Van kwelduivel in crisistijden over bloedgeile libertijn tot politieke outcast. Tien vampierklassiekers die bewijzen dat zelfs de onsterfelijken graag met hun tijd meevliegen.

1 Les Vampires (Louis Feuillade, 1915)

In dit tiendelige filmfeuilleton transformeert de slinkse juwelendievegge Irma Vep – een anagram voor ‘vampire’ – de Lichtstad tot een onheimelijk oord van dood en verderf. Een fantasmagorische huiverfabel van serialmeester Feuillade, waarin de destructieve dreiging van WO I het gezicht krijgt van een boosaardige femme fatale in zwart maillot.

2 Nosferatu – Eine Symphonie des Grauens (F.W. Murnau, 1922)

In de moeder aller vampierenfilms vermengt pionier Murnau het schimmenspel van het Duitse expressionisme met de gothic horror van Dracula-auteur Bram Stoker. Helaas deed Murnau dat zonder Stokers erfgenamen auteursrechten te betalen. Daardoor werden verschillende kopijen vernietigd en kon zijn visionaire meesterwerk pas in 1994 in zijn oorspronkelijke staat worden gerestaureerd. Een lugubere allegorie over de zieke tijdsgeest van de Weimarrepubliek, met de legendarische Max Schreck als diabolische bloedzuiger.

3 Dracula (Tod Browning, 1931)

Listen to them. Creatures of the Night. What music they make‘, glundert de Transsylvanische graaf in deze theatrale Hollywood-adaptatie van Stokers kwintessentiële gothic novel uit 1897. De huiverprent en de talloze sequels maakten Dracula-vertolker Bela Lugosi onsterfelijk, maar zogen het bloed uit zijn verdere carrière. Lugosi eindigde als een armoedige junk die overdag in de Z-films van Ed Wood acteerde en ’s nachts in een lijkkist sliep.

4 Vampyr – Der Traum des Allan Grey (Carl Theodor Dreyer, 1932)

Allan Grey doolt door mistige braaklanden op zoek naar vampiers in deze hallucinante adaptatie van Sheridan Le Fanu’s huiverroman Carmilla. Het leven als een bovennatuurlijke nachtmerrie, door de Deense filmgigant Carl Theodor Dreyer en diens cameraman Rudolf Maté vervat in spookachtig mooie, overbelichte beelden.

5 Dracula (Terence Fisher, 1958)

Schimmige kerkhoven uit bordkarton, rijkelijk vloeiend Technicolorbloed en huivericonen Peter Cushing als vampierjager Van Helsing en Christopher Lee als diens nachtelijke nemesis. Dat zijn de hoofdingrediënten van deze cultklassieker uit 1958, een van de bekendste titels uit de Hammer Horrorcataloog, van de gelijknamige kleine Britse studio die het huivergenre in de jaren 50 en 60 nieuw leven inblies.

6 The Fearless Vampire Killers (Roman Polanski, 1967)

Roman Polanski vermaalt de traditionele vampiermythologie tot een vrolijke danse macabere over een oude professor die in Transsylvanië – met knoflook en crucifix in de aanslag – het ondode gespuis wil verdelgen. Een door de dissidente en libertijnse geest van de sixties bezeten horrorpastiche waarin Polanski de eerste homoseksuele en Joodse bloed-zuigers introduceert.

7 Daughters of Darkness (Harry Kümel, 1971)

Sexploitationkitsch, gotische glamour en psychoseksuele fantasmes vleien zich in elkaars verdorven schoot in deze stijlvolle huiverprent van Harry Kümel. Met sixtiesmuze Delphine Seyrig die samen met haar lesbische minnares in het Oostendse Thermenhotel een jong echtpaar verleidt.

8 Nosferatu – Phantom der Nacht (Werner Herzog, 1979)

Neue Welle-boegbeeld Werner Herzog keert terug naar Murnaus visionaire Nosferatu uit 1922, en dat samen met zijn fetisjacteur en ‘liefste vijand’ Klaus Kinski. Die maakt van de vleermuizengraaf een ratachtige, meelijwekkende indringer in een biedermeiermaatschappij die aan pest en decadentie ten onder dreigt te gaan.

9 Bram Stoker’s Dracula (Francis Ford Coppola, 1992)

In zijn barokke en bloederige vampiersbal laaft Coppola zich niet alleen gretig aan Bram Stokers originele verhaal, hij brengt ook een cinefiele hulde aan Murnau, Méliès en de gothic horror van B-maestro Roger Corman, bij wie hij de stiel leerde. Centraal staat de hartgebroken Graaf Vlad de Spietser (Gary Oldman), die in een appetijtelijke deerne het evenbeeld van zijn overleden vrouw herkent en in wie hij graag zijn tanden wil zetten.

10 Interview with the Vampire (Neil Jordan, 1994)

Neil Jordan laat de bloedzuigerscultus verrijzen met dit elegante, erotisch getinte gruwelsprookje gebaseerd op de seventiesroman van Anne Rice. Het verhaal begint in hedendaags San Francisco en flitst je dan terug naar Louisiana anno 1790 en Parijs anno 1870, waar je kennismaakt met Lestat (Tom Cruise), een blonde dandy die de melancholische Louis (Brad Pitt) inwijdt in het decadente vampierbestaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content