stilletjes begon te grienen en te foeteren dat hij tijdreizen haatte en dat hij die stomme gevangenis beu was.

Maar het is nog goed gekomen met je broer?

WILLIAMS: Absoluut. Het trauma is verwerkt en hij heeft er geen claustrofobie aan overgehouden.

Jij houdt er wel van om in je roman mensen op te sluiten. Catherine is een gevangene van het huis van haar oom en van haar eigen bizarre geest.

WILLIAMS: Het fascineert me, mensen die opgesloten zitten in hun leven, hun omgeving. Mijn volgende boek speelt zich af tijdens de opiumoorlogen. Mijn hoofdpersonage is gouvernante in een groot, statig huis. Ook daar sluipt de beklemming over de pagina’s. Het gevoel niet te kunnen ontsnappen werpt ons terug op een van de basisangsten: levend begraven worden. Om geen gevangene te zijn van je angsten is het belangrijk die te onderzoeken in fictie.

Is dat ook de verklaring voor de populariteit van thrillers?

WILLIAMS: Thrillers zijn ongetwijfeld populair omdat ze de onzekerheden die het leven maken tot wat het is voor even een structuur geven. In de werkelijkheid weten we niet wat er morgen zal gebeuren, in een boek kun je tenminste raden hoe het verhaal verder loopt.

Naar het schijnt kreeg jij 1,25 miljoen euro voorschot om De genoegens van mannen en je volgende boek te schrijven?

WILLIAMS: Er was veel interesse, ja. Ik vermoed omdat het beeld dat in het boek sluimert toch enigszins afwijkt van het normale victoriaanse verhaal. Ik heb het bijvoorbeeld wel en uitgebreid over seks. Maar het bedrag dat je noemt, is lichtjes overdreven.

Enkel lichtjes?

WILLIAMS: Nee, ik noem geen cijfers. Het moet een beetje spannend blijven.

MOORDZOMER

Knack Focus selecteerde 40 nieuwe pageturners voor een (ont)spannende zomer. Moordzomervanknack.be

VOLGENDE WEEK

Håkan Nesser – De man zonder hond

DOOR TINE HENS

Kate Williams

‘ECONOMISCHE RECESSIES ` STIMULEREN DE CREATIVITEIT? ONZIN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content